De rally werd dit jaar voor het eerst volledig genegeerd door de fabrieksteams, waardoor dit de weg vrij gaf voor privé-rijders om succes te boeken. De ervaren Alain Ambrosino was lange tijd in een intens gevecht verwikkeld met Rudi Stohl, maar de Oostenrijker verongelukte uit de rally en brak daarbij een arm. Hierna reed Ambrosino dominant naar de zege toe in zijn Nissan 200SX, wat in het WK rally officieel de laatste overwinning voor een auto met achterwielaandrijving zou zijn. Als tweede eindigde de Belgische Pascal Gaban met een Groep N-Mazda, terwijl de top drie in Patrick Tauziac gecompleteerd werd door een andere lokale rijder.