Army of the Potomac

Army of the Potomac
Bevelhebbers van de Army of the Potomac in Culpeper (Virginia), 1863. V.l.n.r.: Gouverneur K. Warren, William H. French, George G. Meade, Henry J. Hunt, Andrew A. Humphreys, George Sykes
Oprichting 27 mei 1861
Ontbinding 28 juni 1865
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Krijgsmacht­onderdeel United States Army
Type Leger
Garnizoen Washington D.C.
Veldslagen Amerikaanse Burgeroorlog
Commandanten Irvin McDowell
George B. McClellan
Ambrose Burnside
Joseph Hooker
George Meade

De Army of the Potomac (leger van de Potomac) was het grootste en belangrijkste Noordelijke leger tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Het leger werd ingezet aan het oostelijke front en nam het voornamelijk op tegen de Zuidelijke Army of Northern Virginia dat onder leiding stond van generaal Robert E. Lee.

De oorsprong van het leger gaat terug tot 1861. Het was aanvankelijk een korps en had de naam Army of Northeastern Virginia. Het werd aangevoerd door brigadegeneraal Irvin McDowell. Dit leger vocht de eerste grote slag van de oorlog, de Eerste Slag bij Bull Run, uit en verloor. Nadat generaal-majoor George B. McClellan in Washington D.C. arriveerde, werd een grote reorganisatie doorgevoerd. McClellan kreeg in eerste instantie het bevel over de Division of the Potomac waaronder het Departement of Northeast Virginia van McDowell en het Departement of Washington van brigadegeneraal John K. Mansfield ressorteerden. Op 26 juli 1861 werd het Departement of Shenadoah, onder leiding van generaal-majoor Nathaniel P. Banks, samengevoegd met dat van McClellan. Zo ontstond de Army of the Potomac. Alle eenheden van de departementen werden opgenomen in dit nieuwe leger. De soldaten van Banks werden omgevormd tot een infanteriedivisie. Het leger werd ingedeeld in vier korpsen. Tijdens de Schiereilandveldtocht werden er nog twee korpsen gecreëerd. Na de Tweede Slag bij Bull Run werden de eenheden van generaal-majoor John Pope opgenomen in de Army of the Potomac.

Tijdens de oorlog onderging het leger vele hervormingen. Onder Ambrose Burnside werd het leger ingedeeld in drie divisies die telkens uit twee korpsen bestonden. Ook werd een reserve van twee korpsen gevormd. Joseph Hooker schafte de divisies weer af. Er bleven zeven korpsen in Virginia die rechtstreeks rapporteerden aan het hoofdkwartier van het leger. Ook legde Hooker de basis voor een cavalerie korps. In het najaar van 1863 werden twee korpsen naar het westelijke front gestuurd. De overgebleven vijf korpsen werden in 1864 samengevoegd tot drie korpsen. Burnsides IX Corps werd bij het begin van de Overlandveldtocht toegevoegd.

De Army of the Potomac nam deel aan bijna alle grote veldtochten aan het oostelijke front, voornamelijk in Virginia, Maryland en Pennsylvania. Het leger hield op te bestaan op 28 juni 1865 kort na de Grote parade van de legers.

De belangrijkste veldslagen waaraan dit leger deelnam waren: