Gwijde II van Dampierre

Gwijde II van Dampierre
circa 1140 - 18 januari 1216[1]
Wapenschild van Gwijde II van Dampierre.
Wapenschild van Gwijde II van Dampierre.
Heer van Dampierre
Periode circa 1173 - 1216
Voorganger Willem I van Dampierre
Opvolger Willem II van Dampierre
Vader Willem I van Dampierre
Moeder Ermengarde van Mouchy
Dynastie Huis Dampierre
Partner Mathilde I van Bourbon

Gwijde (Guy) II van Dampierre (circa 1140 - 18 januari 1216[1]) was constable van het graafschap Champagne, heer van Dampierre, Bourbon en Montluçon. Hij was de enige zoon van Willem I van Dampierre, heer van Dampierre, en Ermengarde van Mouchy.

Hij had als apanage de heerlijkheden Moëslains en Dampierre en werd heer van Saint-Dizier en Saint-Just, alsook constable van het graafschap Champagne na de dood van zijn vader omstreeks 1173.

Gwijde II nam aan de Derde Kruistocht deel en bereikte als lid van een verkenningsgroep in de herfst van 1189 het beleg van Akko.[2] In het Heilige Land werd hij in 1191 tot de aanhangers (familiares) van Koenraad van Montferrat gerekend.[3]

In 1212 kreeg hij van koning Filips II Augustus de opdracht om graaf Guido II van Auvergne te onderwerpen, een opdracht die hij met de verovering van de burcht Tournoël in december 1213 succesvol kon afsluiten. In 1214 droeg hij in de slag bij Bouvines in belangrijke mate bij aan de Franse zege.

Hij trouwde in 1196 met Mathilde, vrouwe van Bourbon, dochter van Archimbald van Bourbon, heer van Bourbon, en Adelheid van Bourgondië. Door dit huwelijk kwam de heerlijkheid Bourbon toe aan het Huis Dampierre. Hun kinderen waren:[4]

Voorouders van Gwijde II van Dampierre (1140–1216)
Overgrootouders Theobald II van Dampierre (-)

Isabella van Monthléry (-)
Andreas van Baudémont (-)

? (-)
? (-)

? (-)
? (-)

? (-)
Grootouders Gwijde I van Dampierre (1105-1151)

Helvida (1110-1165)
Itier IV van Toucy (-)

? (-)
Ouders Willem I van Dampierre
(1130-1161)

Ermengarde van Toucy
(?-?)
  1. a b Alberik van Trois-Fontaines, Chronica s.a. 1216 (= L. Weiland (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores XXIII, Hannover, 1874, p. 904), Troyes Necrologies, 2 Obituaire de Saint-Etienne, p. 215).
  2. Itinerarium peregrinorum et gesta regis Ricardi I 31 (= W. Stubbs (ed.), Chronicles and Memorials of the Reign of Richard I, I, Londen, 1864, p. 74).
  3. Benedictus van Peterborough - Roger van Hoveden, Gesta regis Henrici secundi s.a. 1191 (= W. Stubbs (ed.), Gesta regis Henrici secundi benedicti abbatis: the chronicle of the reigns of Henry II and Richard I, A. D. 1169-1192, II, Londen, 1867, p. 187).
  4. Alberik van Trois-Fontaines, Chronica s.a. 1216 (= L. Weiland (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores XXIII, Hannover, 1874, pp. 904-905).