George Szell
George Szell | ||
---|---|---|
George Szell | ||
Algemene informatie | ||
Land | Hongarije, Verenigde Staten van Amerika, Duitsland | |
Geboortedatum | 7 juni 1897 | |
Geboorteplaats | Boedapest | |
Overlijdensdatum | 30 juli 1970 | |
Overlijdensplaats | Cleveland | |
Doodsoorzaak | multipel myeloom | |
Begraafplaats | Arlington Memorial Park | |
Wijze van overlijden | natuurlijke dood | |
Werk | ||
Beroep | dirigent, klassiek pianist, componist, academisch docent | |
Werkgever(s) | The New School, Hochschule für Musik „Hanns Eisler“ | |
Functies | professor | |
Actieve periode | 1913 - | |
Studie | ||
School/ | Universiteit van Muziek en Podiumkunsten | |
Leerling van | Richard Robert | |
Kunst | ||
Muziekinstrument | piano | |
Genre | klassieke muziek | |
Platenlabel | Epic Records, HMV Group | |
Persoonlijk | ||
Talen | Duits | |
Diversen | ||
Lid van | American Academy of Arts and Sciences | |
Prijzen en onderscheidingen | Grote Kruis van Verdienste van de Orde van Verdienste van de Bondsrepubliek Duitsland, Orde van het Britse Rijk (1963) | |
De informatie in deze infobox is afkomstig van Wikidata. U kunt die informatie bewerken. |
Georg Szell, of György Széll (Boedapest, 7 juni 1897 – Cleveland, 30 juli 1970) was een Amerikaans dirigent en componist van Hongaarse afkomst. Hij is vooral bekend geworden door zijn opnamen van Haydn, Beethoven, Schumann, Mozart, Brahms en Dvořák.
Leven en werk
[bewerken | brontekst bewerken]Hoewel geboren in Boedapest, groeide Szell op in Wenen. Hij studeerde bij Eusebius Mandyczewski, Max Reger en anderen. Samen met Rudolf Serkin studeerde hij eerst piano bij Richard Robert. Szell en Serkin werden vrienden voor het leven en werkten muzikaal veel samen.
Op elfjarige leeftijd toerde Szell door Europa als pianist en componist. Hij debuteerde toen in Londen, waar de kranten hem "de nieuwe Mozart" noemden.
Toen Szell 14 jaar was, tekende hij een exclusief componistencontract bij uitgeverij Universal Edition in Wenen. Szells composities zijn echter nooit bekend geworden. Naast het schrijven van origineel werk arrangeerde hij ook Bedřich Smetana's Strijkkwartet nr.1 (getiteld Uit mijn leven) voor orkest.
Hoewel Szell aanvankelijk veelal als pianist optrad, verlegde hij sinds 1917 zijn werkzaamheden meer naar het dirigentenvak. Hij begon zijn dirigeerloopbaan bij de opera in Straatsburg, werkte daarna in onder meer Praag en Berlijn, waar hij als protegé van toenmalig directeur Richard Strauss werd omarmd. Bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog emigreerde hij in 1940 naar de Verenigde Staten. Van 1946 tot zijn dood in 1970 was hij dirigent van het Cleveland Orchestra. Hij gold als een zeer veeleisende dirigent en wist het orkest op te werken tot de toenmalige Big Five van de Verenigde Staten. In de periode van 1947 tot 1967 stond hij ook regelmatig voor het Concertgebouworkest in Amsterdam en van 1958 tot 1961 had hij daar een vaste aanstelling. Hij toonde zich echter niet gelukkig met het gebrek aan discipline dat hij bij de orkestleden constateerde.[1]
Discografie
[bewerken | brontekst bewerken]De meeste van de opnamen van Szell zijn gemaakt met het Cleveland Orchestra op het label Epic/Columbia Masterworks/CBS Masterworks (nu onderdeel van Sony Classical). Hij nam ook op met het New York Philharmonic. Er zijn enige mono-opnamen geremasterd.
Hieronder een selectie van de meer bekende opnamen (alle met het Cleveland Orchestra voor het Sonylabel, tenzij anders aangegeven).
- Concert voor Orkest (1965)
- Pianoconcert nr.1; Rudolf Serkin (piano) / Columbia Symphony Orchestra (1962)
- De 9 symfonieën (1957-64)
- De pianoconcerten; Leon Fleisher (piano) (1959-61)
- De pianoconcerten; Emil Gilels (piano) (1968, EMI)
- Missa Solemnis (1967, Cleveland Orchestra)
- De 4 symfonieën (1964-67)
- Pianoconcerten; Leon Fleisher (piano) (1958 & 1962)
- Pianoconcerten; Rudolf Serkin (piano) (1968 & 1966)
- Vioolconcert; David Oistrach (viool) (1969, EMI)
- Concert voor viool en cello; David Oistrach (viool), Mstislav Rostropovitsj (cello) (1969, EMI)
- Symfonie nr. 3 (1966)
- Symfonie nr. 8 (1969)
- Symfonieën nrs. 7-9 (1958-60)
- Slavische Dansen (1962-65)
- Celloconcert; Pablo Casals (cello) / Tsjechisch Filharmonisch Orkest
(1937, HMV) - Celloconcert; Pierre Fournier (cello) / Berliner Philharmoniker
(1962, DG)
- Symfonieën nrs. 92-99 (1957-69)
- Háry János Suite (1969)
- Symfonie nr. 4; Judith Raskin (sopraan) (1965)
- Symfonie nr. 6 (Live, 1967)
- Symfonie nr. 9 (Live, 1968, Memories)
- Symfonie nr. 10 (Mahler) (alleen het Adagio en Purgatorio) (1958 resp. 1967 Fontana)
- Des Knaben Wunderhorn; Elisabeth Schwarzkopf (sopraan), Dietrich Fischer-Dieskau (bariton) / London Symphony Orchestra (1968, EMI)
- Symfonie nr. 4 (1962)
- A Midsummer Night's Dream, ouverture en toneelmuziek (1967)
- Symfonieën nrs. 35, 39-41 (1960-63)
- Eine kleine Nachtmusik (Serenade K. 525) (1968)
- Pianoconcerten; Robert Casadesus (piano) (1955-68)
- Pianokwartetten nrs. 1-2; Budapest String Quartet, Szell (piano) (1946)
- Vioolsonates, K. 301 & 296; Raphael Druian (viool), Szell (piano) (1967)
- Schilderijententoonstelling (1963)
- Symfonie nr. 5 (1959)
- Pianoconcerten nrs. 1 & 3; Gary Graffman (piano) (1966)
- Symfonie nr. 8 "Onvoltooide" (1957)
- Symfonie nr. 9 "De Grote" (1957)
- De 4 symfonieën (1958-60)
- Symfonie nr. 2; Concertgebouworkest (1964, Philips)
- Symfonie nr. 2 (1970) – dit was Szells laatste opname
- De Moldau (1963)
- Prodaná nevěsta (1961)
- Don Juan (1957)
- Don Quixote; Pierre Fournier (cello), Abraham Skernick (altviool) (1960)
- Till Eulenspiegels lustige Streiche (1957)
- Tod und Verklärung (1957)
- Vier letzte Lieder; Elisabeth Schwarzkopf (S) / Radio-Symfonie-Orchester Berlin (1965, EMI)
- L'Oiseau de feu Suite (versie uit 1919) (1961)
- Symfonie nr. 4; London Symphony Orchestra (1962, Decca)
- Symfonie nr. 5 (1959)
- Orkestmuziek uit Der Ring des Nibelungen, Die Meistersinger, Tristan und Isolde (1962-68)
- Tannhäuser; Alexander Kipnis, Helen Traubel, Lauritz Melchior, Herbert Janssen, John Garris, Emery Darcy. Metropolitan Opera Orchestra / Metropolitan Opera Chorus (Live, 1942, Music & Arts)
- Symfonie nr. 2 "Liverpool" (1961)
- Partita voor Orkest (1959)
- Variaties op een thema van Hindemith (1964)[2][3]
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- Charry, Michael (2011). George Szell: A Life of Music. University of Illinois Press, Champaign, IL. ISBN 978-0-252-03616-3.
- Rosenberg, Donald (2000). The Cleveland Orchestra Story: Second to None. Grey & Company Publishers, Cleveland, Ohio. ISBN 1-886228-24-8.
- ↑ H.J. van Royen (red.): Historie en kroniek van het Concertgebouw en het Concertgebouworkest. Zutphen, 1988. Deel II: 1945 - 1988. ISBN 906011 575 9
- ↑ Bron: Discografie en delen van deze biografie overgenomen van de Engelse Wikipedia
- ↑ Bron:Gerrit Slagmolen - Muzieklexicon - 1974 Bruna Zwarte Beertjes Pocket 1368, ISBN 90 229 1368 6