Opioïden

Esculaap
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Opioïden of morfinomimetica zijn analgetica (pijnstillers). De meeste van deze stoffen hebben min of meer dezelfde pijnstillende werking als morfine, vaak zijn ze echter vele malen krachtiger. Verschillende opioïden zijn verslavend, bij onjuist of overmatig gebruik vaak zeer schadelijk en vrijwel alle staan daarom op lijst 1 van de Opiumwet. Daarmee zijn bijna al deze stoffen harddrugs voor de Nederlandse wet. Andere benamingen voor opioïden zijn:

Naamgeving en geschiedenis

[bewerken | brontekst bewerken]

Het begrip opioïde (of morfinomimeticum) duidt op producten die hun oorsprong vinden in ruwe opium, het gedroogde melksap van de papaver (Papaver somniferum). Een alcoholisch extract van opium was laudanum. De bedwelmende en pijnstillende werking van opium is reeds lang bekend. Men heeft de werkzame bestanddelen (zoals morfine) weten te isoleren, en vervolgens te modificeren om de bijwerkingen te reduceren.

In tegenstelling tot een andere grote groep pijnstillers, de NSAID's (niet steroïdale anti-ontstekingsmiddelen), hebben opioïden geen ontstekingsremmend effect. Zij remmen de pijngewaarwording doordat zij zich aan bepaalde receptoren (opioïde receptoren) in het centraal zenuwstelsel binden. Zij hebben daarmee een werking die lijkt op die van de lichaamseigen pijnstillers, de opioïde peptides zoals endorfines, dynorfines en enkefalines. Deze drie stoffen zijn alle neuropeptiden (kleine eiwitten in het centraal zenuwstelsel die min of meer als hormoon fungeren). Daarom zijn opioïden vaak verslavend.

Verslavingsrisico

[bewerken | brontekst bewerken]

Vanwege de kans op verslaving is in de klinische praktijk vaak sprake van enige terughoudendheid met betrekking tot het gebruik van verschillende opioïden zoals morfine; niet alleen omdat ze vaak verslavend zijn, maar ook omdat er gemakkelijk tolerantie kan optreden. Het therapeutisch gebruik van opioïden in het kader van een pijnbehandeling blijkt vaak niet tot grote problemen te leiden. Toch kan het gebruik vaak gemakkelijk aanleiding geven tot lichamelijke afhankelijkheid, wat wil zeggen dat bij plotseling staken de patiënt ontwenningsverschijnselen kan ontwikkelen. Opioïden dienen dan ook altijd geleidelijk te worden afgebouwd.

Verschil tussen opioïde en opiaat

[bewerken | brontekst bewerken]

Een opioïde wordt soms ook wel opiaat genoemd. Het verschil tussen beide benamingen is echter lang niet altijd even duidelijk, en ze worden in de literatuur en handboeken dan ook door elkaar gebruikt. Een indeling die algemeen aanvaard is, is de volgende:

Lijst van opioïden

[bewerken | brontekst bewerken]

Gebruik en verslaving in Nederland

[bewerken | brontekst bewerken]

Het aantal medicinale gebruikers van opioïde pijnstillers is in Nederland sterk gegroeid. Oxycodon werd in 2007 gebruikt door 75.000 patiënten; in 2017 kende oxycodon 490.000 gebruikers en 2021 600.000. Jaarlijks worden 1 miljoen mensen behandeld met opioïden. In 2017 gebruikten 218.000 patiënten langer dan drie maanden.[2]

Nederland kent ongeveer 14.000 problematische opiatengebruikers, voornamelijk oudere heroïnegebruikers. In 2015 waren 9000 mensen met een primaire verslaving aan opioïden in behandeling voor hun verslaving. Hiervan hebben 6000 nog een secundaire verslaving aan vooral crack of cocaïne (45%). In 2006 waren er nog 15.000 mensen onder behandeling.

In 2006 stierven 52 mensen direct aan overdosis opioïde, in 2016 74, 2017 127 mensen, in 2022 170.[3] De sterke stijging is nog niet eenduidig verklaard. Opioïden zijn in 2020 verantwoordelijk voor de helft van het aantal dodelijke overdoses in Nederland.

Gebruik en verslaving in andere landen

[bewerken | brontekst bewerken]

In de Verenigde Staten heeft overmatig gebruik van opioïde pijnstillers geleid tot een epidemische dodelijke opioïdencrisis.[4][5] Inmiddels zijn daar anno 2024 als gevolg van misbruik van opioïden al honderdduizenden doden te betreuren.

Ook in België groeit het gebruik. In 2018 kregen 1,1 miljoen mensen minstens eenmaal een opioïde voorgeschreven. In 2006 waren dit er 600.000. [6]

Gebruik, bijwerkingen en levensverwachting bij kankerpatiënten

[bewerken | brontekst bewerken]

30-50% van alle patiënten met kanker ervaren ernstige pijn. Dit heeft bij 75-90% van de patiënten met een vergevorderde kanker effect op het dagelijks leven. Opioiden zoals morfine, fentanyl, oxycodone en codeïne hebben als bijwerkingen[7]:

  1. Beïnvloed het bewustzijn
  2. Beïnvloed de eetlust en  het dorstgevoel
  3. Duizeligheid
  4. Hallucinaties
  5. Stemmingswisselingen
  6. Fysieke zwakte/ verminderde energie
  7. Misselijkheid en braken
  8. Constipatie of diarree
  9. Maagklachten
  10. Slikproblemen
  11. Dehydratatie
  12. Een droge mond

De mate van bijwerkingen is afhankelijk van de dosis van de opioïden en met welke snelheid deze dosis verhoogd wordt. Patiënten met kanker zouden sneller gewend raken aan de bijwerkingen van opioïden als de dosis stabiliseert en/of als deze met een traag tempo wordt opgebouwd[7]. Een hoge dosis morfine vermindert de pijn en zorgt op deze manier voor een langere overleving. Hoe hoger de pijnscore, hoe korter de overleving. Een doelgerichte pijnbehandeling verlicht het lijden van de patiënt met kanker en zorgt voor een verbetering van de levenskwaliteit. Hoe hoger de dosis morfine die patiënten toegediend krijgen, hoe slechter waarschijnlijk hun levensverwachting is en hoe korter de overleving[8].

Bronnen, noten en/ of referenties

[bewerken | brontekst bewerken]