Ferdinand II van Aragon

Ferdinand II van Aragón
1452 - 1516
Ferdinand II van Aragon
Koning van Aragón
Koning van Sicilië
Koning van Sardinië
Periode 1479 - 1516
Voorganger Johan II
Opvolger Karel I / II / I
Heerser van de Kroon van Castilië (iure uxoris; met Isabella als co-heerser)
Periode 1474 - 1504
Regent van de koningin van Castilië
Periode ca. 1508 - 1516
Opvolger Karel I
Koning van Napels
Periode 1500 - 1516
Voorganger Federik I
Opvolger Karel IV
Vader Johan II van Aragón
Moeder Johanna Enríquez

Wapen van Ferdinand vanaf 1513

Ferdinand II (Sos, 10 maart 1452 - Madrigalejo, 23 januari 1516) was koning van Aragon van 1479 tot 1516 en na het huwelijk met Isabella van Castilië, mede-heerser over Castilië van 1474 tot 1504 (als Ferdinand V), koning van Napels (als Ferdinand III), van 1500 tot 1516 en sinds 1471 koning van Sicilië. Hij was de zoon van Johan II van Aragon en Johanna Enríquez.

Ferdinand wordt ook wel Ferdinand de Katholieke genoemd, in het Spaans: Fernando el Católico. In 1469 huwde hij Isabella van Castilië, halfzuster en erfgename van koning Hendrik IV van Castilië. Ferdinand en Isabella gingen de geschiedenis in als de Katholieke Koningen, in welke omschrijving het woord katholiek de betekenis heeft van ‘algemeen’.[bron?] Het huwelijk leidde op termijn tot de eenwording van Spanje. Ferdinand en Isabella werden in 1474 koning en koningin van Castilië. Isabella regeerde suo jure (met haar eigen recht) en Ferdinand II regeerde iure uxoris (via het recht van zijn vrouw). In 1479 werd Ferdinand bij het overlijden van zijn vader door erfopvolging tevens koning van Aragon, waarover Isabella meeregeerde.

Het woord 'España' (Spanje) begon men te gebruiken voor het geheel van de twee koninkrijken. Het woord is afgeleid van de Latijnse naam 'Hispania', dat de Romeinse overheersers voor het Iberische Schiereiland gebruikten.

Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren:

Het bestuursbeleid van Ferdinand en Isabella werd gekenmerkt door de versteviging van het koninklijk gezag binnen het rijk. Met maatregelen als het verbod op privéoorlogen en de voorrang voor de koninklijke rechtspraak, onderwierpen ze de feodale heren aan hun gezag. Onder leiding van Ferdinand werd met militair geweld het koninkrijk Napels veroverd, dat via de toendertijd gangbare zeeroutes relatief dichtbij lag. Ferdinand voltooide de reconquista door de verovering van het koninkrijk Granada op de Moren aan het einde van de Oorlog van Granada in 1492. Ten slotte legde hij ook nog de macht van de cortes, de Spaanse hofraad, aan banden.

De koloniale expansie in Amerika kwam vooral tot stand op initiatief van Isabella, het begin van het ontstaan van het grote Spaanse Rijk.[bron?]

Op godsdienstig terrein wakkerde Ferdinand de sociale wrok en de religieuze haat tegen de joden en Moren aan om de nationale eenheid te bevorderen. De Inquisitie richtte zich eerst tegen de joden (1478), die in 1492 werden verdreven, en daarna tegen de niet-bekeerde Moren, die in 1502 uit Castilië werden verbannen.

Na de dood van koningin Isabella (1504) verloor Ferdinand zijn status als co-monarch in Castilië. Zijn dochter Johanna werd suo jure (met haar eigen recht) de nieuwe koningin en haar echtgenoot Filips de Schone werd iure uxoris (via het recht van zijn vrouw) de nieuwe koning. Ferdinand accepteerde hun opvolging echter niet. Het echtpaar, dat in de Nederlanden woonde, reisde af naar Castilië. Daar overleed Filips vijf maanden later.

In 1506 huwde Ferdinand met Germaine van Foix als onderdeel van een verdrag met Frankrijk. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Op 30 juli 1507 ontmoetten Ferdinand en en zijn dochter Johanna elkaar in Hornillos, Castilië. Ferdinand dwong Johanna vervolgens de macht over Castilië aan hemzelf te geven. Uiteindelijk werd Johanna gek verklaard en in 1509 opgesloten in een klooster in Tordesillas. Ferdinand bleef als regent over Castilië regeren tot zijn dood in 1516. Hiermee waren Castilië en Aragon definitief verenigd.

In 1512 veroverde Ferdinand met hulp van de Beaumonteses het koninkrijk Navarra.

Ferdinand werd na zijn dood samen met Isabella bijgezet in een praalgraf in de koninklijke kapel naast de kathedraal van Granada.

Kwartierstaat (voorouders)

[bewerken | brontekst bewerken]


Johan I van Castilië
(1358-1390)

Eleonora van Aragón
(1358-1382)
 

Sancho van Castilië
(1342-1374)

Beatrix van Alburquerque
(1347—1381)
 

Alonso Enríquez
(1354-1429)

Juana de Mendoza y de Orozco
(ca. 1352/1360-1431)
 

Diego Fernández de Córdoba y Carrillo

Inés Ayala y Toledo
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Ferdinand I van Aragon
(1380-1416)
 
 
 

Eleonora Urraca van Castilië
(1374-1435)
 
 
 
 
 

Fadrique Enríquez
(1390-1473)
 
 
 

Mariana Fernández
de Córdoba y Ayala
(1394-1431)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Johan II van Aragón
(1398-1479)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Johanna Enríquez
(1425-1468)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Ferdinand II van Aragon
(1452-1516)
 
 
 

Johanna van Aragón
(1454-1517)