Hans Kuiper

Hans Kuiper (rechts) tijdens het congres in 1968 van Unitas Malacologica Europaea (nu Unitas Malacologica) in Wenen, Oostenrijk

Johannes Gijsbertus Jacobus (Hans) Kuiper (Vries, 3 september 1914 - Baarn, 7 juli 2011) was een Nederlands malacoloog.

Kuiper bracht zijn jeugd tot zijn zevende jaar door in Nederlands-Indië en volgde na een periode in een internaat een middelbareschoolopleiding aan het Stedelijk Gymnasium te Utrecht. Na de Tweede Wereldoorlog werkte hij als diplomaat in Bern, Bonn en Parijs. Hij verbleef 56 jaar in Parijs en werkte als adjunct-directeur bij het Institut Néerlandais en daarna bij de Nederlandse ambassade als directeur van de voorlichtingsdienst. Hij publiceerde veel over malacologie en daarnaast een kinderboek. Kuiper was Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Vanaf zijn jeugd was Kuiper geboeid door de malacologie. Hij had zich gespecialiseerd in de pisidiums, kleine zoetwatermosselen, en heeft die meer dan zestig jaar bestudeerd. Als amateur en autodidact ontwikkelde Kuiper zich tot een wereldbekend deskundige op het gebied van deze groep van weekdieren. Omdat pisidiumsoorten als moeilijk op naam te brengen bekendstaan, kreeg hij vanuit de hele wereld materiaal toegestuurd met het verzoek dit te determineren. Naast de opbrengst van verzamelreizen vormde dit toegestuurde materiaal de basis voor zijn publicaties.

Pisidium subtruncatum, Lijntekening van Hans Kuiper

Er verschenen ruim 300 publicaties van zijn hand. Meestal over Pisidium, echter ook over andere zoetwater- en landmollusken. Zijn pisidiumpublicaties gingen vergezeld van uiterst secure minitekeningetjes die in veel literatuur over dit onderwerp terugkeren. Behalve over taxonomische, ecologische en biogeografische onderwerpen schreef hij ook veel over de historie van het malacologisch onderzoek in Nederland en andere Europese landen. Bijzonder is dat hij meer dan zeventig jaar handgeschreven wetenschappelijke dagboeken bijhield. Hij schonk zijn grote collectie schelpdieren aan het Zoölogisch Museum te Amsterdam. De collectie werd later overgebracht naar het Natuur Historisch Museum (Naturalis) te Leiden. De bedoeling is de dagboeken hieraan toe te voegen.

In 1984 ontving hij als 'gedreven amateuronderzoeker' in verband met zijn wetenschappelijke benadering van pisidiums een eredoctoraat in de natuurwetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Hij was - als een van de oudste leden - erelid van de Nederlandse Malacologische Vereniging en stond aan de wieg van Unitas Malacologica. In het jaar 1988 ontving hij een felicitatie die was gefrankeerd met een op het oog door de Franse posterijen uitgegeven zegel met zijn portret en de tekst '50 ans de Pisidiologie'. Van die zegel bestaat echter slechts één exemplaar, dat door een bevriend graficus was getekend.

Beschreven soorten en eponiemen

[bewerken | brontekst bewerken]

Kuiper beschreef de volgende nieuwe soorten en andere taxa:

Jaar Taxon
1942 Pisidium milium Held var. pulchelloides
1947 Pisidium favrei [= Pisidium pseudosphaerium Schlesch]
1952 Pisidium georgeanum [= Pisidium ovampicum Ancey]
1953 Pisidium edouardi
1953 Pisidium paulianum [= Pisidium johnsoni Smith]
1953 Pisidium betafoense
1954 Byssanodonta degorteri
1956 Pisidium viridarium
1957 Pisidium lepus [= Pisidium pirothi Jickeli]
1960 Pisidium artifex
1962 Pisidium dancei
1962 Afropisidium n. subgen.
1962 Odhneripisidium n. subgen.
1964 Pisidium harrisoni
1965 Micranodonta n. gen.
1965 Micranodonta regii
1966 Pisidium armillatum
Jaar Taxon
1966 Pisidium incomitatum [= Sphaerium incomitatum (Kuiper)]
1966 Parapisidium n. subgen.
1966 Pisidium (Parapisidium) reticulatum
1968 Pisidium (Odhneripisidium) novobritanniae
1972 Pisidium lilljeborgii Clessin forma constricta
1974 Pisidium prasongi Kuiper in Brandt
1975 Pisidium hinzi
1975 Pisidium waldeni
1977 Pisidium supinum Schmidt forma reducta
1983 Pisidium fultoni
1983 Pisidium hallae
1983 Pisidium (Afropisidium) aslini
1983 Sphaerium kendricki
1983 Sphaerium forbesi (Philippi) forma excessiva
1984 Pisidium meierbrooki
1984 Pisidium maasseni

Andere malacologen vernoemden de volgende soorten naar Kuiper (eponiemen):

  • Paramastus kuiperi Zilch, 1960
  • Kuiperia Schlickum, 1962
  • Limnopappia kuiperi Schlickum, 1962
  • Oestophora kuiperi Gasull, 1966
  • Pisidium kuiperi Dance, 1967
  • Dosinia kuiperi E.Fischer, 1967
  • Galileja kuiperi Starabogatow & Streletzkaja, 1967
  • Paludinella kuiperi Brandt, 1974
  • Cingula kuiperi Verduin, 1984
  • Pisidium miokuiperi Schütt & Kavusan, 1984.
  • Sitala kuiperi Fischer-Piette, C. Blanc, F. Blanc & Salvat, 1994
  • Odostomia kuiperi Van Aartsen, Gittenberger & Goud, 1998
[bewerken | brontekst bewerken]