Hinrich Just Müller

Hinrich Just Müller (Fürstenau, 1740Wittmund 13 augustus 1811) was een Duitse orgelbouwer. Alhoewel hij oorspronkelijk uit het Osnabrücker Land kwam, was Müller vooral werkzaam in Oost-Friesland. Müller werd op 6 februari 1740 in Fürstenau gedoopt.

Als orgelbouwer wordt Müller voor het eerst in 1760 genoemd (als gezel van Johann Hinrich Klapmeyer, uit Oldenburg, bij de pedaalbouw van het orgel in Ganderkesee). Een jaar later verhuisde hij naar Wittmund en voltooide daar na de dood van Johann Friedrich Constabel diens werk in de Floriaankerk van Funnix. Na het overlijden van Constabel nam Müller ook de orgelmakerij over. Hij trouwde in 1763 met Teite Maria Rötchers. Uit het huwelijk kwamen zes kinderen voort, waarvan zijn oudste zoon Just Hinrich Müller (die zich evenwel Jobst Wilhelm Henrich liet noemen) ook orgelbouwer werd. Deze vertrok later naar Fürstenau, waar hij zelfstandig doorwerkte. Het laatst bekende werk van Hinrich Just Müller was de reparatie van zijn orgel in Wittmund in 1809.

Van Hinrich Just Müller zijn de volgende nieuwbouw-orgels bekend, die voor een groot deel bewaard bleven. Daarnaast heeft hij nog meerdere orgels gerepareerd en verbouwd. Hij was in meer dan 50 gemeenten werkzaam. Zijn grootste concurrent was de orgelbouwer Johann Friedrich Wenthin uit Emden.

De cursieve beschrijving geeft aan dat het orgel niet of slechts de orgelkas van het oorspronkelijke Müller-orgel bewaard bleef. De grootte van het instrument wordt in de vijfde kolommenrij door het aantal manualen en in de zesde kolommenrij door het aantal klinkende registers aangegeven. Een grote "P" staat voor een zelfstandig pedaal, een kleine "p" voor een aangehangen pedaal.

Jaar Plaats Kerk Afbeelding Manualen Registers Opmerkingen
1760–1762 Funnix Sint-Floriaankerk I/p 8 Nieuwbouw begonnen door Johann Friedrich Constabel en na diens overlijden voltooid door Müller
1759–1765 Dunum Kerk van Dunum I/p 9 Nieuwbouw, bewaard gebleven
1766 Midlum Kerk van Midlum I/p 9 Nieuwbouw; bewaard gebleven; rugpositief is decoratief zoals ook in Engerhafe en Manslagt → Orgel
1771 Eggelingen Sint-Joriskerk In 1836 bij het instorten van de kerk verwoest
1772 Holtrop Sint-Joriskerk I/p 8 Nieuwbouw; bewaard gebleven
1773–1775 Nortmoor Sint-Joriskerk I/p 8 Nieuwbouw; bewaard gebleven
1774–1775 Engerhafe Johannes de Doperkerk zentriert II/p 13 Nieuwbouw met hoofd- en borstwerk; het rugpositief aan de borstwering van de galerij is slechts decoratief; orgelkas met veel originele prospektpijpen bewaard gebleven, waarvan de labia met kielbogen duiden op een oudere, laatgotische datering.
 
1776 Wittmund Sint-Nicolaaskerk zentriert II/p 17 Nieuwbouw; alleen de orgelkas bleef bewaard
1777 Simonswolde Kerk van Simonswolde I/p 7 Nieuwbouw; bewaard gebleven
1776–1778 Manslagt Kerk van Manslagt II/p 15 Nieuwbouw; bewaard gebleven; rugpositief is slechts decoratief.
1780–1781 Carolinensiel Kerk van Carolinensiel II/p 11 Nieuwbouw; pijpwerk voor de helft bewaard gebleven
1782 Remels Sint-Martinuskerk zentriert II/p 15 Nieuwbouw; bewaard gebleven; Müller integreerde hier een ouder positief van vermoedelijk Johann Friedrich Constabel (I/5, 1733) als rugpositief
1784–1786 Middels Kerk van Middels I/p 8 Nieuwbouw; bewaard gebleven
1789 Dissen am Teutoburger Wald Sint-Mauritiuskerk
1793 Loquard Kerk van Loquard I/p 8 Nieuwbouw; alleen de orgelkas bleef bewaard
1793 Leer Lutherkerk II/P 30 Nieuwbouw; alleen de orgelkas bleef bewaard
1793 Bunde Hervormde kerk II/p 22 Nieuwbouw; alleen de orgelkas bleef bewaard
1795 Wüppels Kerk van Wüppels I/p 6 Nieuwbouw; alleen de orgelkas bleef bewaard
1797 Leerhafe Cecilia- en Margarethakerk Nieuwbouw, niet bewaard
1796–1798 Neermoor Hervormde kerk zentriert I/p 11 Nieuwbouw; bewaard gebleven
1799 Arle Bonifatiuskerk II/p 18 Nieuwbouw, samen met Johann Gottfried Rohlfs gebouwd; bewaard gebleven
1803–1804 Woquard Mariakerk I/p 9 Nieuwbouw; bewaard gebleven