Breedgeribde venusschelp

Breedgeribde venusschelp
Breedgeribde venusschelp
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Mollusca (Weekdieren)
Klasse:Bivalvia (Tweekleppigen)
Orde:Venerida
Familie:Veneridae (Venusschelpen)
Geslacht:Clausinella
Soort
Clausinella fasciata
(da Costa, 1778)
Originele combinatie
Pectunculus fasciatus
Synoniemen
Lijst
  • Clausinella brongniartii (Payraudeau, 1826)
  • Venus fasciata (da Costa, 1778)
  • Venus biradiata Risso, 1826
  • Venus brongniartii Payraudeau, 1826
  • Venus busschaerdi Requien, 1848
  • Venus decipiens Hanley, 1845
  • Venus duminyi Requien, 1848
  • Venus paphia Linnaeus, 1767, sensu Montagu, 1803
  • Venus phliippiae Requien, 1848
  • Venus scalaris Bronn, 1832
  • Ortygia costata T. Brown, 1827
  • Venus fasciata var. raricostata Jeffreys, 1864
  • Venus fasciata var. lilacina Bucquoy, Dautzenberg & Dollfus, 1893
  • Venus fasciata var. rudis Bucquoy, Dautzenberg & Dollfus, 1893
  • Venus fasciata var. zigzag Bucquoy, Dautzenberg & Dollfus, 1893
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Breedgeribde venusschelp op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De breedgeribde venusschelp (Clausinella fasciata) is een tweekleppigensoort uit de familie van de Venusschelpen (Veneridae).[1] De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1778 voor het eerst geldig gepubliceerd door Mendes E. da Costa.[2]

De breedgeribde venusschelp heeft een stevige, platte, sub-driehoekige schelp die groeit tot 2,5 cm lang. De kleur van de schelp is variabel; rood, roze, paars, geel of bruin met stralende banden en kleurrijke strepen. Het kan tot vijftien brede concentrische ribbels hebben op oudere exemplaren. De binnenzijde is mat wit.

De breedgeribde venusschelp heeft een verspreidingsgebied vanaf de Lofoten tot de Atlantische kust van Marokko, de Canarische Eilanden en de Middellandse Zee. Hoewel deze soort ver vanaf de kust ook op de Noordzee voorkomt, komt deze zeldzaam waargenomen in het Nederlandse deel van de Noordzee. Wel worden fossiele schelpen gevonden, onder andere op de Waddeneilanden. Ze leven niet diep ingegraven in grof grind, dat meestal zand of schelpfragmenten bevat, vanaf het sublitoraal tot diepten van ruim 180 meter.[3]