Lijst van koningen van Aššur

De onderstaande tabel van de koningen van Aššur is vooral gebaseerd op de Assyrische koningslijst. De nummering tot 110 weerspiegelt de nummering op die lijst en is voortgezet voor koningen na Salmanasser V die niet meer op de gevonden lijsten voorkomen.

De koningen van Aššur waren tot de regering van Sjamsji-Adad I in 1813 v.Chr. primi inter pares (eersten onder hun gelijken), maar deze Amoriet introduceerde de absolute monarchie.

"Koningen die in tenten leefden"
1 Tudiya ca. 2350 v.Chr.
2 Adamu Volgens Yamada weerspiegelen deze 'koningen' niet veel meer dan de namen van de nomadische Amoritische clans
die Sjamsji-Adad I als zijn voorouders beschouwde, en Finkelstein wijst op de grote overeenkomst
met namen in genealogie van Hammurabi[1] maar vondsten met de naam Tudiya geven aan dat er meer achter kan steken.
Vooralsnog weten we niet meer dan de namen op de koningslijst.[2]
3 Yangi
4 Suhlamu
5 Harharu
6 Mandaru
7 Imsju
8 Harsju
9 Didanu
10 Hanu
11 Zuabu
12 Nuabu, zoon van Zuabu
13 Abazu, zoon van Nuabu onderkoning van Maništušu van Akkad,
14 Belu of Tillu zoon van Abazu,
15 Asarah zoon van Belu
16 Ušpia ca. 2020 v.Chr.
Koningen wier vaders bekend zijn
17 Apiashal zoon van Ušpia
18 Hale zoon van Apiasjal
19 Samani zoon van Hale
20 Hayani zoon van Hayani
21 Ilu-mer zoon van Hayani
22 Yakmesi zoon van Ilu-Mer
23 Yakmeni zoon van Yakmesi
24 Yazkur-el zoon van Yakmeni
25 Ila-Kabkabu zoon van Yazkur-El
26 Aminu zoon van Ila-kabkabu
Koningen wier eponiemen onbekend zijn
27 Sulili zoon van Aminu
28 Kikkia zoon van Sulili
29 Akiya zoon van Kikkiya
30 Puzur-Aššur I ca. 1975 v.Chr. Eerste koning met een Akkadische naam.
31 Šallim-Ahhe -1946 v.Chr. zoon van Puzur-Aššur I
32 Ilušuma ca. 1945-1906 v.Chr. overvallen tot in Zuid-Mesopotamië
Oud-Assyrische periode[3]
33 Erišum I 1974-1935 v.Chr.
34 Ikunum 1934-1921 v.Chr.
35 Sargon I 1920-1881 v.Chr.
36 Puzur-Assur II 1880-1873 v.Chr.
37 Naram-Sin 1872-1819 v.Chr.
38 Erišum II 1818-1809 v.Chr.
39 Šamši-Adad I 1808-1776 v.Chr. Amoritische overweldiger
40 Išme-Dagan I 1775 1761? v.Chr. Door Hammurabi van de troon gestoten
Bezetting, burgeroorlog en bevrijding van Amorieten
Mut-aškur? Amoritische vazallen van Hammurabi
Asinum?
Puzur-Sin?
41 Aššur-Dugul 1741-1735 Akkadiër
42 Aššur-Apla-Idi 1735 Burgeroorlog
43 Nasir-Sin 1734
44 Sin-Namir 1734
45 Ibqi-Isjtar 1733
46 Adad-Salulu 1733
Adasiden-dynastie
47 Adasi 1732
48 Belu-Bani 1700-1691 v.Chr.
49 Libaia 1690-1674 v.Chr.
50 Šarma-Adad I 1673-1662 v.Chr.
51 Iptar-Sin 1661-1650 v.Chr.
52 Bazaira 1649-1622 v.Chr.
53 Lullaia 1621-1618 v.Chr.
54 Shu-Ninua 1615-1602 v.Chr.
55 Šarma-Adad II 1601 v.Chr.
56 Erišum III 1598-1586 v.Chr.
57 Šamši-adad II
58 Išme-Dagan II
59 Šamši-adad III
60 Aššur-nirari I 1547-1522 v.Chr.
61 Puzur-aššur III 1521-1498 v.Chr.
62 Enlil-nāṣir I 1479-1466 v.Chr.
63 Nur-Ili
64 Aššur-Šaduni
65 Aššur-Rabi I
Vazalschap van Mitanni
66 Aššur-Nadin-Ahhe I
67 Enlil-nasir II
68 Aššur-Nirari II
69 Aššur-Bel-Nišešu
70 Aššur-Rā’im-Nišēšu 1408-1401 v.Chr.
71 Aššur-Nadin-Ahhe II † 1393 v.Chr.
72 Eriba-Adad I 1392-1366 v.Chr.
Midden-Assyrische periode
73 Assur-Uballit I 1365-1330 v.Chr. Einde vazalschap van Mitanni
74 Enlil-Nirari 1330-1319 v.Chr.
75 Arik-Den-Ili 1319-1308 v.Chr.
76 Adad-Nirari I 1307-1275 v.Chr.
77 Salmanasser I 1274-1245 v.Chr.
78 Tukulti-Ninurta I 1244-1208 v.Chr.
79 Assur-Nadin-Apli 1207-1204 v.Chr.
80 Assur-Nirari III 1203-1198 v.Chr.
81 Enlil-Kudurri-Usur 1197-1193 v.Chr.
82 Ninurta-Apil-Ekur 1192-1180 v.Chr.
83 Assur-Dan I 1179-1134 v.Chr.
84 Ninurta-Tukulti-Assur 1133-1133 v.Chr.
85 Mutakkil-Nusku 1133-1133 v.Chr.
86 Assur-Resh-Ishi I 1133-1116 v.Chr.
87 Tiglat-Pileser I 1115-1077 v.Chr.
88 Asharid-Apal-Ekur 1077-1074 v.Chr.
89 Assur-Bel-Kala 1074-1057 v.Chr.
90 Eriba-Adad II 1056-1055 v.Chr.
91 Shamshi-Adad IV 1054-1051 v.Chr.
92 Assurnasirpal I 1050-1032 v.Chr.
93 Salmanasser II 1031-1020 v.Chr.
94 Assur-Nirari IV 1020-1016 v.Chr.
95 Assur-Rabi II 1016-973 v.Chr.
96 Assur-Resh-Ishi II 973-967 v.Chr.
97 Tiglat-Pileser II 967-935 v.Chr.
98 Assur-Dan II 934-912 v.Chr.
Nieuw-Assyrische periode
99 Adad-Nirari II 911-891 v.Chr.
100 Tukulti-Ninurta II 891-883 v.Chr.
101 Assurnasirpal II 883-859 v.Chr.
102 Salmanasser III 858-824 v.Chr.
103 Samshi-Adad V 823-810 v.Chr.
Sammuramat, regentes 810-806 v.Chr.
104[4] Adad-Nirari III 806-783 v.Chr.
105 Salmanasser IV 783-772 v.Chr.
106 Assur-Dan III 772-755 v.Chr.
107 Assur-Nirari V 754-745 v.Chr.
108 Tiglat-Pileser III 744-727 v.Chr.
109 Salmanasser V 727-722 v.Chr.
110 Sargon II 722-705 v.Chr.
111 Sanherib 705-681 v.Chr.
112 Esarhaddon 681-669 v.Chr.
113 Assurbanipal 669- ca. 627 v.Chr.
114 Assur-Etil-Ilani 627- ca. 623 v.Chr.
115 Sin-Shumu-Lishir 626
116 Sin-Shar-Ishkun 623-10 augustus 612 v.Chr.
117 Assur-Uballit II ca. 612- ca. 609 v.Chr.

In 612 v.Chr. viel Ninive, de Assyrische hoofdstad, voor de Meden en Babyloniërs. Gesteund door de Perzen en de Egyptenaren, bleef een Assyrische generaal nog even regeren vanuit Harran totdat dit ook werd ingenomen.

Zie de categorie Assyrian kings van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.