John Galsworthy
John Galsworthy | ||||
---|---|---|---|---|
14 augustus 1867 - 31 januari 1933 | ||||
John Galsworthy (1932) | ||||
Geboorteland | Verenigd Koninkrijk | |||
Geboorteplaats | Kingston Hill | |||
Nationaliteit | Britse | |||
Overlijdensplaats | Londen | |||
Nobelprijs | Literatuur | |||
Jaar | 1932 | |||
Reden | "Voor zijn onderscheidende vermogen tot vertellen welke hij naar de hoogste vorm brengt in The Forsyte Saga." | |||
Voorganger(s) | Erik Axel Karlfeldt | |||
Opvolger(s) | Ivan Boenin | |||
Bekende werken | The Forsyte Saga (1922) | |||
|
John Galsworthy (Kingston Hill (Surrey), 14 augustus 1867 - Londen, 31 januari 1933) was een Brits schrijver van romans, verhalen en toneelstukken, waarin hij zich kritisch met het Engelse maatschappelijke leven bezighield. Zijn bekendste werk is de romancyclus The Forsyte Saga (1922). In 1932 won hij de Nobelprijs voor Literatuur. Galsworthy is ook een van de oprichters en de eerste voorzitter van International PEN, een internationale organisatie die zich inzet voor de vrijheid van meningsuiting.
Galsworthy werd opgeleid in Harrow en New College te Oxford. Vanaf 1890 kon hij als advocaat aan de slag, maar hij verkoos zich voortaan te wijden aan de literatuur. Zijn vroegste roman, Jocelyn, verscheen in 1898, maar pas met The Island Pharisees (1904) en The Man of Property (1906) kwam hij echt in de belangstelling. Dat laatste boek was meteen de start van een nieuwe reeks, bekend als The Forsyte Saga, waarvoor Galsworthy nu voornamelijk herinnerd wordt. Nadien volgden The Country House (1907), Fraternity (1908); The Patrician (1910); The Dark Flower (1913); The Freelands (1915); Saint's Progress (1919); In Chancery (1920); To Let (1921). Daarnaast schreef hij ook essays en korte verhalen. Ondertussen verwierf hij ook een aanzienlijke reputatie als schrijver van realistisch drama met een sterk emotionele lading door toneelstukken als The Silver Box (1906), Joy (1907), Strife (1909) en Justice (1910). Tot zijn latere stukken behoren onder meer The Pigeon (1912), The Eldest Son (1912); The Fugitive (1913) en The Skin Game (1920).
De laatste zeven jaar van zijn leven woonde John Galsworthy in Bury in West Sussex. Hij stierf aan een hersentumor in zijn Londens huis in Grove Lodge, Hampstead. Na zijn dood zorgde de succesvolle adaptatie uit 1967 van The Forsyte Saga ervoor dat zijn werk opnieuw in de belangstelling kwam. In de serie zit de reeds eerder genoemde roman The Man of Property (1906), gevolgd door Indian Summer of a Forsyte (1918, met vijf verhalen), In Chancery (1920), Awakening (1920), en To Let (1921).
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]Romans
[bewerken | brontekst bewerken]- The Island Pharisees (1904)
- Forsyte Saga (1922), trilogie bestaande uit:
- The Man of Property (1906)
- In Chancery (1920)
- To Let (1921)
- A Modern Comedy (1929), vervolg op de Forsyte Saga, trilogie bestaande uit:
- The White Monkey (1924)
- The Silver Spoon (1926)
- Swan Song (1928)
Toneelstukken
[bewerken | brontekst bewerken]- The Silver Box (1906)
- Strife (1909)
- Justice (1910/1)
- Loyalties (1922)
- Windows (1922)
- The Sun (1922)
Over John Galsworthy
[bewerken | brontekst bewerken]- Bakker, Nel, John Galsworthy, Hasselt: Heideland 1964
- Dupré, C., John Galsworthy: A Biography, Londen 1976
- Schalit, Leon, John Galsworthy: Der Mensch und sein Werk, Berlijn 1928
- Vegesack, Thomas von, PEN - poets, essayists, novelists, in: De intellectuelen: Een geschiedenis van het literaire engagement 1898-1968, Amsterdam 1989