Fusillade

De fusillade van Maximiliaan van Mexico, in 1867, geschilderd door Édouard Manet

Een fusillade is het voltrekken van de doodstraf waarbij de uitvoering geschiedt met een vuurwapen.[1] De methode is vooral bekend uit oorlogstijden, onder meer als straf voor spionnen.

Een vuurpeloton is een groep mensen (meestal aangewezen soldaten) die tegelijkertijd op commando op een ter dood veroordeelde schieten om die te doden.

Soms wordt een van de geweren, die worden uitgedeeld, met een patroon zonder kogel geladen.[bron?] Dit heeft zowel een juridische als een psychologische reden. Juridisch is het moeilijk een lid van een vuurpeloton te vervolgen omdat dit lid zich kan verweren met het feit dat misschien juist hij met de losse flodder heeft geschoten. Een psychologische reden is dat het zo gemakkelijker zou zijn voor een lid van het vuurpeloton om naderhand te geloven dat hij niet het dodelijk schot heeft afgevuurd.

Een ervaren schutter kan het verschil voelen tussen de terugslag van een echte kogel en een oefenpatroon, maar in de praktijk blijkt dat er een sterke psychologische druk is om geen aandacht te besteden aan de terugslag. Veel leden van een vuurpeloton blijken bovendien naderhand de terugslag als niet krachtig te hebben ervaren.[bron?]

Fusillade in verschillende landen

[bewerken | brontekst bewerken]
Monument in Zwolle ter nagedachtenis aan gefusilleerde verzetsmensen

De zaak Chris Meijer was in Nederland een geval waarin een persoon voor het vuurpeloton belandde met als aanklacht desertie. Nederland legde na de Tweede Wereldoorlog 154 personen een doodstraf op. Hiervan werden 39 straffen daadwerkelijk voltrokken, de laatste in 1952. Sinds 1983 kan in Nederland geen doodstraf meer worden opgelegd; in de Grondwet werd dat toen bepaald.[2]

In de Tweede Wereldoorlog fusilleerde de Duitse bezettingsmacht in Nederland mensen van het verzet, onder andere op de Waalsdorpervlakte, 's-Gravenhage, in Kamp Amersfoort te Leusden, Snipperling (Twentol-drama) in Deventer, het Witterveld bij Assen, Overveen, Fusilladeplaats Vught en op het Weteringplantsoen in Amsterdam. Ook werden talloze burgers gefusilleerd als represaille voor verzetsdaden. Er zijn toen vermoedelijk meer dan 3000 Nederlanders gefusilleerd.

Na de Tweede Wereldoorlog werden in Nederlands-Indië door Nederlandse militairen zoals Westerling en Vermeulen duizenden standrechtelijke executies uitgevoerd op terreurzaaiende bendes, guerrillastrijders en de burgerbevolking. Het optreden in de later zogenoemde Zuid-Celebes-affaire is daarvan het bekendste.

Verenigde Staten

[bewerken | brontekst bewerken]

In de Amerikaanse staten Oklahoma, Utah en South Carolina maakt men nog gebruik van het vuurpeloton. In Utah kan de keuze bewust gemaakt worden, in Oklahoma is dat echter alleen een optie als andere executiemiddelen niet blijken te werken. De eerste executie na de opschorting van de doodstraf tussen 1967 en 1976 vond plaats in Utah. Op 17 januari 1977 beschoten vijf mensen de terdoodveroordeelde Gary Gilmore terwijl deze op zes meter afstand zat vastgebonden op een stoel. Sinds deze executie is het vuurpeloton in Utah nog tweemaal ingezet. De ter dood veroordeelde Ronnie Lee Gardner heeft in 2010 zelf de keuze gemaakt om gedood te worden door een vuurpeloton.

Andere landen

[bewerken | brontekst bewerken]

Ook in andere landen wordt of werd het fusilleren van veroordeelden regelmatig toegepast. In sommige landen (vooral in Zuidoost-Azië) wordt een veroordeelde doodgeschoten met behulp van een machinegeweer. In China worden veel doodvonnissen voltrokken door een enkel schot in het achterhoofd.

Enkele personen die zijn gefusilleerd

[bewerken | brontekst bewerken]

Verzetsstrijders tijdens de Duitse bezetting

[bewerken | brontekst bewerken]

Oorlogsmisdadigers na de bezetting

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Firing squad van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.