Hans-mijn-egel

Hans-mijn-egel
Auteur gebroeders Grimm
Originele titel Hans mein Igel
Origineel gebundeld in Kinder- und Hausmärchen
Uitgiftedatum 1812
Land Duitsland
Genre sprookje
Portaal  Portaalicoon   Literatuur
Een egel
Een doedelzak
Een haan

Hans-mijn-egel is een sprookje dat werd genoteerd door de gebroeders Grimm voor Kinder- und Hausmärchen met volgnummer KHM108. De oorspronkelijke naam is Hans mein Igel.

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Een rijke boer en zijn vrouw zijn kinderloos en worden bespot. Hij wil een kind, al is het een egel, en na een tijdje bevalt zijn vrouw. Het is vanboven een egel en vanonder een kind en ze laten hem dopen als Hans-mijn-egel. De pastoor zegt dat de jongen niet in een normaal bed kan met zijn stekels en achter de kachel wordt stro gelegd. Met zijn stekels kan hij niet bij zijn moeder drinken en hij ligt acht jaar achter de kachel en zijn vader hoopt dat hij sterft. De boer gaat naar de markt en Hans-mijn-egel wil een doedelzak. Dan wil Hans-mijn-egel dat zijn vader een haan laat beslaan bij de smid en hij zal hem dan niet langer tot last zijn. Hans-mijn-egel neemt ook varkens en ezels mee naar het bos en vanuit een boom hoedt hij zijn vee. Hij maakt muziek met zijn doedelzak en een verdwaalde koning hoort het. Een dienaar gaat op zoek naar de muziek en ziet een haan waar een egel op zit. Hans-mijn-egel wil de koning de weg naar huis wel wijzen, als hij schriftelijk belooft het eerste wat hem thuis tegemoetkomt aan hem te geven.

Als de koning thuiskomt, rent zijn dochter op hem af en hij vertelt wat er is gebeurd. Hij denkt dat Hans-mijn-egel niet kan lezen en zijn dochter is dan blij, want ze wil niet naar de man. Een andere koning hoort de muziek van Hans-mijn-egel en vraagt hem naar de weg en moet hetzelfde beloven als de andere koning. Thuisgekomen rent zijn mooie dochter naar hem toe en hij vertelt wat er is gebeurd. De dochter is dankbaar voor de redding van haar vader en zal met Hans-mijn-egel meegaan als hij haar komt halen. De kudde van Hans-mijn-egel is erg groot en hij wil terug naar zijn dorp, waar het geslacht kan worden. De vader is bedroefd omdat hij dacht dat zijn zoon al gestorven zou zijn en laat de haan opnieuw beslaan. Hans-mijn-egel gaat weer op weg en wordt beschoten in het land van de eerste koning, maar hij komt toch in het paleis. De dochter wordt door haar vader gedwongen met Hans-mijn-egel mee te gaan als zijn eigen leven op het spel staat. In witte kleding stapt ze in de koets naast Hans-mijn-egel en zijn haan en doedelzak. De koets met de zes paarden en dienaren zijn een geschenk van haar vader.

Maar na een tijdje gereden te hebben, prikt Hans-mijn-egel haar met zijn stekels en trekt haar kleren uit. Het meisje wordt weggestuurd en de rest van haar leven uitgelachen. Hans-mijn-egel rijdt verder op zijn haan en komt in het tweede koninkrijk, hij wordt eervol onthaald. De koningsdochter schrikt van zijn uiterlijk, maar beseft dat dit de man is die haar vader heeft geholpen in het bos. Ze gaat met hem aan tafel en ze eten en drinken. 's Avonds is ze bang voor zijn stekels en Hans-mijn-egel laat een groot vuur maken bij de kamer. Als Hans-mijn-egel uit zijn stekelhuid stapt, moeten de mannen dit in het vuur smijten en als het elf uur is, gebeurt dit inderdaad. Hans-mijn-egel is roetzwart, maar zonder stekels en de dokter van de koning bestrijkt hem met genezende zalf en balsem. Hij wordt weer blank en is erg mooi om te zien, de volgende dag wordt de bruiloft pas goed gevierd en Hans-mijn-egel krijgt het koninkrijk. Na vele jaren gaat hij naar het huis van zijn vader, maar deze zegt geen zoon te hebben. Zijn zoon is jaren geleden vertrokken, maar dan maakt Hans-mijn-egel zich bekend en vader gaat verheugd met hem mee naar zijn koninkrijk.

Achtergronden

[bewerken | brontekst bewerken]