Drie schuintamboers

Drie schuintamboers is een Nederlands (kinder)liedje, een vertaling van het Franse volksliedje Trois jeunes tambours s'en revenaient de guerre, dat waarschijnlijk terugvoert op de Slag bij Fontenoy van 1745. Jeunes werd in de vertaling kennelijk verhaspeld tot het betekenisloze schuin. Ze waren trommelslagers in het leger, die in dit geval uit het oosten kwamen.

Een van de tamboers had een roos waarmee hij de aandacht van de dochter van de koning trok. Hij wilde haar de roos wel geven, maar wenste dan haar hand als tegenprestatie. De koning ging daar niet mee akkoord omdat hij dacht dat de tamboer niet rijk genoeg was. Dat bleek echter niet te kloppen: de tamboer bezat drie schepen met goud en edelstenen om met zijn meisje te varen. En zijn vader was koning van Engeland. De koning wilde alsnog de hand van zijn dochter geven, maar de tamboer bedankte hem, want in zijn eigen land waren de meisjes veel leuker.

De melodie (fragment):

De opbouw van elk couplet is:

tekst 1, tekst 2,
tekst 1, tekst 2,
Van je rom bom, wat maal ik er om
tekst 2, rom bom

Zo luidt het eerste couplet:

Drie schuintamboers, die kwamen uit het Oosten
Drie schuintamboers, die kwamen uit het Oosten
Van je rom bom, wat maal ik er om
Die kwamen uit het Oosten rom bom
een van die drie zag daar een aardig meisje 2x
zeg meisjelief, mag ik met jou verkeren
zeg jongeman dat moet je vader vragen
zeg ouwe heer, mag ik jouw dochter trouwen
want zij is mij de schoonste aller vrouwen
zeg jongeman, zeg mij wat is jouw rijkdom

Drie schuintamboers kent ten minste vier Nederlandstalige opnamen:

Bij alle vier de versies was sprake van uiteenlopende gebieden waar de ouders van de betreffende tamboer vandaan kwam. Het origineel had Engeland (Angleterre) en dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. In het Nederlands werd dat Bretagne of Brittannië, dan wel Castilië.

Kees Vlak gebruikte daarnaast de melodie in zijn Profiles Symphoniques.

Artiesten die meewerkten aan een show van Wim Sonneveld in 1963

[bewerken | brontekst bewerken]

Een daarvan was de jonge Marco Bakker, die het lied voor zijn rekening nam; deze versie werd meegeperst op de single die de KRO liet uitgeven met op de A-kant Katootje en de B-kant Drie schuintamboers met een Nederlandse vertaling en arrangement door Joop Elders. Hoewel niet zo een succes als Catootje werd het nummer toch ook bekend.

Herman van Veen

[bewerken | brontekst bewerken]
Drie schuintamboers
Single van:
Herman van Veen
Van het album:
Herman van Veen
B-kant(en) Harlekijn lied
Uitgebracht februari 1969
Genre Nederlandse muziek
Label Polydor
Schrijver(s) volksliedje, Herman van Veen
Producent(en) Hans van Baaren
Herman van Veen
1968
Het hondje
  1969
Drie schuintamboers
  1969
Suzanne
(en) MusicBrainz-pagina
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Drie schuintamboers[1] is de tweede single van Herman van Veen. Het is afkomstig van zijn album Herman van Veen.

De A-kant is Drie schuintamboers. Van Veen bewerkte het origineel opnieuw en arrangeerde het voor zijn Harlekijnshow. Hij sluit zijn lied af met het scheldwoord "Eikel". De muziek van de B-kant, het Harlekijn lied, is geschreven door Antonio Caldara. Herman van Veen schreef er een onzintekst bij: "Flubbregabba stobblegabba flibblrigabba stikkiedikkie hops taps nee redeldee".[2][3]

De single haalde de tipparades en hitparades niet.

Drie schuintamboers
Single van:
Fungus
B-kant(en) De Groenelandstraatjes
Uitgebracht 1976
Genre Nederlandse muziek
Label Negram
Producent(en) Roy Beltman
Fungus
1975
De boer ging naar de wei
  1976
Drie schuintamboers
  1976
Het Haags garnalenmeisje
(en) MusicBrainz-pagina
Portaal  Portaalicoon   Muziek

De versie van Fungus[4][5] is geschreven door de bandleden Fred Piek, Koos Pakvis, Louis Debij, Rens van der Zalm en Bob Dekenga. Deze versie werd onvoldoende verkocht om de hitparades te halen.

Voorganger:
S 1302
Bojoura
Frank Mills
Polydor Singles
S 1303
Herman van Veen
Drie schuintamboers
Opvolger:
S 1304
BZN
Everyday I have to cry