Abdij van Roosenberg

portret van abdis Joanna Maria van Doorselaer de ten Ryen (1782-1863)
Wapenschild van Abdis de Crombrugghe

De Abdij van Roosenberg was een abdij in Waasmunster, Bisdom Gent sinds 1238.

Van bij de start was de abdij in handen van victorijnen of reguliere kanunnikessen van Sint-Victor die leefden volgens de regel van de heilige Augustinus. In de jaren 70 ging men, omwille van minder roepingen, over tot fusie met de Mariazusters van Franciscus en werkte men verder onder die naam. De derde en huidige abdij is sedert 1975 gelegen aan de Oudeheerweg-Heide.

Eerste fundatie

[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste Roosenbergabdij (Monasterii de Monte Rosarum[1]) was een reguliere abdij met pauselijke clausuur, voor bernardinnen, die het koorofficie baden. Er waren koornonnen, onder leiding van een gekozen abdis, die meestal van adel waren, en ook buitenzusters. De stichting gaat terug tot 1237-1238 aan de boorden van de Durme op verzoek van de Doornikse bisschop Walter van Marvis. In 1419 brandde het gebouw af, maar de zusters lieten hun abdij opnieuw op de Rosenberg herrijzen. Het monastieke leven werd verschillende keren verstoord: zo werd de abdij opnieuw in 1459 verwoest door de Gentenaars en in 1578 door de calvinisten. De abdissen wisten echter hun feodale rechten te vrijwaren en het monastieke leven zorgde dat de abdij tot buiten het Waasland gekend was.

Abdis de Sivory schonk in de 17de eeuw een gekleurd venster aan de sint-Nicolaaskerk, en verleende toestemming tot het bouwen van de Witte Molen naast haar gronden. De bloei van Rosenberg eindigde tijdens de Franse Revolutie: het monastieke leven werd voorgoed verstoord: de koorzusters werden verjaagd uit hun abdij, en de goederen en conventsgebouwen werden verbeurd verklaard. De overgebleven gebouwen kregen een herbestemming als kazerne en in 1797 afgebroken. Van de oude conventsgebouwen van voor de Revolutie is niets bewaard.

Er waren 21 abdissen die regeerden over de gronden en aan het hoofd van de abdij stonden.[2]

Koptekst Begin abbatiaat einde
Moeder Agnes
Beatrix II 1454
Jozina van Steelant 1521
Filippina Triest 1610
Anna de Samillan 1634
Anna Nonius 1685
Maria de Sivori 1722
Beatrix van Hoorebeke
Maria Anna van Crombrugghe
joanna Maria van Doorslaere de Ten Ryen

Tweede locatie

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1831 kwam er een nieuw gebouw in de Kerkstraat door bemiddeling van de abdis Joanna Maria van Doorselaer de ten Ryen (1782-1863). Deze dame kocht met haar erfdeel enkele woningen, liet die afbreken en richtte er de tweede abdij van Roosenberg op. Dit gebouw bleef in gebruik tot in 1975.

Derde locatie

[bewerken | brontekst bewerken]

Het centrum van de Waaslandse gemeente werd verlaten en men zocht rustiger oorden op in het bos langs de Oudeheerweg-Heide. Het nieuwe gebouw opgericht in 1975 is van de hand van de benedictijn-architect Hans van der Laan. De abdij ligt op een hoogte aan het westelijke uiteinde van de Cuesta van het Waasland. Ondanks de nieuwe locatie bleven de roepingen uit. Het monastieke leven stopte, en de laatste zusters verlieten de conventsgebouwen.

Eind 20ste eeuw ontstond er veel belangstelling voor deze Wase abdij. Er werd gevraagd aan Dom Pieter de Batselier,[3] OSB uit Dendermonde om een traktaat te schrijven over het monastieke leven. In 2023 verhuisde het patrimonium van de zusters, en vond onderdak in een zijbeuk van de OLV kerk in Waasmunster, waar de plaatselijke kerkfabriek zich borg stelde om de stukken te ontsluiten.[4]