Cochlearium (bestek)
Een cochlearium (mv: cochlearia) is een kleine lepel met een tot een punt toelopend steeltje, gebruikt door de Grieken en Romeinen in de klassieke oudheid. De puntvormige steel werd gebruikt om het vlees van escargot uit het huisje te peuteren. De lepel werd ook als maat voor vloeistoffen gebruikt.
Etymologie
[bewerken | brontekst bewerken]Het woord cochlea betekent letterlijk spiraal of slakkenhuis, waardoor aangenomen wordt dat de lepel zo was ontworpen dat het handvat kon worden gebruikt om slakken of kokkels uit het slakkenhuisje te halen.
De Romeinse termen cochlearium, cochleair en cochleare werden tevens als maat voor vloeistoffen gebruikt.[1]
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- Een park binnen een Romeinse slakkenkwekerij werd ook cochlearium genoemd: de oudstbekende slakkenkwekerij werd door Quintus Fulvius Lippinus gebouwd en beheerd.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ (en) Robert Hussey (1836). An Essay on the Ancient Weights and Money, and the Roman and Greek Liquid measures. Oxford. Gearchiveerd op 16 juni 2023.