De zonnetempel

De Zonnetempel
De zonnetempel
Originele titel Le Temple du Soleil
Stripreeks De avonturen van Kuifje
Volgnummer 14
Scenario Hergé, Bib Heuvelmans, Edgar P. Jacobs
Tekeningen Hergé, Jacques Van Melkebeke, Guy Dessicy, Franz Jagueneau
Pagina's 62
Eerste druk 1949
Uitgever Casterman
ISBN 90 303 2513 5
Portaal  Portaalicoon   Strip

De zonnetempel (oorspronkelijke, Franstalige titel: Le Temple du Soleil) is het veertiende album uit de reeks Kuifje-strips van de Belgische tekenaar Hergé (1907-1983) en het vervolg op De zeven kristallen bollen. Het verhaal stond van 19 december 1946 tot en met 22 april 1948 als vervolgverhaal in de weekbladen Kuifje en Tintin. Een jaar later was de eerste albumuitgave. In 1977 verscheen een nieuwe Nederlandse vertaling.

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.
Spoorweg naar La Oroya, Charles Wiener. Twee tunnelingangen zijn in De zonnetempel geïnspireerd op deze afbeelding

Kuifje en kapitein Haddock komen met het vliegtuig uit Europa aan in Callao (Peru), waar ze op zoek gaan naar de ontvoerde professor Zonnebloem die zich aan boord van de Pachacamac, een schip dat hier in de haven ligt, moet bevinden. Ze verblijven een nacht in een hotel. Kuifje slaagt er vervolgens in om aan boord van het schip te komen en hij vindt Zonnebloem slapend in een van de kajuiten. Dan wordt Kuifje betrapt door Chiquito, de voormalige variété-assistent van generaal Alcazar, die hem wil doden. Kuifje kan ternauwernood van het schip ontsnappen en voegt zich weer bij kapitein Haddock, die een eindje verderop in een sloep zit. Even later ziet Kuifje terwijl hij zich achter een grote steen schuilhoudt hoe Zonnebloem door een paar mannen aan land wordt gebracht en weggevoerd.

Kuifje en Haddock besluiten nu het Peruaanse binnenland in te gaan. Ze nemen een trein, die vervolgens blijkt te zijn gesaboteerd; de wagen waar ze in zitten wordt onderweg losgekoppeld en bovendien is de rem onklaar gemaakt. Ze kunnen nog net op tijd uit de wagen springen voordat die in een ravijn stort. Het is nu wel duidelijk dat Kuifje en Haddock in de gaten worden gehouden, waarschijnlijk wil men verhinderen dat ze Zonnebloem terugvinden.

Kuifje en de kapitein vervolgen hun tocht te voet en komen aan in Jauga. Hier ondervragen ze enkele mensen en gaan naar de politie, maar niemand durft hen informatie te geven. De commissaris zegt dat hij iemand heeft gezien die aan Zonnebloems signalement voldoet, maar ineens trekt hij zijn hele verhaal in als Kuifje vertelt dat Zonnebloem is ontvoerd door de indianen; kennelijk is men hier bang om de ontvoerders te verraden. Nadat Kuifje een jonge straatventer, Zorrino, verdedigt tegen twee mannen die hem mishandelen, schenkt een onbekende indiaan Kuifje als dank een amulet die gevaar op afstand zou houden.

Kuifje en Haddock reizen hierna samen met Zorrino, die het gebied goed kent, door het Andesgebergte op zoek naar een verborgen Incatempel, waar Zonnebloem gevangen zou worden gehouden. Eerst overwinnen ze vele obstakels en gevaren. Ze moeten dwars door een oerwoud, waar ze zich allerlei wilde dieren van het lijf moeten houden. Vervolgens weten ze te ontkomen aan een groep bandieten die hen probeert uit te schakelen en die eerder opdracht hebben gegeven om de trein te saboteren.

Per toeval komen ze bij de verborgen Inca-tempel, waar ze door de indianen worden gevangengenomen. Het blijkt dat deze Inca's inderdaad Zonnebloem gevangen houden; ze willen hem en de andere Europese geleerden straffen omdat zij de oude Inca-heiligdommen hadden opgegraven en meegenomen naar Europa. Onder de indianen is ook Chiquito. Als de Inca's zien dat Kuifje een amulet bij zich draagt, maakt een van de anderen zich bekend als Huascar, de vreemdeling die Kuifje dit ding heeft gegeven. Inmiddels heeft Kuifje de amulet afgestaan aan Zorrino, waarmee die in ieder geval is gered maar wel voor de rest van zijn leven bij de indianen zal moeten blijven. Vervolgens wordt besloten dat Kuifje en Haddock niet meteen zullen sterven, maar binnen dertig dagen verbrand zullen worden in een openbare terechtstelling, samen met Zonnebloem. De dag en het tijdstip mogen ze zelf kiezen.

Kuifje vindt in hun gevangenis een oud krantenartikel dat een zonsverduistering aankondigt en hier maakt hij handig gebruik van om aan de terechtstelling te ontkomen. Op de dag van hun executie doet hij alsof hij de zonnegod kan commanderen. Angstig laten de Inca's Kuifje, Haddock en Zonnebloem vrij. Ze geven hen diverse schatten mee en halen de geleerden uit hun trance. In ruil daarvoor moeten Kuifje en co. beloven dat ze de rest van de wereld nooit iets zullen vertellen over de verborgen Inca-beschaving.

Inmiddels zijn de twee detectives Jansen en Janssen, die aan het begin van het verhaal telefonisch werden opgeroepen, nog steeds op zoek naar Kuifje en Haddock. Ze komen op allerlei plekken in de wereld, maar niet in Zuid-Amerika.

Achtergronden

[bewerken | brontekst bewerken]
Deze foto van de Inca-oppergod Viracocha uit Perou et Bolivie van Charles Wiener uit 1880 werd gebruikt voor de afbeelding van deze godheid aan het begin en aan het eind van het album De Zonnetempel.

De zonnetempel is een direct vervolg op De 7 kristallen bollen, en vormt hiermee in feite één verhaal.

Ter voorbereiding verdiepte Hergé zich in het boek La Civilisation aztèque uit 1934. Hieruit haalde hij vooral de kennis over kleine beelden. Religieuze zaken als de zonnecultus haalde hij uit L'Épouse du soleil, een roman van Gaston Leroux. In het boek Perou et Bolivie van Charles Wiener uit 1880 stonden veel gravures. Het gaf hem de basiskennis over graftekens en Incasteden, het aardewerk dat de Inca's gebruikten, de instrumenten en veel meer. Informatie over de landschappen, woningen en kleding ontleende hij aan twee artikels uit het Geographic Magazine; In the Realm of the Sons of the Sun en The Incas: Empire Builders of the Andes.[1]

Het verhaal is voor een deel uiterst realistisch uitgewerkt, tot in de details. Anderzijds bevat het enkele overduidelijk occulte elementen, met name de manier waarop de geleerden in België aan hun kwalen blijken te zijn gekomen en er uiteindelijk weer van worden genezen. De truc met de zonsverduistering heeft een historisch precedent: Christoffel Columbus bezwoer in 1504 op soortgelijke wijze een opstand van Jamaicanen dankzij een maansverduistering die op een astronomische kalender van de jaren 1475–1506 in een almanak van Abraham Zacuto was aangekondigd. Hergé realiseerde zich overigens zelf dat het niet heel realistisch is dat Inca's met een zonsverduistering om de tuin zouden kunnen worden geleid, aangezien zij de bewegingen van de zon door en door kennen. Ze zouden Kuifjes truc dus in werkelijkheid meteen hebben doorzien.[2] De ontvoering door een condor van Bobbie doet denken aan een soortgelijke ontvoering van Robert Grant in De Kinderen van Kapitein Grant van Jules Verne.[3]

De Belvision-studio heeft in 1969 een tekenfilm van dit verhaal uitgebracht. Ook is dit verhaal opgenomen in de tweede tekenfilmserie uit 1992.

In 2001 kwam er ook een musical op basis van het verhaal uit, Kuifje: De Zonnetempel.

[bewerken | brontekst bewerken]