Chironius
Chironius | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Chironius scurrulus | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Chironius Fitzinger, 1826 | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Chironius op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Chironius is een geslacht van slangen uit de familie toornslangachtigen (Colubridae) en de onderfamilie Colubrinae.
Naam en indeling
[bewerken | brontekst bewerken]De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Leopold Fitzinger in 1826. Er zijn 22 soorten, inclusief de pas in 2015 beschreven soort Chironius brazili. Veel soorten werden eerder aan andere geslachten toegekend, zoals Coluber, Natrix en het niet langer erkende geslacht Herpetodryas.[1]
Uiterlijke kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Alle soorten bereiken een middelgrote tot grote lichaamslengte tot maximaal ongeveer drie meter. Alle soorten vallen op door hun gelijkvormige dorsale schubben die in schuine rijen zijn gelegen. De schubben aan de kop zijn relatief groot, meestal is een enkele preoculaire schub aanwezig maar dit kunnen er ook twee zijn. De ogen zijn groot en hebben een ronde pupil. De anaalschub kan zowel uit een geheel bestaan of gepaard zijn.[2]
Levenswijze
[bewerken | brontekst bewerken]Soorten uit het geslacht Chironius zijn overdag actief, het zijn krachtige slangen die goed kunnen klimmen en zwemmen. Op het menu staan kleine gewervelden, voornamelijk kikkers maar ook hagedissen, kleine zoogdieren en salamanders worden buitgemaakt.[2]
Verspreiding en habitat
[bewerken | brontekst bewerken]Vertegenwoordigers van dit geslacht komen voor in grote delen van Midden- en Zuid-Amerika. De soorten leven in de landen Argentinië, Bolivia, Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Ecuador, Frans-Guyana, Guyana, Honduras, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Saint Vincent en de Grenadines, Suriname, Trinidad en Venezuela.[1]
De habitat bestaat uit vochtige tropische en subtropische bossen, zowel in laaglanden als in bergstreken en savannen. Ook in door de mens aangepaste streken zoals aangetaste bossen en weilanden kan de slang worden aangetroffen.[3]
Beschermingsstatus
[bewerken | brontekst bewerken]Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan zeventien soorten een beschermingsstatus toegewezen. Vijftien soorten worden beschouwd als 'veilig' (Least Concern of LC) en een soort als 'onzeker' (Data Deficient of DD). De soort Chironius vincenti wordt gezien als 'ernstig bedreigd' (Critically Endangered of CR).[3]
Soorten
[bewerken | brontekst bewerken]Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.
Bronvermelding
[bewerken | brontekst bewerken]Referenties
- ↑ a b The Reptile Database - Peter Uetz & Jakob Hallermann, Chironius. Gearchiveerd op 12 juni 2023.
- ↑ a b Jay. M. Savage (2002). The Amphibians and Reptiles of Costa Rica. The University of Chicaco Press, Pagina 647 - 651. ISBN 0-226-73537-0.
- ↑ a b International Union for Conservation of Nature and Natural Resources - Red List, Chironius - IUCN Red List.
Bronnen
- (en) – Jay. M. Savage - The Amphibians and Reptiles of Costa Rica (2002) - Pagina 647 - 651 - The University of Chicaco Press - ISBN 0-226-73537-0
- (en) – Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database - Chironius - Website Geconsulteerd 19 februari 2020