Huik (kleding)
Een huik is een lange zijden of stoffen kapmantel zonder mouwen. Het woord komt al sinds de 14e eeuw voor in het Nederlands, maar de etymologie is onzeker: taalkundigen vermoeden dat het afkomstig is uit het Frans[1] of uit het Arabisch. Het werd gedragen in de Nederlanden en in Duitsland. De haik is een traditioneel Noord Afrikaanse kledingstuk, dat de vrouw volledig bedekte. Het kwam voor het eerst voor in België en Nederland in de 14e eeuw. Het kwam overgewaaid van Marokko en Andalusië tijdens de kruistochten. Adellijke Europese dames namen delen van de Arabische kledij over.[2] De huik komt voor in vele uitdrukkingen en spreekwoorden (zoals 'zijn huik naar de wind hangen' - zijn overtuiging wisselen naargelang de omstandigheden). Huiken werden zeker in Antwerpen en Brussel gemaakt in de 16de en vroege 17de eeuw, en uitgevoerd naar Duitsland.[3]
De huik werd voornamelijk gedragen tijdens de periode van rouw na een sterfgeval, maar ook bij regenweer. Van Texel is bekend dat nabestaanden de huik droegen bij het omzeggen, het rondgaan met het bericht van overlijden (zoals er nu rouwkaarten bestaan). Een beschrijving hiervan vinden we bij de Texelse schrijver Dirk Dekker in zijn verhaal Het huisgezin van Jan de With. Hij tekent ook op hoe het dragen van de huik, waarvoor anders betaald moest worden, aan wie daarvoor het geld niet had kosteloos werd toegestaan.
Ook op Wieringen werd de huik gedragen, bijvoorbeeld bij begrafenissen; daar was de traditie nog tot in de jaren 1930 actueel (zie externe link).
- Schaatsenrijden in een dorp, 1610, door Hendrick Avercamp
- Portret van Emerantia Beresteyn, 1634 door Pieter Soutman
- "Zij hangt haar man de blauwe huik om" (zij bedriegt haar man),
detail Nederlandse Spreekwoorden door Pieter Bruegel de Oude
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Wieringer begrafenis, filmpje op YouTube van het Zuiderzeemuseum
- Harald Deceulaer, Zuid-Nederlandse ambachtelijke ondernemers vóór en na 1585: het voorbeeld van de Antwerpse huikmakers, Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis, 76, 1998, p. 403-417.
- L. Catherine, Klein Arabisch Prentenboek, Berchem, 2010. ISBN 978-90-6445-711-1
- Dekker, D. (1863) Het huisgezin van Jan de With, in: Haan, T.W.R. de (1976) Texels volksleven. Den Haag: Kruseman.
- ↑ Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2010)"huik", Etymologiebank. Gearchiveerd op 4 december 2021.
- ↑ De Huik – ‘De Nederlandse boerka’. Gearchiveerd op 2 augustus 2023.
- ↑ Harald Deceulaer, Zuid-Nederlandse ambachtelijke ondernemers vóór en na 1585: het voorbeeld van de Antwerpse huikmakers, Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis, 76, 1998, p. 406-407, 410.