Louise van Mecklenburg-Strelitz

Louise van Mecklenburg-Strelitz
1776-1810
Louise van Mecklenburg-Strelitz
Koningin van Pruisen
Periode 1797-1810
Voorganger Frederika van Hessen-Darmstadt
Opvolger Elisabeth van Beieren
Vader Karel II van Mecklenburg-Strelitz
Moeder Frederika van Hessen-Darmstadt
Dynastie Mecklenburg
Louise en haar man

Louise Augusta Wilhelmina Amalia van Mecklenburg-Strelitz (Hannover, 10 maart 1776 — Slot Hohenzieritz, 19 juli 1810) was hertogin van Mecklenburg en door haar huwelijk de koningin van Pruisen van 1797 tot haar plotselinge dood in 1810. Ze was de echtgenote van koning Frederik Willem III van Pruisen.

Jeugd en familie

[bewerken | brontekst bewerken]

Louise was de dochter van groothertog Karel II van Mecklenburg-Strelitz en Frederika Caroline Louise van Hessen-Darmstadt. Haar grootouders aan vaderskant waren Karel van Mecklenburg-Strelitz en Elisabeth Albertina van Saksen-Hildburghausen. Haar grootouders aan moederskant waren George Wilhelm van Hessen-Darmstadt en Maria Luise Albertine van Leiningen-Dagsburg-Falkenburg. De Britse koningin Sophia Charlotte, de vrouw van koning George III van het Verenigd Koninkrijk, was haar tante aan vaderskant. George Wilhelm was een zoon van Lodewijk VIII van Hessen-Darmstadt. Louise had twee oudere zussen prinses Charlotte (1769-1818) huwde hertog Frederik van Saksen-Altenburg en prinses Theresia (1773-1839) huwde Karel Alexander von Thurn und Taxis. Ze had ook een jongere zus prinses Frederika (1778-1841) huwde eerst prins Louis van Pruisen na diens dood met Frederik Willem tot Solms-Braunfels en daarna met koning Ernst August I van Hannover. Frederika werd moeder van koning George V van Hannover. Louise had ook een jongere broer George van Mecklenburg-Strelitz (1779-1860) werd later groothertog en huwde met Marie van Hessen-Kassel.

Nederlandse reis en banden met Oranje

[bewerken | brontekst bewerken]

In augustus 1791 maakte Louise met haar zus Frederike, een oom en grootmoeder (genoemd "Mabuschu") een veertiendaagse reis door Nederland; het gezelschap deed o.a. de steden Nijmegen, Utrecht, Amsterdam, Haarlem en Den Haag aan. In Haarlem was ze zeer onder de indruk van de St. Bavo en de klank van het beroemde orgel; in Amsterdam bewonderde ze vooral het zojuist geopende Felix Meritis op de Keizersgracht. Van dit (dagboek) reisverslag bestaat een Duitstalige boekuitgave - Louise schreef dit journaal in het Frans.

De band met Nederland en het Huis van Oranje is tot op de huidige dag aanwezig: haar jongste dochter Louise (vernoemd naar Louise-Henriette - de Hollandse vrouw van de Grote Keurvorst) was de echtgenote van Frederik, Prins der Nederlanden, en is bijgezet in de Nieuwe Kerk te Delft. In zijn zeer jonge Berlijnse jaren speelde Prins Frederik vaak met de kinderen van Louise; naar eigen zeggen was hij als knaapje al zeer onder de indruk van haar warmte en schoonheid.

Huwelijk en koningin van Pruisen

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1793 ontmoette Louise haar toekomstige man, kroonprins Frederik Willem van Pruisen, in Frankfurt am Main. Frederik Willem was diep onder de indruk van haar schoonheid en haar goede karakter. Hij vroeg haar daarom ten huwelijk. Hetzelfde jaar nog, op 24 december, huwde ze met Frederik Willem van Pruisen. Als koningin van Pruisen kreeg ze veel respect en genegenheid van de andere vorsten in Europa.

In het najaar van 1806 liep ze, op de vlucht voor de legers van keizer Napoleon, Tyfus op. Nog nauwelijks hersteld speelde ze in 1807 een belangrijke rol bij de onderhandelingen in Tilsit, waar ook haar man en tsaar Alexander I van Rusland bij aanwezig waren. Zij kwam in een persoonlijk onderhoud met de Franse keizer op voor haar volk dat na de nederlaag van Pruisen in de Slag bij Jena door de overwinnaar vernederd zou worden. Napoleon Bonaparte verklaarde later naar verluidt dat hij zeer onder de indruk was geweest van haar verschijning en dat hij haar zeker in alles tegemoet was gekomen als het gesprek nog een kwartier langer geduurd had - het was echter onderbroken door tussenkomst van de ongeduldige echtgenoot van de Pruisische koningin. Na haar vroegtijdige dood werd zij verheven tot het symbool van alle deugden die een goede Pruisische vrouw moest bezitten en zij werd onderwerp van een heuse "Louise-cultus", die tot in de tijd van de Republiek van Weimar zou voortduren. Niet ten onrechte is zij weleens de Maagd Maria van het protestantse Pruisen genoemd. Een aan haar gewijd standbeeld in Berlijn, kreeg zelfs die naam: de Pruisische Madonna.

Na een ziekbed van enkele weken stierf Louise in de armen van haar man, op 19 juli 1810 in de zomerresidentie van haar vader te Hohenzieritz. Ze werd op 23 december 1810 in het mausoleum, een ontwerp van Heinrich Gentz (1766-1811) en Karl Friedrich Schinkel, in het park bij Slot Charlottenburg bijgezet, nadat ze eerst op 30 juli 1810 in de Dom van Berlijn was bijgezet.

Ter gelegenheid van haar verjaardag werd op 10 maart 1912 op de Gustav-Müller-Platz in Berlin-Schöneberg, de Königin-Luise-Gedächtniskirche ingewijd.

De koningin werd op 10 maart 1813 vereeuwigd op het eikenblad dat aan de Orde Pour le Mérite werd toegevoegd en door de instelling van de Luisen-Orde in 1814. In Pruisen werd in de 19e eeuw ook een onafzienbare hoeveelheid kunstvoorwerpen en prullaria met de afbeelding van Louise geproduceerd. Dat gaat van porseleinen en marmeren bustes en kostbare cameeën tot asbakjes met transferprenten.

Op 10 maart 1813, de dag die haar 37e verjaardag zou zijn geweest, werd koningin Louise postuum met het eerste IJzeren Kruis gedecoreerd. Koning Frederik Wilhelm hechtte groot belang aan de propaganda rond zijn overleden vrouw en bekritiseerde zijn hofpredikant Rulemann Friedrich Eylert die in zijn preek in de Potsdamse Garnizoenskerk te weinig aandacht aan haar en haar symbolische verbinding met het IJzeren Kruis had besteed.

Vel met droedels van koningin Louise

Zij stond bovenaan vijf generaties vrouwen die - van moeder op dochter - Louise werden genoemd en waarvan de laatste Louise Caroline van Denemarken (1875-1906) was. Zij was een oudere zuster van Ingeborg van Denemarken. Deze laatste was de moeder van de Belgische koningin Astrid die op haar beurt de moeder was van de Belgische koningen Boudewijn en diens broer Albert.

Uit het goede huwelijk van Louise en Frederik Willem werden de volgende kinderen geboren:

Louise van Mecklenburg-Strelitz
Overgrootouders Adolf Frederik II van Mecklenburg-Strelitz (1658–1708)

Christiana Emilia van Schwarzburg-Sondershausen (1681-1751)
Ernst Frederik I van Saksen-Hildburghausen (1681–1724)

Sophia Albertina van Erbach-Erbach (1683-1742)
Lodewijk VIII van Hessen-Darmstadt (1691–1768)
∞ 1735
Charlotte van Hanau-Lichtenberg (1700-1726)
Christian Karl Reinhard van Leiningen-Dagsburg-Falkenburg (1695-1766)
∞ 1748
Katharina Polyxena van Solms-Rödelheim (1702-1765)
Grootouders Karel van Mecklenburg-Strelitz (1708–1752)
∞ 1735
Elisabeth Albertine van Sachsen-Hildburghausen (1713–1761)
George Wilhelm van Hessen-Darmstadt (1722–1782)
∞ 1748
Maria Luise Albertine van Leiningen-Dagsburg-Falkenburg (1729–1818)
Ouders Karel II van Mecklenburg-Strelitz (1741–1816)
∞ 1768
Frederika Caroline Louise van Hessen-Darmstadt (1752–1782)

Louise van Mecklenburg-Strelitz (1776–1810)

  • (de) koenigin-luise.com
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Louise van Mecklenburg-Strelitz op Wikimedia Commons.