Carel Scharten
Carel Theodorus Scharten (Middelburg, 14 maart 1878 - Florence, 30 oktober 1950), was een Nederlands schrijver, dichter en criticus.
Scharten debuteerde met gedichten in De Gids. In 1901 kwam de dichtbundel Voorhal uit. Samen met zijn vrouw, de schrijfster Margo Scharten-Antink, schreef hij een aantal romans, zoals Een Huis vol Menschen (1908), De vreemde Heerschers (1911) en 't Geluk hangt als een Druiventros (1918). In 1908 kregen zij beiden de Tollensprijs. In 1928 wonnen zij met De nar uit de Maremmen de bronzen medaille in de categorie Literatuur van het Kunstwedstrijden op de Olympische Zomerspelen 1928. Scharten heeft lange tijd - in onder meer De Gids - literaire kritieken geschreven, die gebundeld werden in de driedelige Kroniek der Letteren (1916-20).
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]- 1901 - Voor-hal. Verzen
- 1902 - Guido Gezelle
- 1908 - Een huis vol menschen. Verhaal uit het Parijsche leven, C. en M. Scharten-Antink
- 1909 - De krachten der toekomst
- Eerste deel: Bilderdijks miskenning. Over prozakunst. Twee Nieuwe-Gidsers
- Tweede deel: Waarin de schoonheid van een vers bestaat. Iets over spreektaal in verzen. Over tendenz in de kunst. Dichters van drie geslachten. Socialistische dichters. Naar het proza der toekomst. De taal der kunst. Realisme. Uitbloei van het realisme, of eerste opbloei eener nieuwe romantiek?
- 1910 - Het spellingvraagstuk. De vereenvoudigde een gevaar voor volk en stam
- 1911 - De vreemde heerschers. Een verhaal van de Italiaansche meren, C. en M. Scharten-Antink
- 1914 - Julie Simon. De levensroman van R.C. Bakhuizen van den Brink, uit brieven en bescheiden tezamengesteld door C. en M. Scharten-Antink
- 1914 - De kapper van Tremalfo, door C. en M. Scharten-Antink
- 1917 - De roeping der kunst. De poëzie; Het proza; De Vlaamsche beweging en de oorlog; Op den weg naar een nieuwe moraal
- 1917 - Typen en curiositeiten uit Italië, C. en M. Scharten-Antink.
- 1917-1923 - Kroniek der Nederlandsche letteren 1916; Kroniek der Nederlandsche letteren, 1917-1918; Kroniek der Nederlandsche letteren 1919-1920
- 1918 - 't Geluk hangt als een druiventros... Een verhaal uit het Florentijnsche, door C. en M. Scharten-Antink
- 1920 - De bloedkoralen doekspeld. De geschiedenis van een jongen edelman uit het begin der XXste eeuw
- 1924-1925 - Het leven van Francesco Campana, C. en M. Scharten-Antink
- 1926 - Het bekertje van Valentijn, en andere vertellingen, door C. en M. Scharten-Antink. Bevat: 1. Het bekertje van Valentijn; 2. Frambozen plukken; 3. Meneer Xaveer Lievejans; 4. Het unicum; 5. De schoenen van Annie; 6. De postillon
- 1927 - De nar uit de Maremmen, C. en M. Scharten-Antink
- 1931 - Het wonder der liefde, C. en M. Scharten-Antink
- 1932 - De zonde van koning David. Drama in vijf bedrijven en een voorspel
- 1932 - Jhr. Mr. James de Beyll, Minister van nuttelooze zaken, C. en M. Scharten-Antink
- 1933 - Carnaval, C. en M. Scharten-Antink
- 1934 - De gave gulden. Een historie uit het moderne huwlijksleven, C. en M. Scharten-Antink
- 1935 - Littoria. De verlossende arbeid, C. en M. Scharten-Antink
- 1938 - De groote Zorzi, C. en M. Scharten-Antink
- 1939 - De schatten van Groot-Griekenland
- 1941 - Gij en ik, C. en M. Scharten-Antink
- 1948 - Verborgen schoonheid van Toscane en Umbrië
- 1948 - Het verloren paradijs
Vertalingen
[bewerken | brontekst bewerken]- 1906 - Honoré de Balzac. L'enfant maudit. Vert. als: Het gevloekte kind, vert. en ingel. door C. en M. Scharten-Antink
- 1910 - Jules Renard. Histoires naturelles (1896). Vert. als: Natuurlijke historietjes
- 1927 - Émile Zola. Germinal (1885). Vert. als: Germinal, vert. door or C. en M. Scharten-Antink. In 1954 uitgegeven als: De mijn = (Germinal)