Jean Offenberg

Jean Offenberg
Jean Offenberg
Bijnaam Pyker (Peike)
Geboren 3 juli 1916
Laken
Overleden 22 januari 1942 (25jr)
Digby (UK)
Rustplaats Evere, Ereperk voor Belgische vliegeniers, perk 1[1][2]
Land/zijde Vlag van België België
Onderdeel Militair Vliegwezen (BE)

Royal Air Force (UK)

Dienstjaren 1934 - 1942
Rang Flight Lieutenant (Kapitein-vieger/Capitaine aviateur)[3]
Slagen/oorlogen Tweede Wereldoorlog
Onderscheidingen DFC

Jean Henri Marie Offenberg (Laken, 3 juli 1916 - RAF Digby, 22 januari 1942) was een Belgische militaire piloot en aas die tijdens de Tweede Wereldoorlog diende in het Belgisch Militair Vliegwezen/Aviation Militaire Belge en de Britse Royal Air Force (RAF).

Voor de oorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

Offenberg was de zoon van een Nederlandse vader (uit Rotterdam) en een Belgische moeder.[4][5][6] Nadat hij in 1936 de Belgische nationaliteit had verkregen vervulde hij dat jaar zijn militaire dienst, waarna hij voor twee jaar opnieuw dienst als piloot in het Militair Vliegwezen.[7] Hij begon zijn opleiding in Wevelgem (77e promotie[8]) en behaalde zijn militaire licentie op 25 maart 1939.[8] Vervolgens werd hij geplaatst bij het 4e Smaldeel ‘Wit Zwaantje’/Escadrille ‘Cocotte Blanche’[9] (4/II/2[noot 1] AéM[noot 2]) in Nijvel (basis nr. 10[9])[10][11] dat was uitgerust met de Fairey Firefly.

In de nacht van 8/9 september 1939 strooiden zes Britse Armstrong Whitworth Whitley bommenwerpers folders uit boven Kiel en Hamburg. Twee Whitleys dwaalden bij hun terugkeer af over neutraal België. Offenberg[12] en 1e Sergeant (1Sgt) Alexis Jottard (1912-1940)[13] onderschepten in hun Fireflies een van de Whitleys en dwongen deze om te landen op hun eigen vliegveld in Nijvel. De bemanning werd geïnterneerd en al snel weer vrijgelaten, maar de Whitley was op 10 mei nog steeds op het vliegveld en werd vermoedelijk vernietigd tijdens de Duitse invasie.[14] Op 20 november 1939 werd Offenberg aangesteld als onderluitenant (Olt).[15] Begin 1940 worden de Fireflies van 4/II/2 vervangen door modernere Fiat CR.42’s. .[5][14]

Tijdens de oorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

België ging de oorlog in op 10 mei 1940 toen het werd binnengevallen door Duitse troepen. De eenheid van Offenberg, 4/II/2,[noot 1] opereerde vanaf hun oorlogsbasis Brustem (basis nr. 22[9]). Op 10 mei 1940 stegen Olt Offenberg en 4 anderen om 06:05 op in hun CR.42's, en splitsten zich op in twee patrouilles. Offenberg, Jottard en 1Sgt Jean Maes[16] vielen een formatie Dornier Do 17’s en Messerschmitt Bf 109’s aan. Offenberg schoot een Do 17 neer en beschadigde een andere.[9][17]

Onder Duitse druk trok 4/II/2 zich met de rest van het regiment terug naar Chartres[9] en een paar dagen later 19 juni naar Montpellier[9] vanwaar Offenberg en Jottard met een Frans Caudron Simoun C635 licht transportvliegtuig naar Phillipeville in Algerije reisden en vervolgens naar de Belgische vliegschool in Oujda.[18]

Van daaruit proberen ze een vliegtuig te krijgen om naar Gibraltar te komen. Toen dat niet lukte namen ze de trein naar Casablanca waar ze zich aansluiten bij andere Belgische en Poolse piloten die Engeland proberen te bereiken. Op 28 juni vertrekken ze aan boord van het vrachtschip Djebel Druse bereiken ze, samen met o.a. Baudouin de Hemptinne (1909-1942)[19] en Henri Picard (1916-1944)[20] naar Gibraltar, waar ze aan boord van de Britse vrachtvaarder Har Zion naar Liverpool gaan, waar ze arriveren op 16 juli 1940.[18][21]:p8

Offenberg werd op 30 juli 1940[18] aangesteld als Pilot Officer (P/O) (onderluitenant) bij de 6e Operational Training Unit (6 OTU) bij Sutton Bridge voor omscholing naar de Hawker Hurricane. De Engelsen konden Offenbergs bijnaam Peike niet uitspreken, en verbasterden hem tot Pyker.

Op 17 augustus 1940[21]:p11 werd Offenberg geplaatst bij 145 Squadron RAF in Tangmere[8] waarmee hij vocht in de Slag om Engeland.[3][22] Op 31 oktober 1940 werd hij bevorderd tot Flying Officer (F/O) (eerste luitenant).[15] Vanaf januari 1941 schakelde 145 Sqn over op Supermarine Spitfire.

Op 17 juni 1941[21]:p74 werd hij samen met De Hemptinne bij 609 Sqn RAF op Biggin Hill geplaatst waar al meer Belgische RAF-piloten zaten.[18] De volgende dag ontving hij als eerste Belg het Distinguished Flying Cross. Hij schreef daarover: J'ai reçu la D.F.C. Je ne crois pas que je la mérite (Ik heb de D.F.C. Ik denk niet dat ik het verdien)[21]:p76 Op 19 november 1941[21]:p145 werd 609 Sqn RAF verplaatst naar Digby in Lincolnshire.

Op 21 juli 1941 ontving hij het Oorlogskruis/Croix de guerre 1940. Op 27 juli werd hij commandant van de 'B' Flight, en op 30 juli werd hij bevorderd tot Flight Lieutenant (F/Lt) (kapitein).[15]

Op 22 januari 1942 voerden F/Lt Offenberg en een andere Belgische vlieger, F/Lt Robert 'Balbo' Roelandt (1910-1944)[23][24] een trainingsvlucht uit in hun Spitfire Mk.Vb’s. Een Spitfire van 92 Sqn, gevlogen door de 18-jarige[25] Britse[26] Pilot Sergeant Godfrey De Renzi (1923-1942[25][26][27][28]), voerde een oefenaanval uit op het toestel van Offenberg. Dit resulteerde echter in een botsing waarbij beide piloten om het leven kwamen.[24][26][29]. Offenberg werd begraven op 26 januari 1942 op de begraafplaats van Digby, Lincolnshire.[26][29]

Offenberg behaalde in totaal 7 bevestigde overwinningen (5 + 2 gedeelde), 5 waarschijnlijke en beschadigde daarnaast 7 vijandelijke toestellen (5 + 2 gedeelde).[18][26][29]

  • Vliegbasis Florennes werd op 20 augustus 1956 omgedoopt tot Jean Offenberg Basis/Base Aérienne Jean Offenberg.
  • In Laken is een plein naar Offenberg genoemd: het Jean Offenbergplein.[30]

Luchtoverwinningen

[bewerken | brontekst bewerken]
Luchtoverwinningen van Jean Offenberg[31]
Datum Claim Locatie Opmerking Toegekend Eigen toestel Eenheid
10-5-1940 Dornier Do 17a) nabij St Truiden Beschadigd Fiat CR.32 4/II/2[noot 1] AéM[noot 2]
10-5-1940 Do 17b) nabij St Truiden Vernietigd 1
8-8-1940 Do 17 35 mijl oost van Montrose Beschadigd (gedeeld) Hawker Hurricane Mk.I 145 Squadron RAF
27-10-1940 Messerschmitt Bf 109E 5 mijl zuid van Bembridge Waarschijnlijk vernietigd
1-11-1940 Bf 109Ec) Noord van Selsey Vernietigd 1
6-11-1940 Bf 109Ed) 5 mijl zuidzuidoost van Dun Nose (Wight) Vernietigd (gedeeld) ½
9-11-1940 Junkers Ju 88e) Zuid van Wight Beschadigd (gedeeld)
11-11-1940 Heinkel He 111f) Voor de kust bij Selsey Bill Vernietigd (gedeeld) ½
5-5-1941 Heinkel He 60g) Noord van Point de Barfleur Beschadigd Supermarine Spitfire Mk.IIb
5-5-1941 He 60g) Noord van Point de Barfleur Vernietigd 1
5-5-1941 Bf 109Eh) Het Kanaal Vernietigd 1
22-6-1941 Bf 109E Oost van Gravelines Beschadigd Supermarine Spitfire Mk.Vb 609 Squadron RAF
7-7-1941 Bf 109F Voor de kust bij Le Touquet Vernietigd 1
19-7-1941 Bf 109i) Duinkerke Waarschijnlijk vernietigd
6-8-1941 Bf 109j) Waarschijnlijk vernietigd
27-8-1941 Bf 109 Noordoost Frankrijk Waarschijnlijk vernietigd
29-8-1941 Bf 109j) Hazebrouck Waarschijnlijk vernietigd
27-9-1941 Bf 109 5 mijl noord van St Omer Beschadigd
13-10-1941 Bf 109Fk) 10 mijl noordwest van Le Touquet Beschadigd

a) – Dornier Do 17 van II/KG77 beschadigd ten oosten van Waremme om 06:30.
b) – Deze claim kon niet geverifieerd worden.
c) – Bf 109E4 'Weiß 9' van 1-I/JG2; Oblt Hermann Reiff-Erscheidt POW.
d) – Geleed met een vlieger van 56 Sqn RAF. Waarschijnlijk Obfw Heinrich Klopp, 'Schwartz 1', van II/JG2, – ook aangevallen door de Britse aas sgt. Andrew McDowall van 602 Sqn RAF
e) – Dit was waarschijnlijk een Ju 88 van I/KG51 die een noodlanding maakte bij terugkeer in Villaroche.
f) – He 111 van II/KG27, die neerstortte in Le Havre. In eerste instantie als 'waarschijnlijk' geregistreerd in Combats and Casualties, maar later bevestigd door 'Y' Service.
g) – He 60 van I/Seenot Gruppe.
h) – In eerste instantie als 'waarschijnlijk' geregistreerd, maar staat in Offenberg’s dossier als ‘bevestigd’.
i) – Staat als ‘beschadigd’ in Combats and Casualties.
j) – Niet vermeld in Combats and Casualties.
k) – Vermoedelijk geclaimd na gevecht met Bf 109s van JG2 en JG26, die na 2 aanvallen 20 Spitfires en 2 Blenheims claimden, met onbekend aantal eigen verliezen. RAF Vliegers claimden 6 Bf 109s vernietigd en 3 beschadigd, met verleis van 4 Spitfires en geen Blenheims.

Bronnen, referenties en voetnoten

[bewerken | brontekst bewerken]