Louis de Funès

Louis de Funès
De Funès bij de opnamen van Le Gendarme et les Extra-terrestres
De Funès bij de opnamen van Le Gendarme et les Extra-terrestres
Algemene informatie
Volledige naam Louis Germain David de Funès de Galarza
Geboren 31 juli 1914
Geboorteplaats Courbevoie
Overleden 27 januari 1983
Overlijdensplaats Nantes
Land Vlag van Frankrijk Frankrijk
Handtekening
Handtekening
Officiële website
(en) IMDb-profiel
MovieMeter-profiel
(mul) TMDb-profiel
(en) AllMovie-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

Louis Germain David de Funès de Galarza, bekend als Louis de Funès (Courbevoie, 31 juli 1914Nantes, 27 januari 1983), was een Frans komische acteur. Hij was een van de bekendste Franse filmacteurs van de tweede helft van de twintigste eeuw.

Jeugd en opleiding

[bewerken | brontekst bewerken]

Louis de Funès had Spaanse ouders. Zijn vader, Carlos Luis de Funes de Galarza, behoorde tot de adel en was aanvankelijk advocaat. Zijn moeder, Leonor Soto Reguera, kwam uit de Spaanse hogere burgerij. Ze hadden zich in Frankrijk gevestigd, waar hun drie kinderen – een dochter en twee zonen – werden geboren. Louis was de jongste. Vader De Funes was diamantair en woonde met zijn gezin in een rijke buurt bij Parijs, maar nadat hij door zwendel geruïneerd werd, liet hij vrouw en kinderen in de steek en vertrok naar Venezuela.

Het achtergebleven gezin moest verhuizen naar een veel eenvoudigere woning en moeder Leonor moest haar kinderen in vrij moeilijke omstandigheden opvoeden. Ze kon zeer autoritair en driftig tegenover hen zijn. Louis de Funès zou later zeggen dat zijn moeder met haar theatrale driftbuien zijn voornaamste lerares acteren was geweest.

Louis de Funès leerde al vanaf zijn vijfde piano spelen. Hij volgde eerst een opleiding tot bontbewerker en studeerde later filmtechniek, maar werd in beide gevallen van school gestuurd. Daarop oefende hij allerlei baantjes uit. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij als barpianist in een nachtclub, terwijl hij overdag lessen aan een toneelschool volgde. Daar leerde hij de acteur Daniel Gélin kennen, die er in 1945 voor zorgde dat hij voor het eerst een rolletje in een film kreeg.

Begin van zijn loopbaan

[bewerken | brontekst bewerken]
Louis de Funès in 1952

De daaropvolgende jaren speelde De Funès in tientallen films kleine, meestal onopvallende rolletjes. Tegelijk werkte hij op het toneel. Hij nam bijzonder veel acteerwerk aan. Volgens zijn zoon trad hij op één dag soms in drie verschillende toneelstukken op. In 1954 alleen al speelde hij in 18 films.

In 1956 viel hij op in de cultfilm La traversée de Paris van Claude Autant-Lara, waar hij, nog altijd als bijrol, een personage speelde dat later zo typisch voor hem zou zijn.

Louis de Funès in 1958

Zijn eerste hoofdrollen had De Funès in 1957 met Comme un cheveu sur la soupe van Maurice Régamey (de enige film waarin hij zelf pianospeelt) en het jaar daarop met Ni vu, ni connu van Yves Robert, maar het was pas in 1963 dat de eerste echte De Funès-film er kwam: Pouic-Pouic van Jean Girault.

Het jaar daarop (1964) werd de inmiddels vijftigjarige De Funès een echte vedette met twee kaskrakers: Le Gendarme de Saint-Tropez, eveneens van Girault, en Fantômas van André Hunebelle. In de eerste film speelde hij de gendarme Ludovic Cruchot, wat zijn bekendste rol zou worden, in de tweede de blunderende commissaris Juve, die de absolute slechterik Fantômas moet bestrijden. Beide personages zou hij nog meerdere malen in vervolgfilms spelen: in totaal kwamen er drie Fantômas- en zes Gendarme-films. De Fantômas-reeks stopte na drie delen, onder meer omdat Jean Marais, die zowel de titelrol als de eigenlijke held speelde, steeds meer in de schaduw gezet werd door het komische optreden van De Funès.

Louis de Funès in 1970

Nog veel groter was het succes dat De Funès in 1965 behaalde met Le Corniaud van Gérard Oury, waarin hij met Bourvil optrad. De film was in Frankrijk goed voor 12 miljoen bezoekers. Het jaar daarop maakte Oury met het duo Bourvil-De Funès de humoristische oorlogsfilm La Grande Vadrouille, de succesvolste Franse film in bijna een halve eeuw (17 miljoen bezoekers).

In de jaren daarop volgde de ene De Funès-film na de andere, alle kaskrakers, met als laatste grote topper Les Aventures de Rabbi Jacob (1973) van Oury, die vaak beschouwd wordt als zijn meest geraffineerde film, vanwege de humor rond vooroordelen en racisme.

Daarnaast bleef hij zeer actief op het toneel. Zijn grootste succes op de planken werd het stuk Oscar, waarin hij meer dan 400 keer optrad en waarvan hij ook een filmversie zou spelen.

De zware inspanningen die hij daarbij leverde, eisten hun tol. Op 21 mei 1975 kreeg De Funès een hartaanval. Een week later volgde een tweede infarct, waardoor hij het acteren voorlopig moest stopzetten.

Laatste jaren

[bewerken | brontekst bewerken]

Een lange periode van herstel volgde. Het toneel werd hem helemaal verboden en filmopnames moesten worden onderbroken door voldoende rustpauzes. Verzekeraars aarzelden om filmproducties met De Funès te verzekeren vanwege het risico voor zijn gezondheid.

In 1976 verscheen De Funès opnieuw op het witte doek, verouderd en vermagerd, met de nieuwe kaskraker L'aile ou la cuisse, een komedie rond de Franse gastronomie. Hij trad nog in een half dozijn films op, waaronder het door hem zelf geregisseerde L'Avare, de verfilming van De vrek van Molière.

Begin 1983 overleed Louis de Funès aan een nieuwe hartaanval. Hij was 68 jaar oud.

Louis de Funès was in de tweede helft van de jaren 1960 de bekendste en best betaalde Franse acteur. In Frankrijk zorgen zijn films voor 270 miljoen verkochte bioscoopkaartjes. Enkele films haalden meer volk naar de bioscoop dan bekende Hollywood-producties. Ook in andere Europese landen was hij enorm populair, zeker in België, Duitsland en Italië, maar ook in het toenmalige Oostblok, met name in Tsjecho-Slowakije.

In de Verenigde Staten was hij minder bekend, hoewel Les Aventures de Rabbi Jacob voor een Golden Globe werd genomineerd.

De Funès blijft populair doordat zijn films via onder andere televisie en dvd bekeken worden.

Het De Funès-type

[bewerken | brontekst bewerken]

In alle films waarin Louis de Funès sinds 1964 optrad, speelt hij personages van een type dat soms werd aangeduid als de "kwade held". Hij is bekrompen, bevooroordeeld, achterdochtig, autoritair, onredelijk en opvliegend. Dat laatste uit zich vaak in spectaculaire driftbuien. Meestal is hij een hooggeplaatst persoon die ondergeschikten afsnauwt en oneerlijk behandelt, maar is hij tegelijk kruiperig jegens wie machtiger is dan hij. Desondanks weet hij met dat antipathieke personage de sympathie van het publiek te winnen, ook al omdat hij nooit echt kwaad doet en uiteindelijk aan de "goede" kant staat, en vaak tot inkeer komt nadat hij zich uit allerlei hachelijke situaties heeft weten te redden. Dat De Funès met dat type zo populair werd, komt wellicht omdat het zo herkenbaar is.

Zijn weinig indrukwekkende figuur (1,64 m hoog, kaal met een haakneus), zijn manier van spreken en zijn gelaatsuitdrukkingen versterkten vaak de humor van zijn voorkomen. Bovendien verscheen hij op het scherm in ontelbare vermommingen, van een Spaanse edelvrouw en een New Yorkse politieagent tot een Belgisch matroos en een hippie.

De echte Louis de Funès was helemaal niet het type dat hij speelde. Hij was eerder timide en voorzichtig en zei van zichzelf dat hij niet veel humor had. Zijn stem klonk anders als hij niet acteerde.

Het enthousiasme van het grote publiek voor De Funès werd aanvankelijk niet gedeeld door veel cinefielen en filmcritici, die vaak hun neus optrokken voor zijn wijze van acteren. In intellectuele kringen werd meewarig gedaan over de "driftkikker" en "smoelentrekker" die optrad in films die weinig om het lijf hadden, maar die in zijn succesjaren meer verdiende dan andere, beter geachte acteurs.

Later werd De Funès meer gewaardeerd om zijn acteertalent. Kenners zien in zijn werk verbanden met de commedia dell'arte en Charlie Chaplin. Zijn humor was clownesk, maar nooit vulgair. Kinderen zijn er dol op. Latere komische acteurs zien in hem een voorbeeld. Bovendien was hij een perfectionist die keihard werkte. Zelfs de kleinste rolletjes die hij in het begin speelde, bereidde hij intensief voor. Zijn komische prestaties, zowel door taal, mimiek en gebaren, waren tot in de puntjes ingestudeerd. De heftigheid waarmee hij acteerde, betekende voor hem een zware fysieke inspanning. Na zijn hartaanvallen moest hij het kalmer aan doen, maar dat ging niet ten koste van de kwaliteit van zijn acteerwerk.

Hij mocht dan een groot acteur zijn, in echt grote films heeft hij niet gespeeld. Er waren plannen om films te maken met befaamde regisseurs, die nooit verwezenlijkt werden. Overigens beschouwde De Funès zichzelf uitdrukkelijk als een komisch acteur. Hij weigerde om in ernstige films op te treden.

Enkele bijzonderheden

[bewerken | brontekst bewerken]
  • De regisseur die het meest met De Funès samenwerkte was Jean Girault. Samen hebben ze twaalf films gemaakt, waaronder L'Avare (die ze samen regisseerden) en de zes gendarmefilms. Le gendarme et les gendarmettes was voor beiden de laatste film: Girault overleed tijdens de opnamen.
  • De actrice Claude Gensac trad in liefst elf films met Louis de Funès op, waaronder tien films waarin ze zijn echtgenote speelt. Velen geloofden dan ook dat ze werkelijk zijn vrouw was, maar ten onrechte. Gensac speelde die rollen wel met de steun van De Funès' echte vrouw, die vond dat ze hem ondersteunde en kalmeerde.
  • Door zijn hartaanval kon De Funès niet meer optreden in een nieuwe geplande film van Oury, Le Crocodile, waarin hij een Zuid-Amerikaanse dictator moest spelen. Toen De Funès definitief afhaakte, probeerde Oury de Brit Peter Sellers voor die rol in te zetten, maar toen Sellers in 1980 stierf, liet hij het project varen.
  • Toen De Funès overleed, was hij aangezocht voor de komische oorlogsfilm Papy fait la résistance, waarin hij de halfbroer van Adolf Hitler zou spelen. Door zijn dood zou die rol uiteindelijk vertolkt worden door Jacques Villeret, maar de film werd opgedragen aan De Funès.
Het graf van Louis de Funès
Het kruis op het graf

Het eerste huwelijk van Louis de Funès in 1936, waaruit een zoon geboren werd, hield maar enkele jaren stand. Nadat hij het jaar ervoor gescheiden was, hertrouwde hij in 1943 met Jeanne Barthélémy (1914-2015), die zich Barthélémy de Maupassant noemde omdat ze verwant zou zijn aan de beroemde schrijver Guy de Maupassant (wat betwijfeld wordt). Ze had een grote invloed op haar man. Ze adviseerde hem over welke rollen hij moest aanvaarden en bemoeide zich soms met het maken van de films. Onder haar invloed zou hij ook alle contact met zijn oudste zoon hebben verbroken.

Louis en Jeanne de Funès kregen samen twee zoons. De oudste, Patrick (1944), werd radioloog en schreef enkele boeken. De jongste, Olivier (1949), speelde in enkele films met zijn vader en werd later piloot.

Zijn vrouw erfde van een tante een deel van het kasteel van Clermont in Le Cellier, niet ver van Nantes. De Funès zou later het hele kasteel kopen, met het fortuin dat hij voor zijn rol in La Grande Vadrouille had verdiend. Hij legde er een rozentuin aan. Rozen kweken was zijn geliefkoosde tijdverdrijf.

Buiten zijn werk leefde Louis de Funès vrij teruggetrokken en had hij weinig contact met andere acteurs en vedetten.

Jeanne de Funès overleed in 2015 op 101-jarige leeftijd en werd naast haar man begraven op het kerkhof van Le Cellier.

  • De belangrijkste filmprijs die Louis de Funès ontving, was een ere-César in 1980.
  • Hij werd in 1973 ridder van het Legioen van Eer.
  • Een jaar na zijn dood werd een ras (cultivar) van rozen naar Louis de Funès genoemd.
  • In 2014, honderd jaar na zijn geboorte, werd een nieuwe weg in Parijs de Allée Louis-de-Funès genoemd.

De Funès in strips

[bewerken | brontekst bewerken]
Filmografie als acteur
Jaar Titel Rol Opmerkingen
1946 La tentation de Barbizon De portier van het paradijs
1947 Six heures à perdre De chauffeur
Dernier refuge
1948 Croisière pour l'inconnu
1949 Un certain monsieur Thomas Boudebeuf
Pas de week-end pour notre amour Constantin
Du Guesclin De astroloog
Je n'aime que toi De orkestleider
Mission à Tanger De Spaanse kolonel
Vient de paraître
Millionnaires d'un jour De advocaat van Philippe
1950 Au revoir M. Grock
Mon ami Sainfoin De gids
Rendez-vous avec la chance De ober
Adémaï au poteau-frontière
La rue sans loi Hippolyte
1951 Un amour de parapluie
Les joueurs
Champions Juniors
Boîte à vendre
L'amant de paille Bruno, de psychiater
Le roi du bla bla bla Gino
Sans laisser d'adresse Een toekomstige vader
La rose rouge De dichter
È più facile che un cammello... Nicolas
Bibi Fricotin De visser
Folie douce
Boniface somnambule Anatole, de verdachte burgemeester
Pas de vacances pour Monsieur le Maire De adviseur
Le dindon De gérant
La poison André
Ma femme est formidable De wintersporttourist
1952 Moineaux de Paris
Innocents in Paris Monsieur Celestin
Le huitième art et la manière
Elle et moi De ober in het café
Les dents longues Een typetje
Ils étaient cinq Albert, de regisseur
Les loups chassent la nuit Barman
Les Sept Péchés capitaux Martin Gaston, de Fransman (segment La Paresse, luiheid)
Monsieur Leguignon, lampiste
Agence matrimoniale M. Charles
L'amour n'est pas un péché
Monsieur Taxi De roodziende schilder
La putain respectueuse Klant in de nachtclub
La fugue de Monsieur Perle Een dwaas
1953 Le rire
Faites-moi confiance Tumlatum
L'étrange désir de Monsieur Bard M. Chanteau
La vie d'un honnête homme Émile, de kamerjongen
Au diable la vertu
Capitaine Pantoufle M. Rachoux, de directeur van de bank
Dortoir des grandes De fotograaf
Légère et court vêtue Duvernois
Les compagnes de la nuit Een zittende cliënt
Mon frangin du Sénégal De dokter
1954 Scènes de ménage Boulingrin
Les pépées font la loi Jeannot
Le blé en herbe De stalhouder
Le chevalier de la nuit De kleermaker
Fraternité
Les intrigantes Marcange
Mam'zelle Nitouche Een sergeant
Tourments Eddy Gorlier
Le secret d'Hélène Marimon Ravan
Les hommes ne pensent qu'à ça De burgemeester
Poisson d'avril De veldwachter
Les corsaires du Bois de Boulogne De commissaris
Le Mouton à cinq pattes Pilate
Ah! Les belles bacchantes Michel Leboeuf, de detective
Escalier de service Cesare Grimaldi
Papa, maman, la Bonne et moi M. Calomel
1955 Bonjour sourire Bonoeil
La bande à papa Inspecteur Victor Merlerin
Ingrid - Die Geschichte eines Fotomodells Modeontwerper D'Arrigio
Les impures
L'impossible Monsieur Pipelet Oom Robert
Frou-Frou Kolonel Cousinet-Duval
Les hussards Luigi
Mädchen ohne Grenzen
1956 Courte tête Prosper/Vader Grazziani/Kolonel Luc de la Frapinière/De oudste jongen van TurbolariaOl
Papa, maman, ma femme et moi M. Calomel
Si Paris nous était conté Antoine Allegre
La loi des rues Paulo
Bébés à gogo Ratier
La Famille Anodin
La traversée de Paris Jambier, de groentenman
1957 Comme un cheveu sur la soupe Pierre Cousin
1958 Taxi, Roulotte et Corrida Maurice Berger
Ni vu, ni connu Blaireau
La vie à deux Me Stéphane, de notaris
1959 Totò, Eva e il pennello proibito Prof. Francisco Montiel
I Tartassati Ettore
Mon pote le gitan Védrines
Fripouillard et compagnie Hector Curto
1960 Dans l'eau qui fait des bulles Paul Ernzer
Certains l'aiment... froide Ange Galopin
Les tortillards Émile Durand
1961 La vendetta Amoretti
Candide ou l'optimisme au XXe siècle De gestapo-agent
Le Capitaine Fracasse Scapin
La belle Américaine De gebroeders Viralot, de secretaris van het commissariaat en de personeelschef
1962 Les veinards Antoine Beaurepaire (segment Un gros lot)
Le Gentleman d'Epsom Gaspard Ripeux
Le diable et les dix commandements Vaillant (aflevering Bien d'autrui ne prendras)
Nous irons à Deauville De vakantieganger
1963 Pouic-Pouic Léonard Monestier
Faites sauter la banque! Victor Garnier
Carambolages Norbert Charolais
1964 Le Gendarme de Saint-Tropez Wachtmeester-chef Ludovic Cruchot
Des pissenlits par la racine Jockey Jack
Une souris chez les hommes Marcel
Fantômas Commissaris Juve
Un Drôle de Caïd Gangster
1965 Le Gendarme à New York Wachtmeester-chef Ludovic Cruchot
Le Corniaud Leopold Saroyan
Un Grand Seigneur Léon Haudepin (segment Les Bons Vivants)
Fantômas se déchaîne Commissaris Juve
1966 Le Grand Restaurant Monsieur Septime
La Grande Vadrouille Stanislas LeFort
1967 Le petit baigneur Louis-Philippe Fourchaume
Les grandes vacances Charles Bosquier
Fantômas contre Scotland Yard Commissaris Juve
Oscar Bertrand Barnier
1968 Le Gendarme se marie Sergeant-chef Ludovic Cruchot
Le Tatoué Félicien Mézeray
1969 Hibernatus Hubert de Tartas
1970 L'Homme orchestre Evan Evans
Le Gendarme en balade Wachtmeester-chef Ludovic Cruchot
1971 Sur un arbre perché Henri Roubier
Jo Antoine Brisebard
La folie des grandeurs Don Salluste de Bazan
1973 Les Aventures de Rabbi Jacob Victor Pivert
1976 L'aile ou la cuisse Charles Duchemin
1978 La zizanie Guillaume Daubray-Lacaze
1979 Le Gendarme et les Extra-terrestres Wachtmeester-chef Ludovic Cruchot
L'Avare Harpagon
1981 La soupe aux choux Claude Ratinier (Le Glaude)
1982 Le Gendarme et les Gendarmettes Wachtmeester-chef Ludovic Cruchot

Populairste films

[bewerken | brontekst bewerken]

De tabel rangschikt zijn populairste films naar het aantal bioscoopbezoekers.[1]

Film Aantal bezoekers
(x 1 miljoen)
La grande vadrouille 17,2
Le corniaud 11,7
Le gendarme de Saint-Tropez 7,8
Rabbi Jacob 7,3
Les grandes vacances 7,0
Le gendarme se marie 6,8
Le gendarme et les extra-terrestres 6,2
Oscar 6,1
L'aile ou la cuisse 5,9
La folie des grandeurs 5,56
Le petit baigneur 5,54
Fantômas 5,49
[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Louis de Funès van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.