Kempische kanalen
De Kempische kanalen zijn de kanalen die tussen 1820 en 1940 in het Belgische gedeelte van de Kempen aangelegd zijn. Onder de term worden zeven waterwegen geschaard.
- Op het onvoltooide grand Canal du Nord (1808-10) na, is de Zuid-Willemsvaart (1822-6) het eerste kanaal in de Kempen.
- Zodra België onafhankelijk is, maakt het werk van een verbinding naar Antwerpen: de Kempische Vaart (1843-6), waarvan het oostelijke deel na verbreding en uitdieping hernoemd werd tot Kanaal Bocholt-Herentals in 1928, en waarvan het westelijke deel in de jaren 1930 grotendeels opging in het Albertkanaal.
- Tezelfdertijd wordt vanuit Dessel het Aftakkingskanaal naar Turnhout gegraven (1844-6). Later komt ook een rechtstreekse verbinding Antwerpen-Turnhout, het Kanaal van Turnhout (1874-5), tot stand. Tegenwoordig[(sinds) wanneer?] worden beide kanalen onder de noemer Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten geplaatst.
- In Beverlo is intussen het legerkamp Leopoldsburg opgericht. Met het Kanaal naar Beverlo (1854-7) krijgt dat aansluiting op het waterwegennet.
- Vanaf het "kanalenkruispunt van Dessel" wordt begonnen aan het Aftakkingskanaal naar Hasselt (1854-8), nu[(sinds) wanneer?] Kanaal Dessel-Kwaadmechelen.
- Het Albertkanaal (1930-9) zorgt voor een kortere verbinding tussen Luik en Antwerpen. Het neemt gedeelten van de Kempische Vaart en het Aftakkingskanaal naar Hasselt over, die om deze reden hun huidige benaming krijgen.
- Het Kanaal Briegden-Neerharen (1930-4) vormt een rechtstreekse verbinding tussen het nieuwe Albertkanaal en de Zuid-Willemsvaart.