Kaap Kruis
Kaap Kruis | ||||
---|---|---|---|---|
Coördinaten | 21° 46′ ZB, 13° 57′ OL | |||
Land | Namibië | |||
Zee | Atlantische Oceaan | |||
Afbeeldingen | ||||
Postzegels voor Duitse Zuidwest-Afrika poststempel Cap Cross 1900 | ||||
Kaart | ||||
|
Kaap Kruis (Cape Cross) is een landpunt aan de Namibische kust, op ongeveer 100 km ten noorden van de kustplaats Swakopmund. Kaap Kruis is tevens een bekend reservaat voor een enorme kolonie Kaapse pelsrobben (Arctocephalus pusillus).
In het jaar 1484 vaart de Portugees Diogo Cão langs de Atlantische kust van Afrika naar het zuiden. Hij is de eerste Europeaan die zo langs de Namibische kust vaart. Zijn ontdekkingsreis eindigt — letterlijk — bij Kaap Kruis. Hij gaat er aan land en plaatst een padrão, een kruis met een inscriptie. De inscriptie luidt:
"6684 jaar sinds de schepping van de aarde en 1484 jaar sinds de geboorte van Christus, heeft de illustere Don Juan de opdracht gegeven om hier een teken op te richten aan zijn ridder Diego Cão."
Diogo Cão overlijdt bij Kaap Kruis en ligt er begraven. Het door hem opgerichte kruis is voor volgende ontdekkingsreizigers — zoals Bartolomeus Diaz (1487-'88) en Vasco da Gama (1497-'99) — een baken op weg naar Kaap de Goede Hoop en verder. Het originele kruis is later overgebracht naar het museum voor oceanografie in Berlijn en vervangen door een replica. Deze replica bleek niet geheel op de originele plaats te staan en daarom staat er nu nog een tweede replica, wel op de goede plaats.
Tussen 1898 en 1903 is er een behoorlijke gemeenschap bij Kaap Kruis die zich bezighoudt met het verzamelen van guano. Een flinke begraafplaats herinnert aan deze periode. Tegenwoordig is de kolonie pelsrobben de belangrijkste trekpleister voor toeristen.
Jacht
[bewerken | brontekst bewerken]De pelsrobben worden bejaagd door de lokale bevolking, die van de Namibische overheid elk jaar een quotum van tienduizenden robben mag stropen. Dit omdat de zeehonden verantwoordelijk worden gehouden voor het opeten van grote hoeveelheden vis. Volgens Zuid-Afrikaans onderzoek zijn de robben echter slechts voor een zeer klein deel hiervoor verantwoordelijk. Het stropen gebeurt in de vroege morgen in het jachtseizoen van juli tot november voordat de toeristen komen. Na afloop van de jacht wordt het bloed onder het zand geschoven middels bulldozers om de sporen uit te wissen. In 2013 werden er naar schatting 80.000 tot 90.000 babyzeehonden (7 tot 11 maanden oud) en 6.000 mannetjes doodgeknuppeld.[1]
- ↑ Penny Banham, The Namibian Seal Cull (8 juli 2014). Gearchiveerd op 23 januari 2016. Geraadpleegd op 05-12-2016.