Hendrik Casimir I van Nassau-Dietz
Hendrik Casimir I | ||
---|---|---|
1612–1640 | ||
Graaf van Nassau-Dietz | ||
Periode | 1632–1640 | |
Voorganger | Ernst Casimir | |
Opvolger | Willem Frederik | |
Stadhouder van Friesland | ||
Periode | 1632–1640 | |
Voorganger | Ernst Casimir | |
Opvolger | Willem Frederik | |
Stadhouder van Groningen en Drenthe | ||
Periode | 1632–1640 | |
Voorganger | Ernst Casimir | |
Opvolger | Frederik Hendrik van Oranje | |
Vader | Ernst Casimir van Nassau-Dietz | |
Moeder | Sophia Hedwig van Brunswijk |
Hendrik Casimir I (Arnhem, 31 januari of 10 februari 1612 – Hulst, 12 of 22 juli 1640) was graaf van Nassau, Katzenelnbogen en Dietz en stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe vanaf 1632 tot zijn dood. Van 1620 tot 1640 was hij ook landcommandeur van de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht.
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Hij volgde zijn vader Ernst Casimir op nadat die in juni 1632 sneuvelde bij het Beleg van Roermond. Een week later begon het Beleg van Maastricht, waaraan Hendrik Casimir deelnam.[1]
Tijdens het bewind van Hendrik Casimir ging het Friesland economisch gezien voor de wind. Op politiek gebied had Hendrik Casimir echter weinig in te brengen: hij kreeg een beperkt aantal instructies en was meer een bestuurlijk ambtenaar. Het wantrouwen tegen de stadhouder en de lokale machthebbers groeide naar aanleiding van de verdeling van de oorlogslasten.
In 1635 hadden negen Friese steden de door de stadhouder benoemde vroedschapsleden naar huis gestuurd. Zij wensten, evenals Franeker en Leeuwarden, een vrije raadsbestelling. De broer van de 17e-eeuwse historicus Lieuwe van Aitzema speelde een belangrijke rol als burgemeester van Dokkum. Op 5 november 1637 werden de zaken teruggedraaid, nadat de stadhouder had gedreigd Harlingen te bezetten. Enkel door militair ingrijpen en een interventie van de Raad van State in 1637 lukte het om in Friesland de gemoederen te bedaren. Vervolgens zijn voor iedere stad regeringsreglementen opgesteld, die in werking bleven tot 1748.
Hendrik Casimir was een kundig militair, maar trad nooit op de voorgrond. De stadhouder mocht van de Friese Staten niet op eigen gezag troepen verplaatsen. Hendrik Casimir was betrokken bij het Beleg van Breda, samen met stadhouder Frederik Hendrik. Op 4 juli 1640[2] raakte hij gewond in Sint Jansteen bij de Slag bij Hulst, een verwonding waaraan hij op 12 juli 1640 in het fort St. Anna, gelegen in de Heerlijkheid Polder van Namen, overleed. Hendrik Casimir is begraven in Leeuwarden in de Grafkelder van de Friesche Nassaus.
Hendrik Casimir was ongehuwd en had geen kinderen. Hij werd in Friesland opgevolgd door zijn broer Willem Frederik.
Noten
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ Zie kaart van het beleg van Maastricht (1632) op jstor.org.
- ↑ Jansen 1979, p. 225
Bronnen
[bewerken | brontekst bewerken]- Jansen, H.P.H. en anderen, Nassau en Oranje in de Nederlandse geschiedenis, A.W. Sijthoff, 1979
- Plaat, G. van der, Eendracht als opdracht. Lieuwe van Aitzema’s bijdrage aan het publieke debat in de zeventiende-eeuwse Republiek, 2003, p. 134-9.
- Stichting Nassau en Friesland [1]
- J.M.G. Leune, Het fort Sint Anna in de polder van Namen, Broek op Langedijk (Uitgeverij GigaBoek, www.gigaboek.nl), z.j. ISBN 97890 8548 4202. [2]