FM-omroep

De FM-omroep verzorgt radio-uitzendingen waarbij frequentiemodulatie (FM) gebruikt wordt. Door de toepassing van FM was het mogelijk grotere bandbreedten te gebruiken en zo hifi-geluid te leveren. Ook kan met FM een betere storingsonderdrukking verkregen worden.

Gebruikte frequentiebanden

[bewerken | brontekst bewerken]

De frequentieband die voor FM-omroep gebruikt wordt, varieert over de wereld, maar valt wel altijd binnen het VHF-bereik. De voor FM-omroep beschikbare frequenties zijn bepaald op een aantal ITU-conferenties. Een mijlpaal daarbij was de Stockholm-overeenkomst in 1961 tussen 38 landen. Wereldwijd vinden nagenoeg alle uitzendingen plaats in Band II, de zogenaamde FM-band. Dit is de frequentieband van 87,50 tot 108,00 MHz. De kanaalafstand, en daarmee de bandbreedte van het kanaal, is 20 kHz.

Uitzonderingen zijn onder andere:

  • Voor 1945 gebruikte men in de Verenigde Staten een andere FM-band, ook wel 'Pre War FM' genoemd. De frequenties lagen tussen de 42,00 en 50,00 MHz. Kort na de Tweede Wereldoorlog is er besloten om de huidige FM-frequenties te gaan gebruiken.
  • In de Verenigde Staten wordt uitgezonden tussen 87,80 en 108,00 MHz, een iets kleinere band dus.
  • In Japan wordt in plaats van de FM-band de frequentieband van 76,00 tot 90,00 MHz gebruikt, met een kanaalafstand van 100 kHz.
  • In Rusland en sommige voormalige Oostbloklanden gebruikt men de OIRT-FM-band. De frequenties liggen tussen 65,00 tot 74,00 MHz met een kanaalafstand van 30 kHz. Reden daarvoor was om ontvangst van Westerse zenders te bemoeilijken. De meeste landen hebben de OIRT-FM-band afgeschaft en gebruiken dezelfde FM-band als het westen (87,50 tot 108,00 MHz).

De frequentie van een FM-zendstation is meestal een exact veelvoud van 100 kHz. In het grootste deel van Amerika en het Caribische gebied, worden alleen de oneven veelvouden gebruikt. In sommige delen van Europa, Groenland en Afrika worden alleen de even veelvouden gebruikt. In Italië worden "half-kanaals" veelvouden van 50 kHz gebruikt. Hiernaast zijn er in bepaalde landen diverse andere, minder gebruikelijke, standaarden, onder andere veelvouden van 1, 10, 30, 74 en 300 kHz.

Technische karakteristieken

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1961 heeft de FCC een standaard voor stereo-FM aangenomen.

Omdat mono-radio-ontvangers ook de stereo-uitzendingen goed moesten kunnen ontvangen, is het volgende schema aangenomen: het linker (L) en rechter (R) kanaal werden opgeteld tot de som M = L + R/2 en van elkaar afgetrokken tot het verschil S = LR/2 en op een 38 kHz-signaal gemoduleerd bij het signaal gevoegd. Een mono-ontvanger gebruikt alleen het M-signaal. Een stereo-ontvanger haalt met behulp van een stereodecoder de L- en R-kanalen uit: L = M+S en R = MS. Om dit decoderen mogelijk te maken wordt nog een 19 kHz-piloottoon (de halve modulatiefrequentie) bij het signaal gevoegd. Hiermee kan de 38 kHz-draaggolf van het S-signaal gereconstrueerd worden. In de ontvanger wordt alles boven de 15 kHz uit het weer te geven signaal gefilterd. Doordat storingen bij een grotere bandbreedte meer doorgelaten worden, is stereo-ontvangst gevoeliger voor ruis.

Aan FM-uitzendingen kan digitale informatie meegeleverd worden in het RDS-signaal. RDS levert 1187,5 bits per seconde, en is daarmee alleen geschikt voor tekst.

In sommige landen zijn kleine zenders toegestaan die het signaal van bijvoorbeeld een mp3-speler of draadloze microfoon uitzenden, zodat deze op een FM-radio te horen is.

Kanaalindeling

[bewerken | brontekst bewerken]

De FM-band is ook onderverdeeld in kanaalnummers. In de onderstaande tabel is de draaggolffrequentie (middenfrequentie) gekoppeld aan een kanaalnummer. Elk kanaalnummer komt overeen met een frequentie die een veelvoud is van 300 kHz. Op oude radio's worden deze kanaalnummers vaak op de afstemschaal vermeld. Kanaalnummers worden nauwelijks meer toegepast, in plaats daarvan wordt de frequentie (in MHz) gepubliceerd. Een zender heeft niet altijd een frequentie meer die een veelvoud is van 300 kHz.

kanaal frequentie   kanaal frequentie   kanaal frequentie   kanaal frequentie
1 87,5 MHz 19 92,7 MHz 37 98,1 MHz 55 103,5 MHz
2 87,6 MHz 20 93,0 MHz 38 98,4 MHz 56 103,8 MHz
3 87,9 MHz 21 93,3 MHz 39 98,7 MHz 57 104,1 MHz
4 88,2 MHz 22 93,6 MHz 40 99,0 MHz 58 104,4 MHz
5 88,5 MHz 23 93,9 MHz 41 99,3 MHz 59 104,7 MHz
6 88,8 MHz 24 94,2 MHz 42 99,6 MHz 60 105,0 MHz
7 89,1 MHz 25 94,5 MHz 43 99,9 MHz 61 105,3 MHz
8 89,4 MHz 26 94,8 MHz 44 100,2 MHz 62 105,6 MHz
9 89,7 MHz 27 95,1 MHz 45 100,5 MHz 63 105,9 MHz
10 90,0 MHz 28 95,4 MHz 46 100,8 MHz 64 106,2 MHz
11 90,3 MHz 29 95,7 MHz 47 101,1 MHz 65 106,5 MHz
12 90,6 MHz 30 96,0 MHz 48 101,4 MHz 66 106,8 MHz
13 90,9 MHz 31 96,3 MHz 49 101,7 MHz 67 107,1 MHz
14 91,2 MHz 32 96,6 MHz 50 102,0 MHz 68 107,4 MHz
15 91,5 MHz 33 96,9 MHz 51 102,3 MHz 69 107,7 MHz
16 91,8 MHz 34 97,2 MHz 52 102,6 MHz 70 108,0 MHz
17 92,1 MHz 35 97,5 MHz 53 102,9 MHz
18 92,4 MHz 36 97,8 MHz 54 103,2 MHz

Het is de bedoeling dat in de toekomst de FM-band in Nederland wordt vervangen door DAB+. De landelijke publieke radiozenders van de NPO, regionale en landelijke commerciële radiozenders, zenden hun programma's ook al gelijktijdig uit via FM en DAB+.

In juli 2023 heeft de Rijksoverheid een veiling gehouden voor de herverdeling van de landelijke commerciële FM ether frequenties. Voor de landelijke FM frequenties van de publieke radiozenders van de NPO verandert er niets. De herverdeling van deze frequenties is ingegaan per 1 september 2023 met een looptijd van 12 jaar.

Een realistische termijn voor afschakeling van FM lag grofweg in de periode tussen 2027 en 2032.[1]

Door de herverdeling van de landelijke commerciële FM frequenties en volgens een recent onderzoek van Audify (de marketingorganisatie van de landelijke publieke en commerciële radiozenders) in juli 2023, luistert nog maar 13 procent naar de radio via DAB+, tegenover 35 procent via de FM. De verwachting is dat ook ná 2035 de FM nog het meest in gebruik is.

In België is DAB+ sedert 2019 volledig in de praktijk gebracht voor de publieke omroep en de grote commerciële landelijke radiozenders, naast hun FM-kanalen, maar lokale radiostations steunen wél nog uitsluitend op FM.[2][3]

In België (Vlaanderen) is het luistervolume via digitale radio-uitzendingen tussen 2018 en 2021 gestegen van 21 naar 41%. De mediaregelgeving bepaalt dat er bij een digitaal luisterbereik van 50% een afschakeldatum voor de FM-frequentieband wordt vastgelegd. Voor de landelijke FM-frequenties zal in 2027 beslist worden of er kán worden afgeschakeld op 1 januari 2028, anders schuift de afschakeldatum op naar 2031.[4]

  • Naar analogie van de lange golf, korte golf en middengolf, waarop AM-zenders te horen zijn, wordt de FM-band ook wel ultrakorte golf genoemd. Op Duitse radio's wordt dit aangegeven met UKW (Ultrakurzwelle). De Engelse afkorting luidt VHF (very high frequency, 'zeer hoge frequentie'). In het dagelijks spraakgebruik wordt altijd gesproken over FM.
  • Een aantal radiostations hanteren de letters FM in de naam om commerciële redenen, bijvoorbeeld NPO 3FM, hoewel deze stations langs andere wegen ontvangen kunnen worden (zoals digitale radio).