Marinus van Grinsven
Marinus Mathijs van Grinsven C.s.s.R. | ||||
---|---|---|---|---|
Pater M. van Grinsven | ||||
Priester van de Rooms-Katholieke Kerk | ||||
Geboren | 10 januari 1885 | |||
Plaats | Den Dungen | |||
Overleden | 10 juni 1950 | |||
Plaats | Roermond | |||
Wijdingen | ||||
Priester | 1908 | |||
Loopbaan | ||||
Laatste functie | vice-postulator | |||
Eerdere functies | buitengewoon visitator | |||
|
Marinus Mathias (Marien) van Grinsven CssR (Den Dungen, 10 januari 1885 – Roermond, 10 juni 1950) was een Nederlands geestelijke van de Rooms-katholieke kerk, behorende tot de orde der redemptoristen (CssR). Hij was lector in de moraalleer, inspecteur van de missie en vice-postulator in de canonisatie van Petrus Donders CssR.
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Scholing
[bewerken | brontekst bewerken]Marien van Grinsven werd geboren in Den Dungen (Noord-Brabant) als eerste kind van Antoon van Grinsven en Maria Smits. Na hem kwam zijn zus Paulina. Op 5-jarige leeftijd stierf zijn moeder, twee jaar daarna kwam hij bij zijn grootmoeder te wonen, eveneens in Den Dungen. Geld voor een goede opleiding ontbrak. Omdat Marien aanleg had tot studeren introduceerde zijn oom hem bij de oversten van het klooster in Den Bosch. Op 11-jarige leeftijd mocht hij dan naar het juvenaat te Roermond, onder leiding van pater Kronenburg, alwaar een lezing over de werken van de Heilige Alfonsus naar eigen zeggen veel indruk op hem maakte. Op 17-jarige leeftijd mocht Van Grinsven zijn proefjaar (noviciaat) starten en het jaar erop werd hij in Den Bosch 'gekleed'. [1]
Benoemingen
[bewerken | brontekst bewerken]In 1903 -hij was achttien- trad Van Grinsven in bij de Congregatie van de Allerheiligste Verlosser (de redemptoristen) te Wittem, Limburg. Hij ontving zijn priesterwijding in 1908, waarna hij lector werd op het kleinseminarie in Roermond. In 1911 ging hij voor twee jaar studeren aan de Schola Major te Rome. Terug in Wittem was hij lector in de moraalleer en werd hij benoemd tot rector van het grootseminarie. Na drie jaar Wittem volgden zes jaar rectoraat in Den Bosch. In het Bossche diocees trad hij op als novicenmeester, biechtvader en raadsman. In 1930 werd hij rector van het redemptoristenklooster te Wittem. Pater van Grinsven was geen redenaar -iets waar de redemptoristen berucht om waren- maar hij was wel bedreven met de pen.
Vanaf 1923 bracht Van Grinsven als 'visitator extraordinarius', d.w.z. inspecteur van de missie, verschillende bezoeken aan gebieden waar de orde actief was; in 1929 de provincie Suriname, in 1932 de provincie Elzas en in 1936 aan de provincie Beieren.[2]
Voor Eer en Deugd
[bewerken | brontekst bewerken]Pater van Grinsven was secretaris en propagandist van de zedelijkheidsvereniging Voor Eer en Deugd (VED), opgericht in 1904 door bisschop Diepen van Den Bosch. De VED richtte zich op de gevaren voor de goede zeden. Deze waren niet gelegen in de jeugdige leeftijdscategorie, maar vooral in de verkeringstijd, in de gehuwde staat en in het neutrale, dat wil zeggen niet-katholieke verenigingsleven. Een belangrijk speerpunt vormde de 'rechten van de grote gezinnen'.[3]
Het afnemend kerkbezoek en de toegenomen 'lichtzinnigheid' baarde de katholieke leiders in het interbellum grote zorgen. In 1918 organiseerde de VED een dagcongres in Helmond over de 'zondige verkeering'. In Roomsch Leven, een weekblad van het dekenaat Tilburg, schreef Van Grinsven: Zeker, men is hier Roomsch, doch is men ook roomsch in woord en daad, in huis, op straat, in de fabriek? Helaas neen, zoals eenieder moet constateren, die iets weet van ons volksleven.[4] Een mede door VED voorgestelde bioscoopwet haalde het niet in de tweede kamer (1923).[5] Ondanks verzoeken hiertoe door Van Grinsven ontving de vereniging VED geen koninklijke goedkeuring (rijkssubsidie).[6]
Als redacteur van VED's maandtijdschrift Mannenadel en Vrouweneer, opgericht in 1910, behandelde Van Grinsven delicate kwesties als bioscoopbezoek, drankgebruik en bigamie.[6] Daarnaast beval hij nieuwe, stichtelijke lectuur aan bij haar lezers en bij de r.k. standsorganisaties. In plaats van overleg met deze organisaties gebruikte Van Grinsven vaak de media voor zijn boodschap, in een stijl die niet altijd productief was. Zo berispte hij de Bond van R.K. Leeszalen (bibliotheken) dat deze bij haar cursus voor de opleiding van assistenten te Nijmegen voor een van de vakken een niet-katholieke docent had aangesteld. Dit terwijl het een technisch vak betrof en er geen alternatief was.[7] Van Grinsven poogde zo de neutrale, niet-verzuilde Centrale Vereeniging van leeszalen op afstand houden. Een andere keer verweet hij de eveneens katholieke 'Bond voor Groote Gezinnen' dat zij veel te weinig actie ondernam, insinuerend dat de bondsbestuurders zelf kleine gezinnen zouden hebben.[8] De reacties erop in diezelfde media vergrootten de polarisering op deze thema's, landelijk, maar ook binnen de katholieke zuil.
Devotie en Canonisatie
[bewerken | brontekst bewerken]Dankbaar aan zijn orde zette Van Grinsven zich bijzonder in voor de devotie (verering) en canonisatie (heiliging) van ordegenoten. Centraal stond de devotie tot de in 1904 heilig verklaarde redemptorist Gerardus Majella, zoon van een Italiaanse kleermaker uit de 18e eeuw. Elke maandag deed Van Grinsven het Lof ter ere van sint Gerardus.
Vanaf 1937 was Van Grinsven 'postulator causae' vanuit het Bisdom Den Bosch in de zaak van Petrus Donders CssR. Al zijn boeken en het merendeel van zijn artikelen in tijdschriften en nieuwsbladen hadden betrekking op de canonisatie van pater Donders. In deze rol ging Van Grinsven elke woensdag naar Tilburg voor de Dondersverering en het onderzoeken van gebedsverhoringen. Samen met P.C. de Brouwer was Van Grinsven een drijvende kracht achter de oprichting van het standbeeld Petrus Donders in Tilburg (1926), welke was 'ontworpen naar den geest van pater Van Grinsven CssR' en vervaardigd door beeldhouwer Maas uit Haarlem.[9] De redevoering bij de onthulling van het monument namens de redemptoristen liet Van Grinsven uitvoeren door pater Jonckbloedt CssR uit Roosendaal.
Dood
[bewerken | brontekst bewerken]Van Grinsven leed aan zware diabetes, maar bleef doorwerken. Hij overleed te Roermond in 1950, tamelijk onverwacht, aan een hartinzinking op doorreis naar Den Bosch. In zijn condoleance benadrukte bisschop Mutsaerts Van Grinsvens' werk als vice-postulator en zijn lidmaatschap van het Consilium Vigilantiae, een college van hoeders van de (kerkelijke) moraal.[10]
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]- 1920 Korte novene ter eere van den eerbiedw. dienaar Gods Petrus Donders, den apostel der melaatschen van Suriname. Tilburg: Bergmans.
- 1922 Gebedsverhooringen door den eerbiedw. dienaar gods Petrus Donders, den apostel der melaatschen van Suriname. Tilburg: Bergmans.
- 1922 Naar 't priester-ideaal!: De eerbiedwaardige Petrus Donders, apostel der melaatschen van Suriname: een kind des volks, een priester naar gods hart, een heilig redemptorist. S.l: s.n..
- 1924 Noveenboekje ter eere van den eerbiedwaardigen Petrus Donders. Rotterdam: De Jong.
- 1925 Der Ehrwürdige Petrus Donders: Apostel der Aussätzigen in Surinam. Aachen: Xaverius-Verlagsbuchh.
- 1937 Woorden van een "heilige": Bloemlezing uit de geschriften van den Eerbiedwaardigen Petrus Donders, apostel der melaatschen van Suriname. 's Hertogenbosch: Mosmans.
- 1945 Nieuw pauselijk decreet over Petrus Donders: (de heldhaftigheid zijner deugden): met een kort overzicht van het proces zijner zalig- en heiligverklaring. Tilburg: Bergmans.
- 1945 Op Peerke Donders' geboortegrond aan den Heikant te Tilburg (ontwikkeling van een bedevaartplaats). In: Peerke Dondersreeks: 2
- 1946 Stichting "Dank aan Petrus Donders": Met een kort overzicht van alles wat onder Petrus Donders' naam of bescherming staat; (geschiedenis van een stichting en van een massalen bedetocht). Tilburg: Bergmans.
- 1946 Het Petrus Donders Monument aan het Wilhelminapark te Tilburg: (geschiedenis van een monument). Tilburg: Bergmans.
- 1946 De verschillende devoties van den Eerbiedwaardigen Petrus Donders: (bijdrage tot de kennis van zijn spiritualiteit). Tilburg: Bergmans.
- 1946 Hoe het "heilig" Peerke Donders de goddelijke deugden beoefende: (naar aanleiding van het pauselijk decreet over de heldhaftigheid zijner deugden, 25 Maart 1945). In: Peerke Dondersreeks: 6
- 1947 Blijvende Peerke Donders kalender of blijvende kalender v.h. kerkelijk jaar met de gedenkdagen uit het leven van de eerbiedwaardige Petrus Donders (1948-1966). Tilburg: W. Bergmans.
- 1947 Overige geschriften van de eerbiedwaardige Petrus Donders: Verz. en van korte toelichtingen voorzien. Tilburg: Bergmans.
- 1947 Brieven (1) van de eerbiedwaardige Petrus Donders als wereldgeestelijke (1841-1867). Tilburg: Bergmans.
- 19?? Brieven (2) van de eerbiedwaardige Petrus Donders als redemptorist (1867-1887). Tilburg: Bergmans.
- 1947 Blijvende Peerke Donders kalender, of Blijvende kalender v. h. kerkelijk jaar met Petrus Donders' gedenkdagen (1948-1966). Tilburg: Bergmans.
- 1947 Vier pausen over Petrus Donders: Zes gunstige decreten van Rome ter bekroning van drie bisschoppelijke processen en twee apostolische processen, gevoerd in het Bisdom 's-Hertogenbosch en in het Apostolisch Vicariaat van Suriname, voor de zaak der zalig- en heiligverklaring van den Eerbiedwaardigen Petrus Donders C.ss. R. Tilburg: Bergmans.
- 1947 Hoe het "Heilig" Peerke Donders de kardinale deugden beoefende: voorzichtigheid, rechtvaardigheid, sterkte en matigheid (overzicht van de zedelijke deugden in Peerke Donders' zieleleven). In: P Dondersreeks nr: 9
- 1948 Hoe de eerbiedwaardige Petrus Donders de kloosterdeugden beoefende: (De "heilige" kloosterling-Redemptorist). Tilburg: W. Bergmans.
- 1948 Hoe Peerke Donders' ziel steeds meer gelouterd werd (het boeteleven van een "heilige") In: Peerke Dondersreeks: 14
- 19?? Hoe het heilig Peerke Donders gebeden heeft (het gebedsleven van een “heilige”) In: Peerke Dondersreeks: ??
- 1948 Hoe Peerke Donders' genadeleven door hemelse gaven (charismata) schitterde: (de uitwendige glans van zijn inwendige heiligheid); met enige bijlagen. In: Peerke Dondersreeks: 16
- 1948 De zeven gaven van de H. Geest in de ziel van de eerbiedw. Petrus Donders. Tilburg: Bergmans.
- 1949 Geschriften van en over de eerbiedw. Petrus Donders, die leefde van 27 oktober 1809 tot 14 januari 1887, wiens deugden op 25 maart door Pius XII heldhaftig” zijn verklaard, een overzicht van de Peerke Donderslectuur. Tilburg: Bergmans.
- 1949 Korte novene ter eere van de eerbiedwaardige Petrus Donders met allerlei andere gebeden. 's-Hertogenbosch: "Peerke Donders centrale".
- 1949 Lessen van spiritualiteit (woorden en daden) door de eerbiedwaardige Petrus Donders. Tilburg: Bergmans.
- 1949 Getuigenissen over Petrus Donders. Tilburg: Bergmans.
- ↑ Erfgoedcentrum kloosterleven Cuijck, invent.nr. AR-P039-12022, Grinsven van, M., levensschets
- ↑ Erfgoedcentrum kloosterleven Cuijck, invent.nr. AR-P039-12022, Grinsven van, M., persoonskaart
- ↑ Mannenadel en vrouweneer; orgaan van de Vereeniging "Voor Eer en Deugd", afd. Mannen en Vrouwen, jrg 7 (1917-1918), 1917
- ↑ Ad van den Oord, Voor het oog van het kerkvolk. Tilburgse volksklasse tussen klerikale normering en geleefde praktijk, 1927-1939, Stichting Zuidelijk Historisch Contact (ZHC), 2007.
- ↑ Delpher.nl, Limburger Koerier, 29-03-1923
- ↑ a b Uit de tijdschriften, Nieuwe Venlosche courant, 14-02-1918
- ↑ De Maasbode, 04-07-1922
- ↑ De Tijd, Godsdienstig-staatkundig dagblad, 19-10-1923
- ↑ Onthulling Petrus Donders Monument, Nieuwe Tilburgsche Courant, 26-06-1926
- ↑ Erfgoedcentrum kloosterleven Cuijck, invent.nr. AR-P039-12022, Grinsven van, M., gedachtenisprent