Bosschotelkorst
Bosschotelkorst | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lecanora argentata (midden) | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Lecanora argentata (Ach.) Röhl. (1813[1]) | |||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||
Lecanora subfuscata | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Bosschotelkorst op Wikispecies | |||||||||||||||
|
De bosschotelkorst (Lecanora argentata) is een korstmos behorend tot de familie Lecanoraceae. Hij komt voor op bomen en heeft als fycobiont de alg Trebouxia. Hij komt vooral voor op esdoorns, essen en populieren. Hij heeft een gemiddelde tolerantie voor luchtverontreiniging.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Uiterlijke kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Het korstvormige thallus is dun, lichtgrijs, witachtig, geelwit van kleur, met een grof, wrattenachtig of glad oppervlak. Het heeft geen soredia. De randen van het thallus zijn onduidelijk, en verdwijnen geleidelijk. De schors kleurloos, 15-25 μm dik, het hymenium is kleurloos, 15-20 μm dik. Protococcoide algen en grote KOH-onoplosbare kristallen worden in de kern gevonden. Het epihymenium is niet korrelig, roodbruin van kleur met een oranjebruin pigment dat niet oplost in K. Het transparante en kleurloze hymenium heeft parafysen, het subhymenium is kleurloos, 10 tot 15 μm dik, en het hypothecium is kleurloos zonder oliedruppels.
In het thallus zijn de apothecia vrij talrijk. Ze kunnen gegroepeerd of verspreid staan. Ze zijn zittend, 0,4-1,5 mm in diameter, rond of stomphoekig van vorm en plat of licht bol. De apothecia-schijf is meestal licht tot vuilbruin van kleur. In de vruchtlichamen bevinden zich grote, kleurloze kristallen die niet oplossen in KOH-oplossing. Er zijn er pycnidia ingebed in het thallus.
De bosschotelkorst heeft de volgende kenmerkende kleurreacties: K+ (lichtgeel), C-, KC-, P- of P+ (zwak lichtgeel) en UV-.
Microscopische kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De asci met 45-55 × 18-22 µm. De ascosporen worden gevormd in apothecia en zijn eencellig, hyaliene, ellipsoïde, enkelvoudig en hebben een grootte van (10,5-) 11,5-14,5 (-17,5) × (5,5-) 6-8,5 µm, en hun wanddikte is 0,5 tot 1 µm.[2]
Verspreiding
[bewerken | brontekst bewerken]De bosschotelkorst komt voor op alle continenten behalve Antarctica. In Nederland komt hij zeldzaam voor. Hij staat niet op de rode lijst en is niet bedreigd.[3]
Naamgeving
[bewerken | brontekst bewerken]De bosschotelkorst werd voor het eerst beschreven in 1803 door Erik Acharius onder de naam Parmelia subfusca var. argentata. De huidige naam, erkend door de Index Fungorum, werd eraan gegeven door Johann Christoph Röhling in 1813.
- ↑ (en) Index Fungorum. Gearchiveerd op 7 december 2022.
- ↑ Fungi of Great Britain and Ireland. Gearchiveerd op 23 maart 2023.
- ↑ BLWG Verspreidingsatlas Korstmossen