Kunstrijden op de Olympische Winterspelen 1952

Het kunstrijden is een van de sporten die beoefend werden tijdens de Olympische Winterspelen 1952 in Oslo. Het was de achtste keer dat het kunstrijden op het olympische programma stond. In 1908 en 1920 stond het op het programma van de Olympische Zomerspelen. De wedstrijden vonden plaats van 16 tot en met 22 februari op de natuurijsvloeren van het Jordalstadion (verplichte kür voor mannen en vrouwen) en het Bislettstadion. De wedstrijden in het Bislettstadion vonden in de avond bij kunstlicht plaats.

In totaal namen 63 deelnemers (26 mannen en 37 vrouwen) uit vijftien landen deel aan deze editie. Vijf mannen (waaronder de drie medaillewinnaars), drie vrouwen (waaronder de gouden en bronzen medaillewinnaars) en drie paren (waaronder de zilveren en bronzen medaille winnaars) namen voor de tweede keer deel.

De Amerikaan Richard "Dick" Button prolongeerde zijn olympische titel, de Britse Jeannette Altwegg veroverde na haar bronzen medaille in 1948 nu de gouden medaille.

Eindrangschikking

Elk van de negen juryleden rangschikte de deelnemer van plaats 1 tot en met de laatste plaats. Deze plaatsing geschiedde op basis van het toegekende puntentotaal door het jurylid gegeven. (Deze puntenverdeling was weer gebaseerd op 60% van de verplichte kür, 40% van de vrije kür bij de solo disciplines). De uiteindelijke rangschikking geschiedde bij een absolute meerderheidsplaatsing. Dus, wanneer een deelnemer als enige bij meerderheid als eerste was gerangschikt, kreeg hij de eerste plaats toebedeeld. Vervolgens werd voor elke volgende positie deze procedure herhaald, waarbij het aantal plaatsingen voor die positie werd bepaald door het aantal keren dat diezelfde positie of hogere positie werd behaald (dus, voor plaats 2 telden alle top 2 plaatsen, voor plaats 3 alle top 3 plaatsen, enz.). Wanneer geen meerderheidsplaatsing kon worden bepaald, dan volgde de procedure voor de volgende plaats tot een meerderheidsplaatsing was bereikt. Bij een gelijk aantal meerderheidsplaatsingen waren beslissende factoren: 1) laagste som van plaatsingcijfers van alle juryleden, 2) totaal behaalde punten, 3) punten behaald in de verplichte kür.

Op 19 (verplichte kür) en 21 februari (vrije kür) streden veertien mannen uit elf landen om de medailles.

r/m = rangschikking bij meerderheid, pc/9 = som plaatsingcijfers van alle negen juryleden (vet = beslissingsfactor)
rang sporter(s) land r/m pc/9 punten
Goud Dick Button Vlag van Verenigde Staten USA 9x1 (1-1-1-1-1-1-1-1-1) 9 1730,3
Zilver Helmut Seibt Vlag van Oostenrijk AUT 6x2 (4-2-2-2-2-3-2-4-2) 23 1621,3
Brons James Grogan Vlag van Verenigde Staten USA 9x3 (2-3-3-3-3-2-3-2-3) 24 1627,4
4 Hayes Alan Jenkins Vlag van Verenigde Staten USA 9x5 (3-5-5-5-5-5-4-3-5) 40 1571,3
5 Peter Firstbrook Vlag van Canada CAN 7x5 (5-4-6-6-4-4-5-5-4) 43 1558,1
6 Carlo Fassi Vlag van Italië ITA 9x6 (6-6-4-4-6-6-6-6-6) 50 1528,4
7 Alain Giletti Vlag van Frankrijk FRA 9x7 (7-7-7-7-7-7-7-7-7) 63 1469,1
8 Freimut Stein Vlag van Duitsland GER 9x8 (8-8-8-8-8-8-8-8-8) 72 1403,6
9 François Pache Vlag van Zwitserland SUI 5x9 (12-9-9-14-10-9-9-11-9) 92 1259,3
10 Adrian Swan Vlag van Australië AUS 8x11 (9-11-11-11-11-12-10-10-10) 95 1248,2
11 Kurt Oppelt Vlag van Oostenrijk AUT 7x11 (11-10-10-9-12-11-11-13-11) 98 1233,3
12 Győrgy Czakó Vlag van Hongarije HUN 5x12 (10-13-13-12-14-14-12-12-12) 112 1191,0
13 Kalle Tuulos Vlag van Finland FIN 8x13 (14-12-12-13-13-13-13-9-13) 112 1180,9
14 Per Cock-Clausen Vlag van Denemarken DEN - (13-14-14-10-9-10-14-14-14) 112 1203,5

Op 16 en 17 (verplichte kür) en 20 februari (vrije kür) streden 25 vrouwen uit elf landen om de medailles.

r/m = rangschikking bij meerderheid, pc/9 = som plaatsingcijfers van alle negen juryleden (vet = beslissingsfactor)
rang sporter(s) land r/m pc/9 punten
Goud Jeannette Altwegg Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 6x1 (4-2-1-1-1-1-1-1-2) 14 1455,8
Zilver Tenley Albright Vlag van Verenigde Staten USA 5x2 (1-1-3-5-2-2-3-2-3) 22 1432,2
Brons Jacqueline du Bief Vlag van Frankrijk FRA 7x3 (3-3-2-2-4-3-2-4-1) 24 1422,0
4 Sonya Klopfer Vlag van Verenigde Staten USA 6x4 (2-5-4-4-3-4-4-5-5) 36 1391,7
5 Virginia Baxter Vlag van Verenigde Staten USA 5x5 (5-4-7-9-5-6-7-3-4) 50 1369,9
6 Suzanne Morrow Vlag van Canada CAN 7x6 (6-6-6-8-8-5-5-6-6) 56 1344,0
7 Barbara Wyatt Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 7x7 (7-7-5-6-6-9-9-7-7) 63 1335,4
8 Gundi Busch Vlag van Duitsland GER 6x8 (10-9-8-7-7-8-8-10-8) 75 1316,6
9 Marlene Smith Vlag van Canada CAN 5x9 (8-8-15-15-10-7-11-9-9) 92 1298,6
10 Erika Kraft Vlag van Duitsland GER 5x10 (12-10-9-11-12-11-6-8-10) 89 1293,9
11 Valda Osborn Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 8x11 (9-11-11-3-11-12-10-11-11) 89 1302,9
12 Helga Dudzinski Vlag van Duitsland GER 7x12 (11-14-10-10-9-13-12-12-12) 103 1284,9
13 Vera Smith Vlag van Canada CAN 6x13 (13-15-12-13-13-10-14-14-13) 117 1244,0
14 Nancy Burley Vlag van Australië AUS 6x15 (18-12-13-16-15-18-15-13-15) 135 1220,7
15 Susi Wirz Vlag van Zwitserland SUI 6x16 (14-13-16-12-14-17-16-17-17) 136 1220,2
16 Annelise Schilhan Vlag van Oostenrijk AUT 6x16 (16-16-17-18-17-14-13-15-14) 140 1212,7
17 Patricia Devries Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 7x17 (15-17-14-17-16-16-17-18-18) 148 1195,3
18 Yolande Jobin Vlag van Zwitserland SUI 5x17 (17-18-18-14-18-15-19-16-16) 151 1192,3
19 Sissy Schwarz Vlag van Oostenrijk AUT 7x20 (19-19-20-21-22-19-18-20-20) 178 1141,9
20 Leena Pietilä Vlag van Finland FIN 5x20 (20-20-22-19-23-20-21-19-21) 185 1122,6
21 Gweneth Molony Vlag van Australië AUS 6x21 (21-21-21-20-20-23-22-23-19) 190 1119,1
22 Alida Elizabeth Stoppelman Vlag van Nederland NED 8x22 (22-22-19-22-21-21-23-21-22) 193 1111,9
23 Eszter Jurek Vlag van Hongarije HUN 8x23 (23-23-23-24-19-22-20-22-23) 199 1093,3
24 Ingeborg Nilsson Vlag van Noorwegen NOR - (24-24-24-23-24-24-24-24-24) 215 1019,9
- Bjørg Løhnner Øien Vlag van Noorwegen NOR opgave

Op 22 februari (vrije kür) streden dertien paren uit acht landen om de medailles.

r/m = rangschikking bij meerderheid, pc/9 = som plaatsingcijfers van alle negen juryleden (vet = beslissingsfactor)
rang sporter(s) land r/m pc/9 punten
Goud Ria Falk / Paul Falk Vlag van Duitsland GER 6x1 (1-2-2-1-1-1-1,5-1-1) 11,5 102,6
Zilver Karol Kennedy / Peter Kennedy Vlag van Verenigde Staten USA 7x2 (2-1-1-2-2-2-1,5-3-3) 17,5 100,6
Brons Marianna Nagy / László Nagy Vlag van Hongarije HUN 8x4 (4-4-4-4-5-3-3-2-2) 31,0 97,4
4 Jennifer Nicks / John Nicks Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 5x4 (5-5-3-3-4-4-5-4-6) 39,0 95,4
5 Frances Dafoe / Norris Bowden Vlag van Canada CAN 6x6 (3-3-5-6-6-7-7-7-4) 48,0 94,4
6 Janet Gerhauser / John Nightingale Vlag van Verenigde Staten USA 7x6 (6-6-6-5-7-6-4-6-8) 54,0 92,6
7 Silvia Grandjean / Michel Grandjean Vlag van Zwitserland SUI 8x7 (8-7-7-7-3-5-6-5-5) 53,0 92,7
8 Ingeborg Minor / Hermann Braun Vlag van Duitsland GER 7x8 (7-8-8-8-8-8-8-9-9,5) 73,5 81,8
9 Sissy Schwarz / Kurt Oppelt Vlag van Oostenrijk AUT 6x9 (9-10-9-9-9-10-9-11-7) 83,0 85,5
10 Éva Szöllősi / Gábor Vida Vlag van Hongarije HUN 5x10 (11-11-12-11-10-9-10-8-9,5) 91,5 83,2
11 Peri Horn / Raymond Lockwood Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 9x11 (10-9-11-10-11-11-11-10-11) 94,0 82,2
12 Britta Lindmark / Ulf Berendt Vlag van Zweden SWE 9x12 (12-12-10-12-12-12-12-12-12) 106,0 78,8
13 Bjørg Skjælaaen / Reidar Børjeson Vlag van Noorwegen NOR - (13-13-13-13-13-13-13-13-13) 117,0 75,2

Medaillespiegel

[bewerken | brontekst bewerken]
rang land Goud Zilver Brons totaal
1 Vlag van de Verenigde Staten Verenigde Staten 1 2 1 4
2 Vlag van Duitsland Duitsland 1 0 0 1
2 Vlag van Groot-Brittannië Groot-Brittannië 1 0 0 1
4 Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 0 1 0 1
5 Vlag van Frankrijk Frankrijk 0 0 1 1
5 Vlag van Hongarije Hongarije 0 0 1 1
3 3 3 9