Lijst van historische orden van Frankrijk

Geschiedenis van Frankrijk

Prehistorie
Kelten (vanaf 7e eeuw v.Chr.)


Romeinse tijd
Romeinen (51 v. Chr.-486)
Franken (vanaf 287)


Middeleeuwen
Frankische Rijk: (481-887/8)

Merovingen (481-751)
Karolingen (751-987)

West-Francië (843-987)
Koninkrijk Frankrijk: (987-1791)

Capetingen (987-1328)
Valois (1328-1589)

Vroegmoderne Tijd

Ancien régime
Vlag van Frankrijk (ca. 1632–1790).svg Bourbon (1589-1792)
Franse Revolutie (1789)

Vlag van Frankrijk (1790–1794).svg Koninkrijk Frankrijk (1791-1792)
Vlag van Frankrijk Eerste Republiek (1792-1804)
Vlag van Frankrijk Eerste Keizerrijk (1804-1815)
Vlag van Frankrijk (1814-1830).svg Restauratie (1815-1830)


Moderne Tijd
Vlag van Frankrijk Julimonarchie (1830-1848)
Vlag van Frankrijk Tweede Republiek (1848-1852)
Vlag van Frankrijk Tweede Keizerrijk (1852-1870)
Vlag van Frankrijk Derde Republiek (1870-1940/'46)
Vlag van Frankrijk Vichy-regime (1940-1944)
Vlag van Frankrijk Voorlopige Regering (1944-1946/47)
Vlag van Frankrijk Vierde Republiek (1946-1958)
Vlag van Frankrijk Vijfde Republiek (1958-heden)


Portaal  Portaalicoon  Frankrijk
Portaal  Portaalicoon Geschiedenis

Frankrijk heeft in zijn verschillende opeenvolgende staatsvormen diverse ridderorden en Orden van Verdienste gekend. Hieronder de volgorde waarin zij in Frankrijk werden ingesteld of ingelijfd en de oorsprong van de Orde:751 - 987: Karolingische Periode

De laatste jaren van het Romeinse Rijk,het Koninkrijk der Franken onder de Merovingers en de Karolingische Periode (485 - 987)

[bewerken | brontekst bewerken]

Koninkrijk Frankrijk (Capetingische Periode 987 - 1328)

[bewerken | brontekst bewerken]

Koninkrijk Frankrijk (Valoisperiode 1328-1589)

[bewerken | brontekst bewerken]

Koninkrijk Frankrijk (Bourbonperiode 1589 - 1793)

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 1 januari 1791 werden de Orden van de Heilige Lodewijk en de Orde van Militaire Verdienste door de Conventie, het revolutionaire parlement, samengevoegd tot de

en werd de achterstelling van protestantse officieren opgeheven.

De Eerste Franse Republiek 1793 - 1804

[bewerken | brontekst bewerken]

Het revolutionaire Frankrijk schafte in 1793 alle ridderorden van de monarchie af. Er waren wel onderscheidingen zoals medailles en erewapens.

De Franse Republiek, het Consulaat van Napoleon Bonaparte 1800-1804

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Het Legioen van Eer was bij de oprichting strikt genomen geen ridderorde. Napoleon hield niet van ridderorden en het legioen moest ook een "echt" legioen zijn met legionairs, officieren en commandanten.Desondanks had het legioen al bij de oprichting alle kenmerken van een Orde behalve de naam.

Het eerste Franse Keizerrijk (1804-1815)

[bewerken | brontekst bewerken]

Het Koninkrijk Frankrijk (de restauratie van de Bourbons, 1815-1830)

[bewerken | brontekst bewerken]

Het Koninkrijk Frankrijk, de julimonarchie van 1830-1848

[bewerken | brontekst bewerken]

De Tweede Franse Republiek (1848-1852)

[bewerken | brontekst bewerken]

Het Tweede Keizerrijk Frankrijk (1852-1870)

[bewerken | brontekst bewerken]

De Derde Franse Republiek (1870-1945)

[bewerken | brontekst bewerken]

De Franse Republiek bezat in Azië, Afrika en Amerika een groot koloniaal rijk. Ten behoeve van dit reusachtige gebied werd een aantal "Koloniale Ridderorden" ingesteld of ingelijfd. Het ging om:

Daarnaast stelde de Gouverneur-Generaal van Frans Indo-Chinain 1900 een

Frankrijk had ook in het moederland aan het Legioen van Eer niet genoeg. De verschillende ministeries stelden daarom deze door henzelf beheerde en verleende orden in:

werd in 1961 in "Orde van Commerciële en Industriële Verdienste" omgedoopt.

In 1940 werd een Franse regering in ballingschap gevormd. Zij stelde een Ridderorde in:

Ook de in Frankrijk achtergebleven Regering van Maarschalk Pétain,
de zogenaamde "Vichy-regering", stelde twee ridderorden in:

De Vierde Franse Republiek (1945-1958)

[bewerken | brontekst bewerken]

De Vierde Republiek kende een zeer groot aantal Ridderorden en onderscheidingen.Er waren in 1945 16 ridderorden.De traditionele positie van het Legioen van Eer als hoogste en meest geziene onderscheiding bleef formeel onaangetast maar de Franse ministers stichtten voor gebruik in eigen land en overzee niet minder dan 11 nieuwe orden.

De Franse ministeries bleven Ministeriële Orden instellen zodat er uiteindelijk 19 waren.

De Franse Republiek kende volgens een decreet van 1 september 1950 twee "Franse Overzeese Orden" (Frans:"Ordre de la France d' Outre-mer"), het ging om de

en de

De twee Orden waren een erfenis van het koloniale tijdperk waarin onderscheidingen van gekoloniseerde staten zoals Dahomey en de Comoren in het Franse systeem van Orden werden opgenomen.De Franse regering heeft de Orde van de Zwarte Ster tot 1 januari 1964 in Europa verleend. De dekolonisatie en herstructurering van het Franse koloniale rijk, men sprak nu van de " Franse Unie" maakte ook andere aanpassingen in de Franse Ridderorden noodzakelijk.

Drie andere sinds 1896 ingelijfde Koloniale Orden, te weten:

en

werden daarom op 1 september 1950 "Orden van met Frankrijk geassocieerde staten" (Frans:"Ordre des États Associés de l'Union Française"). De Franse regering verleende deze onderscheidingen zelf niet meer. In 1963 werd ook het verlenen van de twee Franse Overzeese Orden gestaakt. In hun plaats trad de nieuwe "Nationale Orde van Verdienste. Deze Orde verving vijftien van de ministeriële Orden zodat een veel overzichtelijker decoratiebeleid mogelijk werd.

De Vijfde Franse Republiek (1958-heden)

[bewerken | brontekst bewerken]

De 19 Ministeriële Orden, die allen drie rangen, Commandeur, Officier en Ridder kenden, werden ieder bestuurd door een Raad die door de desbetreffende minister werd voorgezeten. De versnippering van het decoratiestelsel werd als een misstand ervaren omdat een duidelijk beleid niet mogelijk was.
Vijftien van deze orden zijn door de eerste president van de Vijfde Republiek, Charles de Gaulle opgeheven en werden op 1 januari 1964 vervangen door de

maar gebleven zijn de

en de

Daarnaast werd de in 1956 gestichte

Een nieuwe ontwikkeling is dat op 5 juni 1996 door de "Assemblée de Polynésie française", een plaatselijke volksvertegenwoordiging, een