Carel de Nerée tot Babberich
Carel de Nerée tot Babberich | ||||
---|---|---|---|---|
Carel de Nerée (1901) | ||||
Persoonsgegevens | ||||
Volledige naam | Christophe Karel Henri de Nerée tot Babberich | |||
Geboren | Zevenaar, 18 maart 1880 | |||
Overleden | Todtmoos (Duitsland), 19 oktober 1909 | |||
Geboorteland | Nederland | |||
Beroep(en) | tekenaar en schilder | |||
Oriënterende gegevens | ||||
Jaren actief | 1898-1909 | |||
RKD-profiel | ||||
|
Christophe Karel Henri (Carel) de Nerée tot Babberich (Zevenaar, 18 maart 1880 - Todtmoos (Duitsland), 19 oktober 1909) was een Nederlands kunstenaar wiens werk tot de hoogtepunten van de Nederlandse kunst rond 1900 wordt gerekend.
Levensloop
[bewerken | brontekst bewerken]Jeugd en studie
[bewerken | brontekst bewerken]De Nerée was een telg uit het geslacht De Nerée. De Nerée werd geboren in Zevenaar, op Huize Babberich als zoon van Frederik de Nerée tot Babberich (1851-1882), luitenant-ter-zee, en Constance van Houten (1858-1930). Carel had twee broers, Richard (1878-1945) en Frans (1882-1929).[1] De laatste heeft gewerkt in een aan zijn broer verwante stijl. Constance van Houten was een feminist en kunstenares die onder meer borduurwerken heeft gemaakt naar ontwerpen van Karel.
Op zijn vijftiende vertrok De Nerée naar Antwerpen om daar een opleiding aan de Handelsschool te volgen. Veel tijd bracht hij echter door met lezen en uitgaan in het nachtelijke Antwerpen maar slaagde desalniettemin voor de opleiding. Daarna legde hij in 1898 in Den Haag het consulair examen af en werd geplaatst op het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Schrijver en beeldend kunstenaar
[bewerken | brontekst bewerken]De Nerée maakte in 1898[2] voor het eerst beeldend werk maar had aanvankelijk literaire ambities maar enkel postuum werden twee Franstalige gedichten in La Revue de Hollande gepubliceerd. In 1900-'01 maakte De Nerée een reeks tekeningen gebaseerd op Couperus' roman Extaze. Ook door literair werk van Henri Borel en Frederik van Eeden liet hij zich inspireren tot een reeks tekeningen die samen met de Extaze-tekeningen tot de hoogtepunten van zijn oeuvre behoren.
In 1901 werd De Nerée voor Buitenlandse Zaken tewerkgesteld in Madrid. Hij liep daar tbc op: een ziekte die zijn verdere levensloop zou bepalen. Van Booven schonk De Nerée The Early Work (1899) van Aubrey Beardsley dat hem korte tijd sterk beïnvloedde. Ondanks plannen in die richting van criticus Albert Plasschaert exposeerde hij tijdens zijn leven niet. De Nerée was een zeer bekend figuur in Den Haag. Soms schonk hij werk aan vrienden en rond 1905 heeft hij meerdere werken aan vooral Duitse verzamelaars verkocht.
Zijn stijl maakte hem dankzij zijn eerste, postume, exposities al snel beroemd en werk van zijn hand was te zien op diverse belangrijke aan het symbolisme gewijde exposities.
Ziekte en overlijden
[bewerken | brontekst bewerken]De Nerée pendelde de laatste acht jaar van zijn leven, strijdend tegen zijn ziekte, heen en weer tussen kuuroorden in Zwitserland, Duitsland en Italië. De zomers bracht hij meestal door in Den Haag en in het Nederlandse Babberich. Door zijn slechte gezondheid ging het tekenen en schilderen hem steeds moeilijker af. Wel bleef hij zich artistiek sterk ontwikkelen. Hij overleed op 19 oktober 1909 in het Zuid-Duitse kuuroord Todtmoos en werd begraven in Clarens nabij Montreux.
Receptie
[bewerken | brontekst bewerken]De eerste tentoonstelling van zijn werk vond een jaar na zijn dood plaats in Den Haag. De aard van zijn werk, de wending die hij aan Beardsley wist te geven en het 'onhollandse' karakter ervan deed de critici vrijwel unaniem beseffen dat er een bijzonder talent in De Nerée verloren was gegaan. Het Museum voor Moderne Kunst Arnhem heeft halverwege de twintigste eeuw een grote en belangrijke collectie werken van De Nerée verworven.
Bewonderaars van zijn werk waren Hendrik de Vries, Jan Engelman en W.F. Hermans (die over hem schreef in het verhaal Hundertwasser, hondervijf en meer. 'En wie, die midden tusschen de paardebloemen zit, beschouwt niet gaarne, een exotische orchidee?' schreef Engelman in 1935 over de plaats van De Nerée in de Nederlandse kunstgeschiedenis.
Werken (selectie)
[bewerken | brontekst bewerken]- Henri van Booven als jonge priester (1900)
- Walden, [niet gebruikt] boekomslag (1900)
- Het Schoone Beeld (1900)
- Inleiding tot Extaze. Een boek van geluk van Couperus (1900-01)
- Extaze, finale (1900-01)
- Zelfportret (1900-01)
- Illustratie voor Le Jardin des Supplices (1899) van Octave Mirbeau (1900)
- Liefdesspel nr. 1 (1900-01)
- Zwarte zwanen (1901)
- De bruid (1901)
- Twee vrouwen (1901)
- Salomé (1901)
- Uil (1903)
- Clownerie (1904)
- La Musique (1904)
- La rencontre (1904)
- Sortie (1904)
- Rococo (1904-05)
- Rôdeuse (1904-05)
- Portretstudie/zefportret (1905?)
- Studie van een Sulamitische (1905?)
- Le mauvais regard (1906?)
Exposities
[bewerken | brontekst bewerken]- Postuum
- Den Haag, Kunstkring, 1910
- Amsterdam, Arti, 1910
- Den Haag, d'Audretsch (met H. Daalhoff e.a.), 1914
- Haarlem, Kunsthandel Du Bois,1936
- Milaan & München, Galerie Levante, 1970
- Laren, Singer Museum, 1974
- Kleve, Städtliches Museum, 1975
- Den Haag, Staalbankiers, 1982
- Arnhem, Gemeentemuseum, 1986
- Arnhem, Gemeentemuseum, juni-september 1999
- Den Haag, Louis Couperus Museum, 2014-2015
- Lemma over De Nerée in de kunstenaarsdatabase van het RKD.
- Sander Bink 'Als Wilde en Beardsley': Aubrey Beardsley en zijn Nederlandse navolgers', in: Lopende vuurtjes — Engelse kunst en literatuur in Nederland en België rond 1900. Hilversum, 2012.
- Biografie Henri van Booven (door Sander Bink) op site Louis Couperus Genootschap
- Sander Bink: 'Witte nachten. De artistieke vriendschap tussen Henri van Booven en Carel de Nerée tot Babberich'. In: Zacht Lawijd, 13-2 (2014), p. 2-27.
- Sander Bink, Carel de Neréee tot Babberich en Henri van Booven. Den Haag in het fin de siècle. [Zwolle, 2014 (verschenen bij de tentoonstelling in het Louis Couperus Museum, 9 november 2014 - 10 mei 2015)].
- Actuele berichten over De Nerée op de website rond1900.nl
- Henri van Booven, 'Karel de Nerée tot Babberich 18 maart 1880-19 october 1909).' In: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift nr. 42, 1911.
- Henri van Booven, Een liefde in Spanje. Amsterdam, 1928. (Sleutelroman over De Nerées Spaanse periode).
- En wie, die midden tusschen de paardebloemen zit, beschouwt niet gaarne een exotische orchidee? Tentoonstellingscat., Arnhem, 1986.
- Dick Veeze (red.), 'De inkt is horribel': brieven en tekeningen. Sub Signo Libelli, 1980.
- Dick Veeze, 'Carel de Nerée, een opmerkelijk Hagenaar'. In: Carel de Nerée tot Babberich [1880-1909]. Tentoonstellingscatalogus, Den Haag, 1982.
- Noten
- ↑ Nederland's Patriciaat 39 (1953), p. 210-221.
- ↑ Website Rond1900.nl