Heggenmus

Heggenmus
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2018)
Heggenmus
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Prunellidae (Heggenmussen)
Geslacht:Prunella (Heggenmussen)
Soort
Prunella modularis
(Linnaeus, 1758)

Verspreidingsgebied van de heggenmus

 zomer (geel)
 permanent leefgebied (groen)
 winter (blauw)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Heggenmus op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels
Zang

De heggenmus (Prunella modularis) is een zangvogel uit de familie van de heggenmussen (Prunellidae).

Heggenmussen worden 14 centimeter groot[2], ongeveer even groot als de huismus, maar onderscheiden zich doordat de rugstrepen doorlopen tot op de kop terwijl de huismus daar grijs is. Deze vogel heeft duidelijke, donkerbruine strepen op de zijkant, lichtkleurige poten en een spitse snavel. Heggenmussen worden zelden of nooit in groepjes gezien. Het mannetje en het vrouwtje hebben hetzelfde verenkleed. Hij heeft een helder, metalig geluid, en zingt al vroeg in het voorjaar, vanaf februari. Minder vaak te horen in de zomer. Heeft zogenaamde 'liefdes-fluisterzang' in aanwezigheid van vrouwtje, maar laat ook een soortgelijke gedempte zang in het najaar horen. De fluisterzang is ook bekend bij de merel.

Ze verplaatsen zich op kenmerkende wijze: laag bij de grond onder struiken en heggen, scharrelend naar voedsel. Aan de scherpe snavel van de heggenmus is te zien dat het om een insecteneter gaat. In de winter eten ze ook kleine zaden.

Voortplanting

[bewerken | brontekst bewerken]

Het broedseizoen van de heggenmus loopt van eind april tot in augustus. Jaarlijks hebben ze twee, soms zelfs drie legsels met elk drie tot zes blauwachtige eieren. Het broeden duurt een kleine twee weken. Ze maken geen gebruik van nestkasten. Het nest wordt zelden hoger gebouwd dan op 2 meter, in een heg of struik. Heggenmussen hebben een bijzonder liefdesleven, waarbij zowel de mannetjes als de vrouwtjes meerdere partners kunnen hebben. Het komt ook voor dat meerdere mannetjes helpen om de jongen uit een nest groot te brengen.

De heggenmussen in Noord-Europa trekken in de winter naar het zuiden en westen. In Nederland en België komen heggenmussen het gehele jaar voor.

De soort telt zeven ondersoorten:[3]

Status in Nederland

[bewerken | brontekst bewerken]

Voor de periode 2013-2015 werden er 175.000-225.000 broedparen geteld. Het aantal overwinterende exemplaren bedroeg in die periode tussen de 300.000 en 600.000.[4]