Sat-netjer

Sat-netjer
in hiërogliefen
nTrzA
t

S3t-nṯr

Sat-netjer (Vertaling: "Goddelijke dochter" of "Godsdochter") was een van de eerste koninklijke titels die aan het hof van het oude Egypte werden verleend aan vertegenwoordigsters van de vrouwelijke zijde van het faraoschap, om hen te onderscheiden en aldus hun status te bevestigen. De titel Sat-netjer wordt vooral in het Oude Rijk geattesteerd, in de 4e, 5e en 6e dynastie van Egypte. Later komt deze titel enkel nog voor bij koningin Hatsjepsoet en twee keer in de 25e dynastie van Egypte.

Archeologische aanwijzingen

[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste koninklijke vrouwe die zich "Godsdochter" noemde was Hetepheres I, de moeder van de latere farao Choefoe (Cheops), de piramidenbouwer. De titel werd gedragen door koningin-moeders die hetzij van koninklijke hetzij van burgerlijke afkomst waren en die een zoon hadden die de troon besteeg. "God" schijnt hier dus niet op de koning van toepassing.

Sat-netjer-nit-chetef
in hiërogliefen
R8zA
X1
N35
X1
F32
X1
f

S3t-nṯr-n.it-ḫtf

De titel komt ook voor in de variant Sat-Netjer-nit-chetef (Vertaling: Lijfelijke godsdochter). Door deze titel kregen koningen die als zoon van de titeldraagster aan de macht kwamen een goddelijke status aan moeders zijde.

Een andere variant was Sat-netjer-oet (Vertaling: Dochter van deze god), een wat meer aanwijzende vorm.

  • Dodson Aidan & Hilton Dyan, (2004): The Complete Royal Families of Ancient Egypt, Thames & Hudson, ISBN 0-500-05128-3
  • Grajetzki, Wolfram, (2005): Ancient Egyptian Queens - A Hieroglyphic Dictionary, Golden House Publications, Londen, ISBN 0-9547218-9-6
  • Roth, Silke, (2001): Die Königsmütter des Alten Ägypten von der Frühzeit bis zum Ende der 12. Dynastie, Harrassowitz, Wiesbaden, ISBN 3-447-04368-7, pp. 71-72, 261-267, 369 & 388.