Joan Triadú i Font
Joan Triadú i Font | ||
---|---|---|
In september 2010 | ||
Algemene informatie | ||
Geboren | 30 juli 1921 Ribes de Freser | |
Overleden | 30 september 2010 Barcelona | |
Beroep(en) | Schrijver, pedagoog, criticus | |
Opleiding | Onderwijzer Klassieke filologie (UB) | |
Eredoctoraat | Universitat Ramon Llull (1998) | |
Carrière | ||
1938-1939 | Onderwijzer te Granollers | |
1948-1950 | Docent Catalaans (Universiteit Liverpool) | |
1951-1952 | Docent aan het Centre d'Influència Catòlica Feminina (CICF), afdeling Directiesecretariaat | |
1993-2010 | Lid Raad van Advies Plataforma per la Llengua | |
1976-2010 | Publicist bij de krant Avui | |
Overig | ||
Eretekens | Creu de Sant Jordi (1986) |
Joan Triadú i Font (Ribes de Freser, 30 juli 1921 – Barcelona, 30 september 2010) was een Catalaanse schrijver, literair criticus en leraar afkomstig uit Ribes de Freser.[1] Hij was een cultureel activist die vanuit de weerstand tegen de franquistische dictatuur onder meer vanuit de ondergrond zeer actief was in het verboden onderwijs van de Catalaanse taal.[2]
Leven
[bewerken | brontekst bewerken]Hij komt uit een arbeidersgezin. Hij volgde lager en middelbaar onderwijs en werd in 1938 onderwijzer na een spoedcursus opgezet door de Generalitat de Catalunya om het tekort aan te vullen, wegens het vertrek van vele leerkrachten naar het front tegen het rebellenleger van Francisco Franco. Hij kreeg zijn diploma persoonlijk uit de hand van de befaamde grammaticus Pompeu Fabra i Poch.[3] Na de Spaanse Burgeroorlog moest hij zijn examens opnieuw afleggen, omdat het nieuwe regime zijn diploma niet erkende. In 1939 kon hij dan toch zijn studies aan de Universiteit van Barcelona beginnen. Kort nadat hij in 1942 afgestudeerd was, werd bij hem een latente vorm van tuberculose vastgesteld. Na een operatie volgde een lange convalescentieperiode in Cantonigròs (Santa Maria de Corcó) die hij gebruikte om veel te lezen. In 1945 keerde hij naar Barcelona terug als onderwijzer. Van 1948 tot 1950 was hij docent Catalaans aan de Universiteit van Liverpool.
In 1946 stichtte hij samen met Josep Palau i Fabre, Josep Romeu i Figueras, Miquel Tarradell en Frederic-Pau Verrié i Faget het clandestiene tijdschrift Revista Ariel waarin hij zijn talent als literatuurcriticus ontplooide. In 1951 werd dit tijdschrift door de censuur opgedoekt. Hij publiceerde in 1953 de bloemlezing van de Catalaanse poëzie, waarvan ook een Engelse versie verscheen. Zijn keuze en kritische aanmerkingen werden niet altijd gewaardeerd, vooral niet door zij die niet opgenomen werden. De conservatieve Carles Fages de Climent loosde zijn gram in een bijtend spotdicht, dat wegens de vele woordspelingen moeilijk te vertalen is.[4][5] Hij bleef schrijven in tijdschriften zoals Forja, Pont Blau, Vida Nova, Serra d'Or en na de Spaanse democratische overgang in de krant Avui en ook in ontelbare verenigings- en lokale bladen. Dan werd hij ook voorzitter van de Societat Catalana de Pedagogia (Catalaanse vereniging voor onderwijs), een onderafdeling van het Institut d'Estudis Catalans. Vanaf 1993 was hij ook actief in het Plataforma per la Llengua.
Nog tijdens zijn convalescentie begon hij in Cantonigròs met het inrichten van een parochiale dichtwedstrijd in samenwerking met het bisdom Vic en de lokale vicaris. Veel latere grote Catalaanse dichters zijn via deze wedstrijd gepasseerd. Die wedstrijd werd in 1969 toen het franquistische regime enige voorzichtige tegemoetkomingen aan de Catalanen deed, omgevormd tot de Culturele Volksfeesten Pompeu Fabra. De rest van zijn tijd stak hij in het organiseren van clandestiene cursussen Catalaans.[3] In 1962 werd hij lid van Òmnium Cultural en hield zich bezig met de Romanprijs Sint-Joris en de Ereprijs der Catalaanse Letteren. Hij werd ook medeorganisator van de Jocs Florals, een soort landjuweel van de Catalanen in diaspora. Voor zijn medewerking aan de Jocs Florals van 1972 in Genève kreeg hij een forse boete van de Spaanse militaire regering.
Voor zijn inzet voor de Catalaanse taal en in het verzet tegen de dictatuur kreeg hij in 1982 het ereteken Creu de Sant Jordi.[6]
Legaat
[bewerken | brontekst bewerken]In Vic wordt de stadsbibliotheek aan hem gewijd.
Zijn archief, meer dan tien meter documenten die de periode van 1945 tot 2007 bestrijken, heeft hij aan het Catalaans Nationaal Archief geschonken en is toegankelijk voor wetenschappelijk onderzoek.[7]
In januari 2013 werd de reizende tentoonstelling over zijn leven en werk ingewijd in het Palau Robert in Barcelona.[3]
Belangrijkste werken
[bewerken | brontekst bewerken]- Poësie
- 1948: Endimió. Barcelona: Ariadna
- Prosa
- 1957: El Collsacabra. Itinerari espiritual. Barcelona: Els Cinquanta-cinc
- Bloemlezingen en essays
|
|
- Vertalingen
- 1957/1959: Olímpiques, van Pindarus. Barcelona: Fundació Bernat Metge. 2 delen
- 1970: 40 sonets, van William Shakespeare. Barcelona: Proa
- Memoires
- 2002: Dies de memòria 1938-1940: diari d'un mestre adolescent. Barcelona: Proa
- 2008: Memòries d'un segle d'or. Barcelona: Proa
- In het Fries
- 1963: “Joan Triadú: De situaesje fan de Katalaenske literatuer” In: De Tsjerne. Jaargang 18 (1963)
- ↑ Beknopte biografische fiche over “Joan Triadú” bij de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl)
- ↑ 'Joan Triadú i Font”, Gran Enciclopèdia Catalana, Barcelona
- ↑ a b c Susanna Àlvarez & Joan Josep Isern, Llegir com viure, homenatge a Joan Triadú 1921-2010, Catalogus van de reizende tentoonstelling, Barcelona, Generalitat de Catalunya, 2013, 42 blz
- ↑ Carles Fages de Climent, Epigrames, Figueres, Nordest Llibres, 2002
- ↑ a b Antolology of Catalan Lyric Poetry, selection and introduction by Joan Triadú, Oxford, Uitg. Joan Gili, 1953, LXXIX-369 blz.
- ↑ “Mor l’escriptor Joan Triadú a l’edat de 89 anys”, Barcelona, officiële webpagina van de Generalitat de Catalunya
- ↑ «Fons ANC1-667 / Joan Triadú 1932-2010», Catalaans Nationaal Archief