Palestinabuch
Het Palestinabuch, eigenlijk Palästinabuch (Nederlands: Palestinaboek), is een naar verluidt verloren gegaan manuscript van de antisemitische pseudo-wetenschapper Herman Wirth (1885-1981), medeoprichter van de Ahnenerbe. De mythe van het verdwenen boek speelt een belangrijke rol in antisemitische theorieën die stellen dat de Joden eigenlijk uit Centraal-Azië zouden stammen en afstammelingen van de Chazaren zouden zijn.
Herman Wirth
[bewerken | brontekst bewerken]De titel Palästina Buch duikt voor het eerst op in Wirths uitgave van het Oera Linda-boek uit 1933.[1] Er zijn aanwijzingen dat het beoogde geschrift was bedoeld als tegenhanger van zijn Ura Linda Chronik. Het joodse volk zou hier als het negatieve tegendeel van de door hem verheerlijkte Friese natie zijn afgeschilderd. Wirth werkte dit thema in mei 1933 uit in een grote tentoonstelling in Berlijn, onder de titel Heilbringer (Heiland), waar Adolf Hitler als redder en genezer van het Duitse volk werd afgeschilderd.
Het Palestinabuch werd voor het laatst in 1969 aangekondigd onder de titel Van de Noordzee naar het Meer van Genezareth, een toespeling op het werk van de Duitse reactionair Julius Langbehn. De ondertitel suggereerde dat het boek zou gaan over De Mythe van de Heiland en de Megalitische religie van de gekruisigde God. Dit paste in Wirths theorie dat Jezus een nakomeling zou zijn van een verdwaalde Arische stam uit het hoge noorden. De joden zouden daarentegen afstammen van een bijgelovig slavenvolk in de marges van een ondergegane Noordse beschaving in de Gobi-woestijn.
Zijn biografen noemen het onderwerp niet. Het is echter niet onmogelijk dat zijn trouwe medewerkers het manuscript al tijdens zijn leven hebben laten verdwijnen of uit de nalatenschap hebben verwijderd vanwege het openlijk antisemitische karakter. Zelfs Wirths uitgever, de neonazi Wilhelm Landig, heeft niet alles wat Wirth voor hem schreef, laten drukken.
Miguel Serrano
[bewerken | brontekst bewerken]Volgens de Chileense oud-diplomaat en neonazi Miguel Serrano (1917-2009), die de auteur in september 1979 sprak, moest het Palestinabuch diens magnum opus worden. De tekst was naar zijn zeggen vrijwel klaar toen de manuscripten onder verdachte omstandigheden zoek raakten:
Professor Wirth […] had onlangs een boek voltooid over de oorsprong van de joden, het resultaat van een leven lang onderzoek. Toen ik hem kende was hij 94 jaar oud, maar nog steeds levendig en alert. En juist toen, niet lang voordat hij stierf, werden de manuscripten van dit werk gestolen, hij geloofde door zijn eigen medewerkers. Marxistische infiltranten of misschien katholieken zorgden ervoor dat zijn meest waardevolle werk verdween. De wereld zal er nooit kennis van nemen. Het is een tragedie zo groot als de vernietiging van de bibliotheek van Alexandrië.[2]
In latere publicaties geeft Serrano de schuld voor het verdwijnen van het boek aan "de Grote Samenzwering". Het boek zou de geschiedenis van het Jodendom definitief hebben opgehelderd, maar het manuscript "zal nu wel te vinden zijn in een of andere synagoge of in de onderaardse kelders onder het Vaticaan".[3]
Aleksandr Doegin
[bewerken | brontekst bewerken]De bekende Russische politiek filosoof en nationalist Aleksandr Doegin (1962) publiceerde in 1993 een uitputtende studie over het werk van Herman Wirth. Hij noemde het Palestinabuch voor het eerst in een van de omstreden tv-shows die hij dat jaar met de journalist Joeri Vorobjevski maakte en beriep zich op de geheime archieven van de KGB. Wirths diepgravende analyse zou gebaseerd zijn op grootschalige opgravingen die de Ahnenerbe in Palestina zou hebben verricht:
Er is dus geen regel, geen woord in het Oude Testament dat niet zou bezwijken voor een dergelijke Hyperboreale deconstructie. Het gaat niet om het bekritiseren van de tekst. [...] Wirth bracht de religieuze lading hierin terug, hij onthulde de oorspronkelijke Hyperboreale gnosis - het ware fundament van de Oudtestamentische traditie, bevrijd van gekleurde, interpretatieve modellen. [...] Je kunt raden wat voor een werk dit was. Helaas kunnen we nu alleen maar raden naar de inhoud. [...] Al in de jaren '70, toen Wirth het bijna af had, verdween de enige voltooide editie spoorloos. Tijdens zijn afwezigheid kwamen onbekende mensen het huis binnen, zetten alles op zijn kop, maar namen alleen het Palestina Buch mee. Wirth wendde zich tot zijn leerlingen (er waren twee of drie onvoltooide exemplaren), maar ook die kregen bezoek van mysterieuze vreemden. [...] Ook al zou je alleen maar fragmenten van het Palestina Buch te pakken krijgen... Stel je voor hoe alles daardoor zou kunnen veranderen.[4]
Doegin noemt zijn bronnen niet, maar beweert dat het manuscript duizenden pagina's telde. Volgens Vorob'evskii was het manuscript al in de jaren vijftig gestolen, waarschijnlijk door de Israëlische geheime dienst.[5] De wetenschappelijke literatuur over de geschiedenis van de Ahnenerbe heeft geen weet van dergelijke opgravingen in Palestina. De enige activiteit betrof een verkennende reis in 1938 naar Libanon, Syrië en Irak.[6]
Sinds deze eerste publicaties is het idee van een verdwenen naslagwerk dat de belangrijkste problemen van deze tijd had kunnen oplossen, maar dat ten gevolge van een Joods-Amerikaanse samenzwering is verdwenen, in Russische extreemrechtse kringen gemeengoed geworden. Het is kenmerkend voor een agressieve nationalistische benadering, waarin de kernwaarden van de Euraziatische beschaving worden gecontrasteerd met het door het jodendom besmette wereldbeeld van de Angelsaksische maritieme wereld.
Sinds 2018 doet het idee van een verloren Palestinabuch ook de ronde onder extreemrechtse activisten in de Verenigde Staten.
Andere auteurs
[bewerken | brontekst bewerken]Andere publicaties onder de titel Palästinabuch zijn van de hand van de Duits-Joodse auteurs Moscheh Ya'akov Ben-Gavriêl, Else Lasker-Schüler en Arnold Zweig.
- ↑ De beoogde titel voor het Palästinabuch luidde oorspronkelijk: Das Rätsel der Großsteingräber Palästinas: Von JAU bis Jesus of Das Rätsel der palästinensischen Megalithkultur. In 1969 was dit Zwischen Nordsee und See Genezareth, met als ondertitel Der Heilbringermythos vom Kreuzgott der Großsteingräberreligion of Abendländisch-morgenländische Gemeinschaft der Großgräberzeit. De nieuwe titel verwijst naar het klassieke werk van Julius Langbein, Rembrandt als Erzieher (1890). Herman Wirth, Die Ura Linda Chronik. Übersetzt und mit einer einführenden geschichtlichen Untersuchung herausgegeben, p. 171. Dez., Was heißt Deutsch? Ein urgeistesgeschichtlicher Rückblick zur Selbstbesinnung und Selbstbestimmung, 2e dr. Leipzig 1934, p. 10. Eberhard Baumann, Verzeichnis der Schriften, Manuskripte und Vorträge von Herman Felix Wirth Roeper Bosch von 1908 bis 1993, sowie der Schriften für, gegen, zu und über die Person und das Werk von Herman Wirth von 1908 bis 1995, Toppenstedt 1995, nr. 488, 492, 510, 568, 575, 576.
- ↑ Miguel Serrano, Adolf Hitler, el último Avatãra, Santiago 1984, Santa Fé de Bogotá, Columbia 2000, p. 99, vert. Adolf Hitler, the Ultimate Avatar, z.pl. 2011, p. 79, 295.
- ↑ Miguel Serrano, Manú: "Por el hombre que vendrá", 1991, vert. Manú: For the Man That Comes, Melbourne 2012, dl. 2, p. 150.
- ↑ Aleksandr G. Dugin, 'German Virt: v poiskakh Sviatogo Graalia smislov' (Herman Wirth: In Search of the Holy Grail of Meanings, 1998), in: Dez., Filosofiia Traditsionalizma (Philosophy of Traditionalism), Moskou 2002, p. 135-167, hier 162. Vgl. Dez., 'Herman Wirth: Runes, Great Yule, and the Arctic Homeland' (vert. Jafe Arnold), voorwoord uit: Dugin, Znaki Velikogo Norda: Giperboreiskaia teoriia (Signs of the Great North: Hyperborean Theory), 1993, herdr. Moskou 2008, p. 3-20, hier p. 17.
- ↑ Vadim Rossman, 'Anti-Semitism in Eurasian Historiography: The Case of Lev Gumilev', in: Dmitry Shlapentokh (red.), Russia between East and West Scholarly Debates on Eurasianism, Leiden/Boston 2007, p. 121-192, hier 183, naar: Yurii Vorob'evskii, 'Zvezda i svastika' (Star and Swastika), in: Novoe russkoe slovo, 17 december 1993. Yurii Vorob'evskii, Put' k Apokalipsisu: Stuk v Zolotiie Vrata (The Path to the Apocalypse: Knocking on the Golden Gates), Moskou 1998, p. 83 (hier online).
- ↑ Heather Pringle, The Master Plan: Himmler's Scholars and the Holocaust, New York 2006.