Paul Hindemith

Paul Hindemith
Paul Hindemith in 1923
Paul Hindemith in 1923
Algemene informatie
Volledige naam Paul Hindemith
Geboren 16 november 1895
Geboorteplaats HanauBewerken op Wikidata
Overleden 28 december 1963
Overlijdensplaats Frankfurt am MainBewerken op Wikidata
Land Vlag van Duitsland Duitsland
Werk
Genre(s) Klassiek, Opera, HaFaBramuziek
Beroep componist, altviolist, violist, muziekpedagoog, organist, muziektheoreticus, dirigent
Instrument(en) altviool, viool, orgel
Officiële website
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) IMDb-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek
Hindemith in 1958

Paul Hindemith (Hanau, 16 november 1895Frankfurt am Main, 28 december 1963) was een Duitse componist, altviolist, violist, muziekpedagoog, organist, muziektheoreticus en dirigent. In Frankfurt am Main is het museum Hindemith Kabinett aan zijn werk en leven gewijd.

Leven en werk

[bewerken | brontekst bewerken]

Paul Hindemith studeerde viool aan het Dr. Hoch’s Konservatorium van Frankfurt, en speelde vervolgens van 1915 tot 1923 in de opera van Frankfurt. Van 1921 tot 1929 was hij altviolist in het Amar Quartet, waar hij actief pleitte voor de muziek van zijn tijd. In 1927 werd hij benoemd tot leraar compositie aan de Hochschule der Künste van Berlijn.

Op 15 mei 1924 trouwde Hindemith met de actrice en zangeres Gertrud (Johanna Gertrude) Rottenberg (1900–1967), die van gedeeltelijk Joodse afkomst was. Hun huwelijk bleef kinderloos.

De relatie van de nazi's met de muziek van Hindemith was ingewikkeld. Sommigen veroordeelden zijn muziek als "gedegenereerd" (grotendeels gebaseerd op zijn vroege, seksueel geladen opera's zoals Sancta Susanna).[1] Met name de Duitse minister van Propaganda Joseph Goebbels hekelde Hindemith als een "atonale herriemaker".[2] Componist Wilhelm Furtwängler probeerde Hindemith echter te verdedigen. De controverse rond zijn werk duurde voort gedurende de jaren dertig, waarbij Hindemith uit de gratie raakte bij de nazi's. De nazi's verboden zijn muziek in oktober 1936.

In de jaren dertig bezocht Hindemith verschillende keren Caïro en ook Ankara. Hij accepteerde een uitnodiging van de Turkse regering om toezicht te houden op de oprichting van een staatsconservatorium in Ankara in 1935, nadat Goebbels hem onder druk had gezet om verlof voor onbepaalde tijd aan te vragen bij de Berlijnse Academie.[1] In Turkije was hij de leidende figuur bij de creatie van een nieuwe muziekpedagogiek als onderdeel van het hervormingsbeleid van de toenmalige president Mustafa Kemal Atatürk. Hindemith leidde de reorganisatie van het Turkse muziekonderwijs. Hij bleef niet zo lang in Turkije, maar hij had grote invloed op het Turkse muziekleven; het Staatsconservatorium van Ankara heeft veel aan zijn inspanningen te danken. Jonge Turkse musici beschouwden Hindemith als een "echte meester". Bij zijn vertrek uit Turkije werd Hindemith opgevolgd door Eduard Zuckmayer.[2]

In 1938 vertrok hij naar Zwitserland om daar te doceren aan een Zwitserse universiteit. Hij vertrok naar de Verenigde Staten, waar hij les gaf aan de Yale-universiteit, als leraar compositie, van 1940 tot 1953. Hij verkreeg in 1948 de Amerikaanse nationaliteit. Later keerde hij terug naar Europa. Hij vestigde zich in Zwitserland en gaf er van 1951 tot 1953 les aan de universiteit van Zürich. Hindemith was verder vooral beroemd als bespeler van de altviool. Voor dit instrument componeerde hij verschillende concerti, waaronder Der Schwanendreher, sonates en andere werken.

Zijn ritmiek, door hem "Motorik" genoemd - een samenstelling van Motor en Musik, is doordringend en soms ook wel kwellend. Ze geeft de echo weer van de komst van de industrialisatie en de motor, aangezien Hindemith sentimentaliteit, psychologie, persoonlijkheid tegenstaat. Zo creëert Hindemith tussen snerpende muziek en neoklassieke muziek een heel persoonlijke muziek (Gebrauchsmusik, muziek met vaak een sociaal of politiek doel).

Zijn oeuvre is heel uitgebreid, bevat meer dan honderd composities en raakt alle genres aan. Hoewel hij een vurig verdediger van eigentijdse muziek was, voelde hij zich nooit aangetrokken tot de dodecafonie. Hij heeft ook verschillende theoretische werken geschreven, waaronder Unterweisung im Tonsatz uit 1937, waarin Hindemith diverse 'systemen' aanbiedt waarin hij de spanning van intervallen, harmonie en melodiek analyseert en tot componeertechniek verheft.

In 1981 maken de Duitse muzikanten Thomas Fehlmann en Holger Hiller een eigen versie van Wir bauen eine Stadt.[3]

Lijst van composities

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Celloconcert, op. 3, 1916;
  • Lustige Sinfonietta, op.4, 1916;
  • Nusch-Nuschi-suite, 1921;
  • Kammermusik no.1,op. 24 no.1, 1922;
  • Kleine Kammermusik op.24 no.2, 1922;
  • Concertsuite uit Der Dämon, 1923;
  • Klaviermusik mit Orchester, op.29, voor piano linkerhand en orkest, 1923;
  • Kammermusik no.2, op. 36 no.1 voor piano en 12 instrumenten, 1924;
  • Kammermusik no.3, op. 36 no.2 voor cello en 10 instrumenten, 1925;
  • Kammermusik no.4, op. 36 no.3 voor viool en groot kamerorkest, 1925;
  • Kammermusik no.5, op. 36 no.4 voor altviool en groot kamerorkest, 1927;
  • Konzert für Orchester, op. 38, 1925;
  • Kammermusik no.6, op. 46 no.1 voor viola d'amore en groot kamerorkest, 1927;
  • Kammermusik no.7,op. 46 no.2 voor orgel en kamerorkest, 1927;
  • Neues vom Tage, overture, 1930;
  • Der Lindberghflug, 1929;
  • Konzertmusik, op. 48, voor altviool en groot kamerorkest, 1930;
  • Konzertmusik, op. 49, voor piano, blazers en 2 harpen, 1930;
  • Konzertmusik, op. 50, voor blazers en strijkers, 1930;
  • Konzertstück, voor trautonium en strijkers, 1931;
  • Philharmonisches Konzert, 1932;
  • Mathis der Maler Symfonie, 1934;
  • Der Schwanendreher, voor altviool en klein orkest, 1935;
  • Trauermusik, voor altviool (of cello of viool) en strijkorkest, 1936;
  • Symphonische Tänze, 1937;
  • Vioolconcert, 1939;
  • Celloconcert, 1940;
  • Symfonie, 1940;
  • Thema en variaties "The four Temperaments", voor piano en strijkers, 1940, ook ballet;
  • Cupid and Psyche, ballet overture, 1943;
  • Symphonische metamorphosen op thema's van Carl Maria von Weber, 1943;
  • Pianoconcert, 1945;
  • Symphonia serena, 1946;
  • Klarinetconcert, 1947;
  • Concert voor fluit, hobo, klarinet, fagot, harp en orkest, 1949;
  • Concert voor trompet, fagot en strijkers, 1949;
  • Hoornconcert, 1949;
  • Sinfonietta, 1950;
  • Symfonie "Die Harmonie der Welt", 1951;
  • Pittsburgh Symphony, 1958;
  • Marsch über den alten "Schweizerton", 1960;
  • Orgelconcert, 1962

Werken voor harmonieorkest

[bewerken | brontekst bewerken]

Muziektheater

[bewerken | brontekst bewerken]
Voltooid in titel aktes première libretto
1912-1913 Der Vetter auf Besuch alleen fragmenten,
verloren gegaan
Wilhelm Busch
1919 Mörder, Hoffnung der Frauen, op. 12 1 akte 4 juni 1921, Stuttgart, Staatsopera Oskar Kokoschka
1920 Das Nuschi-Nuschi, op. 20
(stuk voor Birmese marionetten)
1 akte 4 juni 1921, Stuttgart, Staatsopera Franz Blei
1921 Sancta Susanna, op. 21 1 akte 26 maart 1922, Frankfurt am Main August Stramm
1925-1926;
nieuwe versie: 1952
Cardillac, op. 39 3 bedrijven, 4 taferelen 9 november 1926, Dresden, Staatsopera;
nieuwe versie: 20 juni 1952, Zürich, Stedelijk theater
Ferdinand Lion naar de vertelling "Das Fräulein von Scudéri" van E.T.A. Hoffmann;
nieuwe versie: van de componist in navolging van het libretto van Ferdinand Lion
1927 Hin und zurück, op. 45a 17 juli 1927, Baden-Baden Marcellus Schiffer
1928-1929;
nieuwe versie: 1953-1954
Neues vom Tage 3 bedrijven;
nieuwe versie: 2 bedrijven
8 juni 1929, Berlijn, Kroll opera;
nieuwe versie: 7 april 1954, Napels
Marcellus Schiffer;
nieuwe versie: van de componist
1929 Lehrstück 28 juli 1929, Baden-Baden Bertolt Brecht
1934-1935 Mathis der Maler 7 taferelen 28 mei 1938, Zürich, Stedelijk theater van de componist gebaseerd op het leven van Matthias Grünewald
1956-1957 Die Harmonie der Welt 5 bedrijven 11 augustus 1957, München, Staatsopera van de componist
1960-1961 The Long Christmas Dinner
(Das lange Weihnachtsmahl)
17 december 1961, Mannheim, Nationaltheater Thornton Wilder en van de componist
Voltooid in titel aktes première libretto choreografie
1922 Der Dämon, op. 28 (Danspantomime) 2 taferelen 1 december 1923, Darmstadt Max Krell
1926 Das Triadische Ballett (voor mechanische orgel) 25 juli 1926, Donaueschingen Oskar Schlemmer
1938 Nobilissima Visione, (danslegende) 6 taferelen 21 juli 1938, Londen van de componist en Léonide Massine
1944 Hérodiade de Stéphane Mallarmé, Récitation orchestrale 30 oktober 1944, Washington D.C. Martha Graham
Voltooid in titel aktes soort van toneel tekst première
1915 Das Glück ist blind Franz Pocci
1915 Kasperls Heldentaten Franz Pocci
1915 Kasperl unter den Wilden Franz Pocci
1915 Lohengrin-Parodie parodie Friedrich Huch
1915 Die Zaubergeige Franz Pocci
1922 Tuttifänchen 3 taferelen Kerstsprookje Hedwig Michel, Franzsika Becker 13 december 1922, Darmstadt
1930 Wir bauen eine Stadt speel voor kinderen Robert Seitz 21 juni 1930, Berlijn
1932 Kinderoper alleen fragmenten

Werken voor koor met/of solostem en orkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Drei Gesänge, op. 9, voor sopraan en orkest, 1917;
  • Melancholie, op. 13 (tekst van Christian Morgenstern), voor mezzosopraan en strijkkwartet, 1919;
  • Des Todes Tod, op. 23a, voor vrouwenstem, 2 altviolen en 2 cello’s, 1922;
  • Die junge Magd, op. 23b (tekst van Georg Trakl), 1922;
  • Die Serenaden, kleine cantate, 1925;
  • Das Unaufhörliche oratorium, 1931;
  • Six Chansons for four part Chorus of mixed voices on original french poems by Rainer Maria Rilke: 1. La Biche, 2. Un Cygne, 3. Puisque tous passe, 4. Printemps, 5. En hiver, 6. Verger, 1939
  • Old Irish Air, voor koor, harp en strijkers, 1940;
  • A song of Music, 1941;
  • When Lilacs last in the door-yard Bloom'd: Requiem for those we love (tekst van Walt Whitman), 1946;
  • Ite, angeli veloces, cantate in 3 delen: 1. Chant de triomphe du roi David (Psalm xvii), 2. Custos quid de nocte, 3. Cantique de l'espérance, 1952-1933;
  • Das Marienleben (tekst van Rainer Maria Rilke), voor sopraan en orkest, 1938-59;
  • Mainzer Umzug, 1962
Bronisław Huberman (links) met Pablo Casals, Artur Schnabel en Paul Hindemith (1933)
  • Solosonates voor altviool, viool, cello, contrabas, fluit, harp;
  • Sonates met piano: voor viool, altviool, cello, contrabas, gitaar, klarinet, hobo, Engelse hoorn, fagot, fluit, saxofoon, hoorn, althoorn, trompet, trombone, tuba;
  • Trio's voor allerlei bezettingen;
  • Strijkkwartetten (7) en losse werken voor strijkkwartet;
  • Kwintetten, septet, octet voor uiteenlopende bezettingen.
  • Kammermusik Nr. 4, voor blazerskwintet, op. 36 Nr. 3 (1925)
    1. Breite, majestätische Halbe
    2. Sehr lebhaft
    3. Nachstück
    4. Lebhafte Viertel
    5. So schnell wie möglich
  • Sonate nr.1
  • Sonate nr.2
  • Sonate nr.3
  • In einer Nacht opus 15, 1917-1919: 13 stukken en een finale met dubbelfuga
  • Tanzstücke opus 19, 1920
  • Suite “1922” opus 26: Marsch (Luft-Akt), Shimmy, Nachtstück, Boston, Ragtime
  • Klaviermusik opus 37 I & II, 1927:
    • I Übung in drei Stücken 1925
    • II Reihe kleiner Stücke 1927
  • Kleine Klaviermusik opus 45, 1929: 12 eenvoudige vijftoonsstukken
  • Wir bauen eine Stadt, 1931: 6 stukken bij Robert Seitz’ tekst voor kindertheater
  • Drei Sonaten, 1936
    • Sonate nr.1 in A “Der Main”
    • Sonate nr.2 in G
    • Sonate nr.3 in Bes
  • Variationen, 1936
  • Ludus tonalis, 1942: Praeludium, 12 fuga’s met interludia, en postludium

De meeste orkestwerken van Hindemith zijn verkrijgbaar op het Duitse cd-label CPO.

Enkele expressionistische werken, zoals de vroege korte opera’s en de latere opera’s zijn op uitstekende en zeer goed gedocumenteerde wijze op cd verkrijgbaar van het Duitse cd-label Wergo.

Een tijd lang is de gerenommeerde uitvoering van de opera Cardillac, met in de hoofdrol Dietrich Fischer-Dieskau, op het Duitse label Deutsche Grammophon verkrijgbaar geweest.

Zie de categorie Paul Hindemith van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.