Erich Kästner (schrijver)
Erich Kästner (Dresden, 23 februari 1899 – München, 29 juli 1974) was een Duits schrijver, dichter en cabaretier, vooral bekend om kinderboeken als Emil und die Detektive en Die verschwundene Miniatur. Zijn boek Das doppelte Lottchen werd verschillende malen verfilmd, onder andere in de film The Parent Trap uit 1961.
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Kästner groeide op in een huurwoning in de Königsbrücker Straße in de Äußere Neustadt (Dresden). Daar vlakbij, aan de Albertplatz, staat de vroegere villa van zijn oom Franz Augustin, waarin tegenwoordig het Erich-Kästner-Museum is gehuisvest.
In 1919 ging Kästner geschiedenis, filosofie, germanistiek en theaterwetenschappen studeren in Leipzig. In 1927 verhuisde hij naar Berlijn en bleef daar tot het einde van de Weimarrepubliek in 1933. Hij vertrok daarop voor korte tijd naar (het toen Oostenrijkse) Merano en naar Zwitserland, maar keerde spoedig terug naar Berlijn.
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 vestigde Kästner zich in München. Hij bleef daar tot zijn dood in 1974. Hij overleed in het Münchener ziekenhuis Neuperlach en werd op de begraafplaats in München-Bogenhausen bijgezet.
Kästner had een zoon, Thomas (1957), maar was nooit getrouwd.
Prijzen
[bewerken | brontekst bewerken]In 1957 ontving Kästner de Georg-Büchner-Preis. In 1960 kreeg hij voor zijn gehele oeuvre de Hans Christian Andersenprijs toegekend.
Geschiedenisvisie
[bewerken | brontekst bewerken]Voor Kästner lijkt het verleden ‘op een rusteloos spook dat door onze dagen en dromen zwerft en, zoals geesten sinds mensenheugenis plegen te doen, op het moment wacht dat wij het aankijken, aanspreken en aanhoren. Dat wij, ons dood geschrokken, de slaapmuts over onze ogen en oren trekken, helpt niets. Het is de verkeerde methode. Het spook, noch wijzelf zijn erbij gebaat. We kunnen niets anders doen dan hem in zijn ogen kijken en zeggen: “Spreek!” Het verleden moet praten en wij moeten luisteren. Eerder zullen wij en zij geen rust vinden.’[1]
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]- Herz auf Taille, 1928
- Emil und die Detektive, 1928
- Lärm im Spiegel, 1929
- Monolog des Blinden, 1929
- Ein Mann gibt Auskunft, 1930
- Arthur mit dem langen Arm, 1931
- Pünktchen und Anton, 1931
- Fabian, Die Geschichte eines Moralisten, 1931
- Der 35. Mai, 1932
- Das verhexte Telefon, 1932
- Gesang zwischen den Stühlen, 1932
- Die Entwicklung der Menschheit, 1932 (gedicht)
- Das fliegende Klassenzimmer, 1933
- Drei Männer im Schnee, 1934
- Emil und die drei Zwillinge, 1934
- Die verschwundene Miniatur, 1935
- Doktor Erich Kästners lyrische Hausapotheke, 1936
- Der Zauberlehrling, 1936
- Georg und die Zwischenfälle, 1938 (ook bekend als Der kleine Grenzverkehr)
- Münchhausen, 1943 (script voor de UFA-film over de Baron von Münchhausen, onder het pseudoniem Berthold Bürger)
- Bei Durchsicht meiner Bücher, 1946
- Das doppelte Lottchen, 1949
- Die Konferenz der Tiere, 1949
- Das fliegende Klassenzimmer, 1954
- Die dreizehn Monate, 1955
- Die Schule der Diktatoren, 1957
- Als ich ein kleiner Junge war, 1957
- Notabene 45, ein Tagebuch, 1961
- Das Schwein beim Friseur, 1962
- Der kleine Mann, 1963
- Der kleine Mann und die kleine Miss, 1967
- ↑ Erich Kästner vertaald door Jan Bert Kanon. Nota bene ’45. Een dagboek, Atlas, Antwerpen, 2008, p. 11.