Jan Willem Gunning (1827-1900)

Jan Willem Gunning
J.W. Gunning door Pieter de Josselin de Jong
J.W. Gunning door Pieter de Josselin de Jong
Persoonlijke gegevens
Geboortedatum 22 september 1827
Geboorteplaats Vlaardingen,
Overlijdensdatum 7 januari 1900
Overlijdensplaats Laag-Keppel (Hummelo)
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederland
Academische achtergrond
Alma mater Universiteit UtrechtBewerken op Wikidata
Wetenschappelijk werk
Vakgebied natuurkunde, scheikunde
Universiteit Universiteit Utrecht (diss.); Universiteit van Amsterdam (hoogleraar)
Dbnl-profiel

Jan Willem Gunning (Vlaardingen, 22 september 1827Laag-Keppel (Hummelo)[1], 7 januari 1900) was een Nederlands hoogleraar scheikunde.

Gunning was een lid van de familie Gunning en een kleinzoon van de maire van Apeldoorn Johannes Hermanus Gunning (1768-1853) en Margaretha Rutgers (1770-1836). Hij trouwde in 1855 met Henriëtta Cornelia van Staveren (1834-1856) die een maand na de geboorte van hun dochtertje overleed. Hij hertrouwde in 1858 met Petronella Adriana Pierson (1832-1923), lid van de familie Pierson en dochter van zakenman Gregory Pierson (1806-1873). Uit het tweede huwelijk werden negen kinderen geboren, onder wie prof. dr. Johannes Hermanus Gunning (1859-1951). Hij was de broer van prof. dr. Johannes Hermanus Gunning (1829-1905) en prof. dr. Willem Marius Gunning (1834-1912).

Gunning promoveerde te Utrecht in de natuurkunde in 1853. Daarna werd hij lector schei- en artsenijkunde te Utrecht totdat hij in 1865 hoogleraar scheikunde en toxicologie werd aan het Athenaeum Illustre (Amsterdam), later: Universiteit van Amsterdam. Hij bleef hoogleraar tot 1896. Hij publiceerde enige onderwijsleerboeken over scheikunde die verschillende drukken beleefden. Daarnaast hield hij zich bezig met maatschappelijke vraagstukken als openbare waterhygiëne en prostitutie. Van 1862 tot 1897 was hij tevens adviseur van de minister van Financiën.

Prof. dr. J.W. Gunning was ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

  • Onderzoek naar den oorsprong en de scheikundige natuur van eenige Nederlandsche wateren. Utrecht, 1853 (proefschrift).
  • Wat men uit zeewater maken kan. Haarlem, 1857.
  • Leerboek der scheikunde ten gebruike aan inrigtingen van lager en middelbaar onderwijs, en tot zelf-onderrigt. 3 delen. Schoonhoven, 1858-1862.
  • Algemeene hygiene en nijverheid. Rotterdam, 1861.
  • Een eisch van het natuuronderzoek toegelicht uit de geschiedenis der scheikunde. Utrecht, 1865 (inaugurele rede).
  • De beginselen der algemeene scheikunde. 2 delen. Schoonhoven, 1873-1879.
  • Verklaring van de werktuigen en tafels bestemd ter bepaling van het alcohol-gehalte in gedistilleerd benevens de tafels der inzinkingen voor Nederlandsch Indië, met gebruiksaanwijzing. Arnhem, 1874.
  • Saccharimetrie en suikerbelasting. Rapport aan den Minister van Financiën. Amsterdam, 1875.
  • Ter kenschetsing van de prostitutiekwestie. Amsterdam, 1881.
  • Een blik op de toekomst der pharmacie in Nederland. 's-Gravenhage, 1887.
  • Een medisch votum op zedelijk gebied. 's-Gravenhage, 1887.
  • Willem Stoeder, 'Ter nagedachtenis van den oud-hoogleeraar Dr. J.W. Gunning', in: Berichten van de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der pharmacie, 1900.
  • M.J.A. de Vrijer, Gunning tragicus. Prof. dr. J.H. Gunning Jr in den kring zijner broeders. Den Haag, 1946.
Zie de categorie Jan Willem Gunning (1827-1900) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.