-iacum

Het woorddeel -(i)acum, met als verwanten -akom en -(on)iacas, was een Gallo-Romeins achtervoegsel waarmee vele plaatsnamen in Frankrijk, de Benelux en het Rijnland zijn opgebouwd in de periode van ±200 v.Chr. tot ±600 na Chr. In de Benelux zijn deze achtervoegsels bewaard gebleven in een honderdtal plaatsnamen, voornamelijk in België (bijv. "Kortrijk" en "Doornik").

In de Lage Landen zijn -akom en -(i)acum terug te vinden in plaatsnamen zoals Kortr(j)-ik (847 Curtri-aco), Doorn-ik (±300 Turn-aco), Kemz-eke (1117 Kemes-ica) en Monten-aken (1203 Montin-acu). Door het typische uitvloeien van plofklanken in het Limburgs-Duitse taalgebied veranderde de eind-"k" daar tot "ch": Gemmen-ich (1042 Gimini-aco) en Echtern-ach (698 Eptern-aco). In het Oïl-Frans verdween de "k" zelfs volledig: Cambr-ai (±200 Camar-acum), Cin-ey (1006 Ceun-aco), Cou(l)j-et (966 Culi-aco). Er bestaat ook een meervoud: -(i)acas, aanwezig in o.m. Biesmer(j)-ée (866 Bermeri-acas) en Thui(l)j-ies (866 Tiwili-acas). Dit -(i)acas is vaak uitgebreid tot -ini-acas, o.m. in Dott-en(j)-is (872 Dott-ini-acas) en Harm-inj-ies (868 Harm-ini-acas).

De oudste vorm is -akom, dat ontstond tussen 300 en 10 v.Chr. door de samenvoeging van het Keltische suffix -akos (adjectivering) en de Germaanse uitgang -om (locatief).[1] Onder de romanisering werd -akom gelatiniseerd: -acum/-acas. Later ging men, door de vaak voorkomende combinatie met gentilicia zoals Tiberi-us en Carini-us, hieraan onterecht de "i" toevoegen.[2] Door deze "i", maar misschien ook al door -acum/-acas zelf, onderging de stamklinker in het Germaanse taalgebied trouwens een klankwijziging (bijv. Martin-us + iacum > Märtiniacum > Merzenich).[3] Ook nog na de Germaanse trek werd het nieuwe -iacum/-iacas in veel streken toegepast.[4] Veel Germaanse persoonsnamen eindigden op "o"; daarom vormde men de vierde variant -on-iacas, dat ten gevolge van mouillering al gauw naar -in-iacas gleed (bijv. Dotto > Dott-on-iacas > Dott-in-iacas).[5] Het valt op dat zulke plaatsnamen zich in Henegouwen en Nord concentreren rondom de oudere -(i)acum/-akom-namen.[6]

Zoals gewoonlijk heeft het suffix zelf een abstracte betekenis. Men kan dit het best vertalen door "domein", "landgoed" of "nederzetting". De specifieke plaatsaanduiding zit uiteraard vervat in de voorgaande woorddelen. Hierin lazen naamkundigen de volgende soorten van verwijzing:

  • het bezit, bijv. Jülich (±300 Iuli-aco, "landgoed van Julius") en Zieverich (±300 Tiberi-acum, "landgoed van Tiberius")[7]
  • nabije rivieren, bijv. Zinnik (±950 Soni-acas, mogelijk "landgoed aan de Zenne") en Ligny (*Lini-acum, mogelijk "landgoed aan de Ligne")[8]
  • het reliëf, bijv. Sivry (±950 Suuriacum < *superi-acum, mogelijk "landgoed op de hoogte")[9] en Montenaken (1203 Montin-acu, mogelijk "landgoed op de berg")[10]
  • de vegetatie, bijv. Bavay (±300 Bag-acum, mogelijk "landgoed aan het beukenbos") en Kessenich (1155 Cassen-ic, mogelijk "landgoed aan het eikenbos")[11]
  • het terrein, bijv. Semmerzake (815 Cimbarsaca < *comber-isa-acum, mogelijk "landgoed bij de samenvloeiing van water") en Moerzeke (1072 Morceka < *mor-isa-acum, mogelijk "landgoed aan het water uit de moeren")[12]

Het is belangrijk te weten dat de betekenis van zulke oude plaatsnamen zelden vaststaat. Vaak worden meerdere verklaringen voorgesteld, omdat de etymologie en de landschappelijke kenmerken nu eenmaal diverse associaties mogelijk maken.

Vlaanderen en Nederland

[bewerken | brontekst bewerken]

In het Nederlandse taalgebied kunnen de suffixen herkend worden in eindlettergrepen zoals "-ijk/ch(en)", "-ik/ch(en)", "-ek/ch(en)" en "-ak/ch(en)". Toch gaat zo'n eindlettergreep niet altijd zó ver terug. Ze kan immers ook voortkomen uit de latere Nederfrankische uitgangen -eken en -ing(k)em, of uit tal van woorden zoals wijk, dijk, la(ij)k, spijk, beek en ber(i)g. Wanneer de plaatsnaam geen oude schriftelijke vermelding heeft waarin sprake is van een lettergreep -ac-, blijft dus onduidelijk of de plaatsnaam al vóór 500 ontstond.

Desalniettemin wordt bij plaatsnamen met een van deze eindlettergrepen soms een Keltische, Gallo-Romeinse of Germaanse grondvorm voorgesteld, alhoewel dit louter speculatie blijft. Archeologische ontdekkingen geven bijval maar geen bevestiging aan een oude herkomst. "Zellik" kan bijvoorbeeld van het Nederfrankische zele-ken ("kleine hoeve") stammen,[13] maar sinds de ontdekking van een Gallo-Romeinse nederzetting wordt het soms teruggevoerd tot *Setili-acum ("landgoed van Setilius").[14] Wegens dit soort twijfels is steeds voorzichtigheid geboden bij opsommingen van (i)acum-namen.

Onderstaande lijst geeft alle mogelijke plaatsnamen op -akom/-(i)acum/-(on)iacas binnen Vlaanderen en Nederland.[15][16][17][18] In Vlaanderen komt het suffix overal voor, maar in Nederland enkel in Nederlands-Limburg en Gelderland. Ook buiten Vlaanderen en Nederland (nl. in Wallonië, Frankrijk, Luxemburg en het Rijnland) zijn talrijke plaatsen gekend of aanzien als oude -(i)acum-namen, maar onderstaande lijst beperkt zich tot de bekendste plaatsen aldaar.

Huidige naam Provincie Geattesteerde/gereconstrueerde grondvorm Voorgestelde betekenissen
Aartrijke W.-Vl. ±900 Artiriacum "van Arthur", "waar beren wonen"
Alken B.-Lb. *Alliacum, *Alcenacum "van Allius", "waar look groeit"
Atrecht FR (hernoemd) PdC ±300 Nemetacum "van het volk der Nemeten"
Altenaken Vl.-Br. *Altumacum "op de hoogte"
Bastenaken WAL Lux. 634 Bastoneco ?
Bavik FR Nord ±300 Bagacum "aan het beukenhout"
Beutenaken Nl.-Lb. *Butoniacas "van Buto"
Blerick Nl.-Lb. ±365 Blariaco "van Blarius" (Klt. "de Grijsaard")
Bonen FR (hernoemd) PdC ±300 Gesoriacum ?
Chimay WAL Heneg. 1049 Cimacum ?
Ciney WAL Namen 1006 Ceunaco ?
Deerlijk W.-Vl. *Terraliacum "bij de aarden dijk"
(Dender)windeke O.-Vl. *Wenetiacum, *Vindiacum "van Wenetius" (Lt. "de Wenetiër"), "van Vindio" (Klt. "de Witte")
Doornik WAL Heneg. ±300 Turnacum "op de heuvel"
Doornik Gld. ±1100 Tornacum
Dottenijs WAL Heneg. 872 Dottiniacas "van Dotto"
Dowaai FR Nord ±1040 Duacum ?
Echternach LUX 698 Epternaco "van Epternus"
Etenaken Nl.-Lb. *Atoniacas "van Ato"
Geldenaken WAL W.-Br. *Geldumnacum "van het volk der Geldumni"
Gellik B.-Lb. *Galliacum "van de Galliër"
Gemmenich WAL Luik 1042 Giminiaco "van Ge(r)minius"
Geverik Nl.-Lb. *Gabriacum "van Gabrius", "bij de geitenhoeve"
Gooik Vl.-Br. 877 Gaugiaco "van Gaudius/Gavidius", "lusthof"
Gulik DUI NW ±300 Iuliaco "van Julius"
Harles Nl.-Lb. *Hariliacum "van Harilo"
Jeuk B.-Lb. *Gaudiacum "van Gaudius/Gavidius", "lusthof"
Kamerijk FR Nord ±300 Camaracum ?
Kaprijke O.-Vl. *Capriacum "van Caprius", "bij de geitenhoeve"
Kemzeke O.-Vl. *Camasiacum, *Cambisiacum "van Camasius", "aan de bochtig beek"
Kessenich B.-Lb. *Cas(t)iniacum, *Cassanacum "van Cas(t)inius", "aan het eikenhout"
Kontich Antw. ±1000 Condacum "van Contius"
Kortenaken Vl.-Br. 1132 Cortenach "van Curtonius", "nabij het cohort"
Kortrijk W.-Vl. 847 Curtriaco "van Corotures" (Klt. "de Kleine"), "met de gevlochten omheining"
Kumtich Vl.-Br. *Comitiacum "van de wetsdienaar"
Lanaken B.-Lb. ±820 Ludinacam "van koning Chlodio", "aan de godin Hludana"[19]
Lennik Vl.-Br. 877 Liniacum "van Linius", "aan de rechte weg/rivier"
Maalzake O.-Vl. ±1177 Malsaca "van Malasius"
Mainz DUI RP ±100 Mogontiacum ?
Mamelis Nl.-Lb. *Mamiliacas "van Mamilo"
Maurik Gld. ±300 Mannaricium "van Malerius"
Melick Nl.-Lb. ±300 M(a)deriacum "aan de Maas"
Moerzeke O.-Vl. *Mauriciacum, *Morisacum "van Mauricius", "aan het water uit het moeras"
Montenaken B.-Lb. 1203 Montinacu "op de berg"
Mook Nl.-Lb. 1206 Moldeka ?
Oudenaken Vk.-Br. 966 Haldenacha "van Haldo"
Ronse O.-Vl. 1217 Rothnaco "aan de Ronne"
Rozenaken WAL Heneg. 1001 Rocenaka "van Hrodso"
Semmerzake O.-Vl. 815 Cimbarsaca "van Cembrisius", "nabij de samenvloeiing"
(Schelde)windeke O.-Vl. *Wenetiacum, *Vindiacum "van Wenetius" (Lt. "de Wenetiër"), "van Vindio" (Klt. "de Witte")
Sippenaeken WAL Luik *Sappinacum "aan het naaldbos"
Slenaken Nl.-Lb. *Sledoniacas "van S(c)letho"
Temse O.-Vl. 870 Temsica "van Tamasius", "langs de Demer"
Varik Gld. *Valeriacum "van Valerius"
Velzeke O.-Vl. *Feliciacum "van Felicius"
Vertrijk Vl.-Br. *Victoriacum, *Viridiariacum "van Victorius" (Lt. "de Overwinnaar"), "nabij de boomgaard"
Vissenaken Vl.-Br. *Vassonacum "van de lijfeigenen"
Vroenhoven (hernoemd) B.-Lb. 1283 Montenaken "op de berg"
(Wasser)billig LUX *Billiacum "van Billius"
Wervik W.-Vl. ±300 Viroviacum "van Wirovius" (Klt. "de Manhaftige")
Wilrijk Antw. *Valeriacum "van Valerius"
Zellik Vl.-Br. *Setiliacum "van Setilius"
Zinnik WAL Heneg. ±950 Soniacas "aan de Zenne"
Zulzeke O.-Vl. *Sulpiciacum, *Saulisacum "van Sulpicius", "aan de vuile beek"
Zwijveke O.-Vl. 1223 Sueueka ?
  1. Jozef Van Loon (2016). Lanaken en de vroegste geschiedenis van Franken en Merovingen – in Verslagen & Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde vol 126, p 19-20.
  2. Jozef Van Loon (2016), ibid., p 24.
  3. Jozef Van Loon (2016), ibid., p 14-16.
  4. Jozef Van Loon (2016), ibid., p 23.
  5. Jozef Van Loon (2016), ibid., p 16-18.
  6. Jozef Van Loon (2016), ibid., p 27.
  7. Maurits Gysseling (1960). Toponymisch woordenboek (...) voor 1226, Brussel: Belgisch interuniversitair centrum voor Neerlandistiek, p 545 en 1102. Gearchiveerd op 28 februari 2024.
  8. Albert Carnoy (1927). Origine des noms de lieux des environs de Bruxelles, Brussel: Éditions Bieleveld.
  9. Albert Carnoy (1927), ibid.
  10. Albert Carnoy (1933). De plaatsnamen met -acum in het Vlaamsche land – in Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent: Vanderpoorten, p 23. Gearchiveerd op 21 juli 2023.
  11. Albert Carnoy (1933), ibid., p 19.
  12. Albert Carnoy (1933), ibid., p 21.
  13. Albert Carnoy (1933), ibid., p 18.
  14. Maurits Gysseling (1960), ibid., p 1100.
  15. Maurits Gysseling (1960), ibid.
  16. Albert Carnoy (1933), ibid.
  17. P. L. M. Tummers (1962). Romaans in Limburgse aardrijkskundige namen, Assen: van Gorcum, p 21-32.
  18. Jozef Van Loon (2016), ibid., p 13-14.
  19. Jozef Van Loon (2016), ibid., p 39-43 en 57-59.