Ocotea foetens
Ocotea foetens IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016) | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Ocotea foetens (Aiton) Benth. & Hook.f. (1870) | |||||||||||||||||
habitus | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Ocotea foetens op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Ocotea foetens (soms wel stinklaurier genoemd) is een groenblijvende boom uit de laurierfamilie (Lauraceae). De soort is endemisch in Macaronesië, waar deze voorkomt op de Canarische Eilanden en Madeira.
De boom is herkenbaar aan de sterke geur, die vrijkomt bij beschadiging. De soort is een belangrijke component van het inheemse laurierbos.
Naamgeving en etymologie
[bewerken | brontekst bewerken]- Engels: Stinkwood
- Spaans: Til, Tilo
De soortaanduiding foetens is afgeleid van het Latijnse foetere (stinken).
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Ocotea foetens is een groenblijvende boom, van 8 tot 30 m hoog. De stam is sterk vertakt en heeft een ruwe, onregelmatige en donkere schors. Het hout is donker en hard en rijk aan aromatische oliën, die bij beschadiging een karakteristieke geur afgeven. De jonge twijgen zijn dun, met een zachte, soms rood aangelopen schors. De bladeren zijn tot 12 cm lang en 5 cm breed, aan de bovenzijde glanzend donkergroen, leerachtig, ovaal tot lancetvormig, met een spitse top, gesteeld en voorzien van klieren in de bladoksels.
De plant is tweehuizig, de vrouwelijke en mannelijke bloemen vormen zich op verschillende planten. De bloemen van beide geslachten zijn klein en wit met groene en bleekgele vlekken, en zwak geurend.
De vruchten zijn harde, vlezige, tot 3 cm grote eikelvormige bessen, die aanvankelijk donkergroen en bij rijpheid zwart worden.
De plant bloeit van juni tot augustus.
Habitat en verspreiding
[bewerken | brontekst bewerken]Ocotea foetens is endemisch in Macaronesië, waar deze voorkomt op de westelijke Canarische Eilanden (La Palma, La Gomera, El Hierro, Tenerife en Gran Canaria) en Madeira.
De boom komt voor op humusrijke bodems in subtropische bossen met een hoge relatieve luchtvochtigheid. Hij is kenmerkend voor en abundant in het Canarische en Madeira-laurierbos (laurisilva) en komt daar voor in het gezelschap van Laurus novocanariensis, Laurus azorica, Persea indica, Ilex canariensis en Apollonias barbujana.
Belang
[bewerken | brontekst bewerken]Ocotea foetens werd door de Bimbaches, de oorspronkelijke inwoners van El Hierro in de Canarische Eilanden, als een heilige boom beschouwd.
De bessen worden gegeten door wilde duiven, zoals de Trocazduif (Columba trocaz) op Madeira en Bolles laurierduif (Columba bollii) op de Canarische Eilanden.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Ocotea foetens op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- (en) The IUCN Red List of Threatened Species