Hertogdom Lauenburg (1815-1876)

Herzogtum Lauenburg
Hertugdømmet Lauenborg
Lid van de Duitse Bond (1815–1866)
Lid van de Noord-Duitse Bond (1866–1871)
Staat in het Duitse Keizerrijk (1871–1918)

 Eerste Franse Keizerrijk 1815 – 1876 Koninkrijk Pruisen 
Symbolen
(Details)
Kaart
Algemene gegevens
Hoofdstad Ratzeburg
Oppervlakte 1.229 km²
Bevolking 34.938 (1815)
46.486 (1845)
49.978 (1867)
Talen Duits
Religie Lutheranisme
Politieke gegevens
Regeringsvorm Monarchie
Staatshoofd Hertog
Dynastie Huis Oldenburg (1815–1863)
Huis Glücksburg (1863–1864)
Huis Hohenzollern (1865–1876)
Portaal  Portaalicoon   Duitsland

Het hertogdom Lauenburg (Duits: Herzogtum Lauenburg, Deens: Hertugdømmet Lauenborg) was een staat in het noorden van Duitsland. Het hertogdom was achtereenvolgens lid van de Duitse Bond, de Noord-Duitse Bond en het Duitse Keizerrijk. Tussen 1815 en 1864 werd Lauenburg geregeerd door de koning van Denemarken en bestuurd vanuit Kopenhagen. In 1864 werd het hertogdom na de Tweede Duits-Deense Oorlog veroverd door Pruisen. In 1876 werd Lauenburg onderdeel van de Pruisische provincie Sleeswijk-Holstein. De hoofdstad en het lokale bestuur van het hertogdom waren gevestigd in Ratzeburg.

Na de Franse nederlaag kwam er in 1815 op het Congres van Wenen een gecompliceerde ruil tot stand tussen Zweden, Denemarken, Pruisen en Hannover. Hierbij kwam Lauenburg grotendeels aan Denemarken. Alleen de exclave amt Neuhaus bleef bij Hannover. Ook in deze tijd werd Lauenburg afzonderlijk geregeerd. De regering zetelde in de Duitse kanselarij te Kopenhagen, vanwaar ook Sleeswijk en Holstein werden geregeerd.

In de Eerste Duits-Deense Oorlog (1848-1851; zie ook Sleeswijk-Holsteinse kwestie) werd Lauenburg door Hannover bezet en door een commissaris van de Duitse Bond bestuurd, tot Oostenrijk het in 1851 bezette en weer aan Denemarken overdroeg. Dit land moest Lauenburg na de Tweede Duits-Deense Oorlog in 1864 afstaan aan Pruisen en Oostenrijk. Deze landen regeerden het samen met Sleeswijk en Holstein als condominium. Krachtens het Verdrag van Gastein kreeg Pruisen in 1865 Lauenburg en Sleeswijk alleen in handen.

Pruisische tijd

[bewerken | brontekst bewerken]

De Lauenburgse stenden boden de Pruisische koning Wilhelm I in 1865 de hertogstitel aan, die hij aannam. Hij regeerde het hertogdom in personele unie met Pruisen en benoemde premier Otto von Bismarck tot minister ervan.

Lauenburg trad in 1867 als aparte staat toe tot de Noord-Duitse Bond en in 1871 tot het Duitse Keizerrijk. Op 1 juli 1876 werd het hertogdom formeel bij Pruisen ingelijfd. Sindsdien vormt het als Herzogtum Lauenburg een district, aanvankelijk in de provincie Sleeswijk-Holstein, sinds 1946 in de deelstaat Sleeswijk-Holstein.

Bismarck ontving in 1890 bij zijn ontslag van Wilhelm II de titel hertog van Lauenburg. Deze titel, die hij na een aanvankelijke weigering toch aanvaardde, voerde hij echter nooit.