Moerasspirea
Moerasspirea | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
soort | |||||||||||||||||||
Filipendula ulmaria (L.) Maxim. (1879) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Moerasspirea op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
De moerasspirea (Filipendula ulmaria) is een vaste plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). Het is een rechtop groeiende, 0,6-2 m hoge plant.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Moerasspirea's hebben talrijke roomkleurige, 0,4-1 cm brede bloemen met vijf kroonblaadjes, die sterk naar amandel geuren. De bloem bevat veel meeldraden, die ongeveer tweemaal zo lang zijn als de kroonblaadjes
De bloemen vormen schermvormige trossen die bloeien van juni tot in augustus en september.
De bladeren zijn afgebroken (oneven)geveerd en hebben een groot topblaadje, dat handvormig gespleten is. Er zijn twee tot vijf paar blaadjes, die dubbel getand en eirond zijn. Aan de onderzijde zijn ze viltig behaard en grijsachtig. De bladeren aan de opvallend rode stengel staan verspreid en hebben aan de voet van de bladsteel twee steunblaadjes.
De vruchtjes zijn spiraalachtig gewonden en ongeveer 2 mm groot.
Voorkomen
[bewerken | brontekst bewerken]De moerasspirea groeit vooral op vochtige plaatsen, zoals in ruigtes, nat grasland, bossen, slootkanten, elzenbroekbos en rietvelden.
Plantensociologie
[bewerken | brontekst bewerken]Moerasspirea is een kensoort van de moerasspirea-orde (Filipenduletalia ulmariae).
Gebruik
[bewerken | brontekst bewerken]Vroeger werd de plant gebruikt als middel tegen gal- en nierziekten, maar ook tegen jicht en zenuwpijn. De bladeren en bloemen werden gedroogd om thee van te trekken die bij koorts gegeven werd.[1] De heilzame werking wordt toegeschreven aan verschillende aspirine-achtige verbindingen zoals isosalicine, dat in de bloemkoppen te vinden is.[2]
- tekening kenmerken
- bloemen en vruchten
- vruchten
- Zaadomhulsels
Voetnoten
- ↑ Hüsstege, G. (1979). Zakflora voor bos en heide. Helmond: Uitgeverij Helmond B.V. Antwerpen: Standaard Uitgeverij.
- ↑ Krasnov E.A., V.A. Raldugin, I.V. Shilova, E.Yu. Avdeeva. Phenolic compounds from Filipendula ulmaria. Chemistry of Natural Compounds 42 (2): 148-151. Geraadpleegd op 22 november 2009.
Externe links
- Moerasspirea (Filipendula ulmaria) op SoortenBank.nl (gearchiveerd) (gebaseerd op de Heukels23, dit is de voorlaatste uitgave)
- Moerasspirea (Filipendula ulmaria) in: van Uildriks, F. & V. Bruinsma (1898) - Plantenschat; op de (Nederlandstalige) Wikisource (Van Uildriks en Bruinsma spreken van “spiraea” Spiraea ulmaria).
- Moerasspirea (Filipendula ulmaria), verspreiding in Nederland, volgens de atlas van Floron.