Lijst van Tibetaanse heersers

Dit is een lijst met heersers in Tibet en sinds 1959 inclusief de regering ballingschap. De lijst strekt van koningen, keizers en andere vorsten aan het begin van de geschiedenis van Tibet tot dalai lama's, regenten en politici in de nieuwe en moderne tijd.

Er bestaan meerdere genealogische lijsten in de Tibetaanse literatuur over deze dynastie. Meestal komt die literatuur op veertig, eenenveertig of tweeënveertig namen uit. Het verschil zit met name in de ordening van de namen van de eerste negen koningen. De allereerste koningen gebruikten ook wel de dynastieke naam van Pugyel , koning van Pu, die waarschijnlijk verband houdt met de oorsprong van de dynastie in Powo , het zuidoosten van Tibet. Feitelijk waren de koningen tot aan de tweeëndertigste (Namri Songtsen) niet meer dan de belangrijkste clanleider in een relatief klein gebied.

Er is consensus bij hedendaagse tibetologen dat de eerste namen op de lijst mythische figuren zijn. De in deze lijst als achtentwintigste voorkomende koning ( Totori Nyantsen ) is de eerste op de lijst waarvan tibetologen het historisch bestaan zeker achten. Vanaf de eenendertigste koning Takri Nyenzig is historisch betrouwbaar geachte informatie aanwezig. Dat is ook de beginperiode van het Tibetaanse rijk. De aanwezigheid van historisch betrouwbare informatie heeft in de vakliteratuur tot aanzienlijke aanpassingen geleid van deze lijst vanaf de drieëndertigste koning Songtsen Gampo

Zie * Lijst van koningen van het Tibetaanse rijk

Nr. regering (circa) naam Wylie
1 Nyatri Tsenpo gnya khri btsan po
2 Mutri Tsenpo mu khri btsan po
3 Dingtri Tsenpo ding khri btsan po
4 Sotri Tsenpo so khri btsan po
5 Mertri Tsenpo mer khri btsan po
6 Daktri Tsenpo gdags khri btsan po
7 Siptri Tsenpo srib khri btsan po
8 Drigum Tsenpo gri gum btsan po
9 Jatri Tsenpo (Pude Gunggyel) pu de gung rgyal / bya khri btsan po
10 Esholek Tsenpo e sho legs
11 Desholek Tsenpo de sho legs
12 Tisholek Tsenpo thi sho legs
13 Gongrulek Tsenpo gung ru legs
14 Drongzherlek Tsenpo vbrong zhi legs
15 Isholek Tsenpo i sho legs
16 Zanam Zindé za nam zin lde
17 Détrül Namzhung lde vphrul nam gzhung
18 Senöl Namdé se snol gnam lde
19 Senöl Podé se snol po lde
20 Dénölnam lde snol nam
21 Dénölpo lde snol po
22 Dégyelpo lde rgyal po
23 Détrintsen lde sprin btsan
24 Tori Lungtsen to ri lung btsan
25 Tritsennam khri btsan nam
26 Tridra Pungtsen khri sgra dpung btsan
27 Tri Tokjé Togtsen thog rje thog btsan
28 vijfde eeuw Totori Nyantsen tho tho ri gnyan btsan
29 Trinyen Songtsen khri gnyan gzungs btsan
30 Drongnyen Deru vbrong gnyan lde ru
31 eind zesde eeuw Takri Nyenzig stag ri gnyan gzigs / dmus long dkon pa bkra gshis
32 601617 Namri Songtsen gnam ri srong btsan
33 629650 Songtsen Gampo srong btsan sgam po
34 650655 Gungri Gungtsen gung ri gung btsan
35 649676 Mansong Mangtsen mang srong mang btsan
36 655676 Tridu Songtsen (Düsong Mangpojé) vdus srong mang po rje
37 704755 Tridé Tsungtsen (Mé Agtsom) khri lde gtsug brtan / mes ag tshom
38 755797 Trisong Detsen khri srong lde btsan
39 797798 Muné Tsenpo mu ne btsan po
40 798815 Sadnaleg (Tride Songtsen) sad na legs / mu tig btsan po / khri lde sron brtsan
41 815841 Tri Ralpachen khri ral pa can / khri gtsug lde btsan
42 841842 Langdarma glang dar ma / u dum btsan po

Sakya-dynastie

[bewerken | brontekst bewerken]

Uit de Sakya-traditie kwamen invloedrijke leiders voort, waaronder Sakya Pandita als wereldlijke vorst over de tienduizendschappen van Tibet.

Naam Leven In functie Wylie
6. Sakya Pandita 1182-1251 1216-1243 sa skya pandi ta kun dga’ rgyal mtshan
7. Phagspa 1235-1280 1265-1266
1276-1280
chos rgyal 'phags pa blo gros rgyal mtshan
8. Rinchen Gyaltsen 1238-1279 1267-1275 rin chen rgyal mtshan
9. Dharmapala Rakshita 1268-1287 1281-1287
10. Sharpa Jamyang Rinchen Gyaltsen 1258-1306 1288-1297 shar pa 'jam dbyangs rin chen rgyal mtshan
11. Sangpo Päl 1262-1324 1298-1324 bzang po dpal
12. Namkha Legpa 1305-1343 ca. 1324-1342 nam mkha' legs pa'i rgyal mtshan
13. Jamyang Donyö Gyaltsen 1310-1344 ca. 1342-1344 'jam dbyangs don yod rgyal mtshan
14. Lama Dampa Sönam Gyaltsen 1312-1375 1344-1347 bla ma dam pa bsod nams rgyal mtshan
15. Tawen Lodrö Gyaltsen 1332-1364 1347-1364 ta dben blo gros rgyal mtshan

De volgende dishi's of keizerlijk leermeesters dienden aan het hof van de Mongoolse Yuan-dynastie:

  1. Phagspa
  2. Rinchen Gyaltsen (1267-1275)
  3. Dharmapala Rakshita (1281-1287)
  4. Yeshe Rinchen (1286-1291)
  5. Dragpa Öser (1291-1303)
  6. Rinchen Gyaltsen (ca. 1303 - ca. 1305)
  7. Sanggye Päl (1305-1314)
  8. Künga Lodrö Gyaltsen Päl Sangpo (1315-1327)
  9. Wangchug Gyaltsen (1323-1325)
  10. Künga Legpa Jungne Gyaltsen Päl Sangpo (1328-1329)
  11. Rinchen Drashi (1329-1332)
  12. Künga Gyaltsen Päl Sangpo (1333-1358)
  13. Lachen Sönam Lodrö (1358-1362)
  14. Namgyal Päl Sangpo (ca. 1362)

Legendarisch was Gesar, over wie het Epos van koning Gesar is geschreven

  1. Tai Situ Changchub Gyaltsen (1302 - 1364)
  2. Desi Jamyang Shakya Gyaltsen (1340 - 1373)
  3. Gongma Shakya Rinchen (1373)
  4. Desi Dragpa Changchub (1356 - 1386)
  5. Desi Sonam Dragpa (1359 - 1408)
  6. Gongma Dragpa Gyaltsen (1374 - 1432)
  7. Gongma Dragpa Jungne (1414 - 1446)
    Afbrokkeling
    Parallel: opkomst van de Rinpung-dynastie en de Tsang-dynastie
    8. vermeend: Sanggye Gyaltsen
  8. Gongma Künga Legpa (1433 - 1483)
  9. Gongma Ngagi Wangpo (1439 - 1491)
  10. Desi Tsogye Dorje (1491-1499; regent)
  11. Gongma Ngawang Tashi Dragpa (1488 - 1564)
  12. Gongma Ngawang Dragpa Gyaltsen (? - ca. 1579)
  13. Nampar Gyalwa (? - ca. 1600)
  14. Mipam Sönam Wangchug Dragpa Namgyal Pälsang (ca. 1600 - 17e eeuw)

Tijdperk van de dalai lama's

[bewerken | brontekst bewerken]
Het Potala-paleis, voorheen winterresidentie van de dalai lama's

In het tijdperk van de dalai lama's was het pas de vijfde dalai lama die de feitelijke regering van Tibet in handen kreeg. De twee dalai lama's voor hem waren hooggeplaatste monniken in de gelugtraditie in het Tibetaans boeddhisme. De eerste twee dalai lama's kregen hun titel postuum toegewezen.

  1. Dalai lama Gendün Drub (1391 - 1474)
  2. Dalai lama Gendün Gyatso (1475 - 1542)
  3. Dalai lama Sönam Gyatso (1543 - 1588)
  4. Dalai lama Yönten Gyatso (1589 - 1616)
  5. Dalai lama Ngawang Lobsang Gyatso (1617 - 1682)
    Regent Sönam Chöpel, Sonam Rabten (1642 - 1658)
    Regent Trinley Gyatso, 'P'rin-las-rgya-mts'o (19 augustus 1660 - 30 maart 1668)
    Regent Lobsang Thutob (Thustobs) Blo-bzan-mThu-stobs (26 september 1669 - maart 1675)
    Regent Lobsang Jimpa Blo-bzan-sbyin-pa (16 oktober 1675 - 21 juni 1679)
    Regent Sanggye Gyatso (1678 - 1703)
  6. Dalai lama Tsangyang Gyatso (1683 - 1706) (regeerde vrijwel niet zelf)
    Koning van Tibet Lhabzang Khan (1703 - 1717)
    Regent Ngawang Rinchen (1703 - 1706)
    Dalai lama-pretendent Yeshe Gyatso (1706 - ±1708)
  7. Dalai lama Kälsang Gyatso (1708 - 1757) (regeerde vrijwel niet zelf)
    Regent Tagtsepa (1717 - 1720)
    Regent Khangchenne (1720 - 1727)
    Regent en koning van Tibet Pholhanas (1728 - 1747)
    Regent en koning van Tibet Gyurme Namgyal (1747 - 1750)
    Regent Gashi Pandita (1750 - ?)
    Regent, de zesde demo rinpoche, Jampäl Geleg Gyatso (1757 - 1777)
  8. Dalai lama Jampäl Gyatso (1758 - 1804) (regeerde vrijwel niet zelf)
    Regent, de eerste Tsemönling rinpoche, Ngawang Tsültrim (1777 - 1786)
    Regent, de achtste Tatsag rinpoche, Tenpey Gonpö (1791 - 1811)
    Regent, de zevende demo rinpoche, Ngawang Lobsang Thubten Jigme Gyatso (1811 - 1819)
  9. Dalai lama Lungtog Gyatso (1806 - 1815) (regeerde niet zelf)
    Regent, de tweede Tsemönling rinpoche, Ngawang Jampäl Tsültrim Gyatso (1819 - 1844)
  10. Dalai lama Tsültrim Gyatso (1816 - 1837) (regeerde niet zelf)
    Regent, de derde Reting rinpoche, Ngawang Yeshe Tsültrim Gyatso (1845 - 1862)
  11. Dalai lama Khädrub Gyatso (1838 - 1856) (regeerde niet zelf)
  12. Dalai lama Trinley Gyatso (1856 - 1875) (regeerde niet zelf)
    Regent, Wangchug Gyalpo Shatra (1862-1864)
    Regent Dedrug Khyenrab Wangchug (1864 - 1873)
    Regent, de tiende Tatsag rinpoche Tatsag Ngawang Pälden (1875 - 1886).
    Regent, de negende demo rinpoche, Lobsang Trinley (1886 - 1895).
  13. Dalai lama Thubten Gyatso (1876 - 1933)
    Regent, de vijfde Reting rinpoche, Jampäl Yeshe Gyaltsen (1933 - 1941)
    Regent de tweede Tagdrag rinpoche, Ngawang Sungrab Thutob (1942 - 1950)
  14. Dalai lama Tenzin Gyatso (1935 - heden)

In deze tijd regeerden de kalön tripa's (premiers) van de kashag. Daarnaast hadden de dertiende en veertiende dalai lama tijdens hun volwassenheid de regering in handen. Kalön tripa's waren:

Tibetaanse Autonome Regio

[bewerken | brontekst bewerken]
Tibet in China

De Tibetaanse Autonome Regio werd officieel pas gevormd in 1965. Niettemin nam de Communistische Partij van China de militaire macht in Centraal-Tibet al over met de invasie van Tibet in 1950-51; in de provincie Kham gebeurde dit in feite al in 1949. De belangrijkste leiders in die tijd waren de partijsecretarissen.

Partijsecretarissen

[bewerken | brontekst bewerken]
  1. Zhang Guohua (januari 1950 - juni 1951)
  2. Fan Ming (juni 1951 - december 1951)
  3. Zhang Jingwu (maart 1952 - augustus 1965)
  4. Zhang Guohua (september 1965 - 1967)
  5. Ren Rong (augustus 1971 - maart 1980)
  6. Yin Fatang (maart 1980 - juni 1985)
  7. Wu Jinghua (juni 1985 - december 1988)
  8. Hu Jintao (december 1988 - november 1992)
  9. Chen Kuiyuan (november 1992 - september 2000)
  10. Guo Jinlong (september 2000 - december 2004)
  11. Yang Chuantang (december 2004 - november 2005)
  12. Zhang Qingli (november 2005 - mei 2006)
  13. Zhang Qingli (mei 2006 - heden)

Voorzitters in de Tibetaanse Autonome Regio

[bewerken | brontekst bewerken]
V.l.n.r. Jampa Püntsog (12e) en Padma Choling (13e)
   Voorzitter van het Voorbereidingscomité
  1. Dalai lama Tenzin Gyatso (april 1956 - maart 1959)
  2. Pänchen lama Chökyi Gyaltsen (maart 1959 - december 1964)
    Voorzitter van het Volkscomité
  3. Ngabo Ngawang Jigme (december 1964 - begin van de Culturele Revolutie)
    Voorzitter van het Revolutionair Comité
  4. Zeng Yongya (september 1968 - november 1970)
  5. Ren Rong (november 1970 - augustus 1979)
    Voorzitter van de Volksregering
  6. Tian Bao (augustus 1979 - april 1981)
  7. Ngabo Ngawang Jigme (april 1981 - mei 1983)
  8. Dorje Tseten (mei 1983 - december 1985)
  9. Dorje Tsering (december 1985 - mei 1990)
  10. Gyaincain Norbu (mei 1990 - mei 1998)
  11. Legchog (mei 1998 - mei 2003)
  12. Jampa Püntsog (mei 2003 - januari 2010)
  13. Padma Choling (januari 2010 - heden)

Voorzitter van het Permanente Comité van het Volkscongres

[bewerken | brontekst bewerken]
  1. Ngabo Ngawang Jigme (1979 - 1981)
  2. Yang Dongsheng (1981 - 1983)
  3. Ngabo Ngawang Jigme (1983 - 1993)
  4. Raidi (1993 - 2003)
  5. Legchog (2003 -)

Tibetaans ballingschap

[bewerken | brontekst bewerken]
McLeod Ganj
Zie Lijst van ministers in Tibetaans ballingschap en Tibetaanse diaspora voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

Na de vlucht van de veertiende dalai lama Tenzin Gyatso in 1959 naar India richtte hij daar de Tibetaanse regering in ballingschap op. Daarnaast vestigde hij een Tibetaans parlement in ballingschap en kwam er een Handvest van de Tibetanen in ballingschap. De regering in ballingschap zetelt in McLeod Ganj, ook wel Boven Dharamsala genoemd.

Deze instituties waren in feite een voortzetting van de regering van historisch Tibet en de uiteindelijke macht lag bij de dalai lama. In 1990 en in 2000 voerde de dalai lama verschillende hervormingen door, waardoor de zeggenschap formeel in handen van de democratie in ballingschap kwam te liggen. Niettemin is het gezag van de dalai lama dusdanig, dat er feitelijk niet om zijn wil heen geregeerd wordt.

Kalön tripa's (premiers) van de ballingschapsregering:

Zie de categorie Kings of Tibet van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.