Alpenwolfsklauw

Alpenwolfsklauw
Alpenwolfsklauw
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Lycopsida
(Wolfsklauwen en biesvarens)
Orde:Lycopodiales
Familie:Lycopodiaceae (Wolfsklauwfamilie)
Geslacht:Diphasiastrum (Wolfsklauw)
Soort
Diphasiastrum alpinu
(L.) Holub (1975)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Alpenwolfsklauw op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De alpenwolfsklauw (Diphasiastrum alpinum, basioniem: Lycopodium alpinum) is een giftige, vaste plant, die behoort tot de wolfsklauwfamilie (Lycopodiaceae). De plant komt van nature voor in Midden- en Centraal-Europa en in Noord-Amerika. In Wallonië is de soort niet meer aanwezig. Het aantal chromosomen is 2n = 44, 46 of ongeveer 48.[1]

De plant heeft een blauwgroene kleur. De liggende stengels worden 30-70 cm lang en wortelen hier en daar met adventiefwortels. De rechtopstaande stengels zijn 6-10 cm lang en zijn dicht bebladerd met vier rijen tegen de stengels aangedrukte bladeren. De steriele spruiten zijn vierkantig en gewoonlijk niet afgevlakt (op schaduwplaatsen wel iets afgevlakt). De 0,7-1,5 mm lange en 0,8 mm brede bladeren aan de voorkant zijn duidelijk gesteeld en knievormig. De lancetvormige bladeren aan de voorkant en achterkant zijn even groot. De lichtgele, lancetvormige, toegespitste, 1,1-2,5 cm lange sporenaren hebben een korte steel. De 2 × 1,2 mm grote, dakpansgewijs gerangschikte sporofyllen zijn breed-ovaal en hebben een vliezige, onregelmatig getande rand. De sporangia zijn ingekapseld.

De sporen rijpen in juli, augustus en september.

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Diphasiastrum alpinum van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Wikispecies heeft een pagina over Diphasiastrum alpinum.