Storting (Noorwegen)

Storting
Stortinget (Noors)
Wetgevend orgaan van Vlag van Noorwegen Noorwegen
Storting
Algemene informatie
Aantal leden 169
Ontmoetings­plaats Oslo
Huidige legislatuur
Voorzitter Masud Gharahkhani
Andere
Website Officiële website
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Het gebouw in Oslo waar het Storting zetelt

Het Storting (Noors Stortinget, 'De grote vergadering', spreek uit: stoer-ting) is het parlement van Noorwegen. Het komt samen in het Stortinggebouw in Oslo. Dit gebouw stamt uit 1866 en is ontworpen door Emil Victor Langlet.

Het Storting werd in zijn huidige vorm in 1814 in de Grondwet van Noorwegen vastgelegd, maar de basis van het parlement werd al in de 9e eeuw gelegd door de alltings (algemene vergaderingen). Deze alltings vonden op lokaal niveau plaats en bespraken politieke en juridische zaken. In de loop der tijd groeiden de vergaderingen tot officiële organen uit, die erkend werden door de kroon en die de monarchie zelf ook konden aanpassen.

In de 10e eeuw werd Noorwegen geografisch gezien één geheel en er werden lagtings ingesteld als hoogste parlement op regionaal niveau. De oudere vergaderingen of alltings - Frostating, Gulating en Eidsivating - smolten samen en onder de heerschappij van koning Magnus Lagabøte werden in de 13e eeuw de funderingen gelegd voor het Noorse rechtssysteem. Deze jurisprudentie bleef bestaan tot koning Frederik III van Denemarken en Noorwegen zijn koninkrijk in 1660 tot absolute monarchie uitriep. De wet die zijn absolute macht vestigde (de Koningswet van 1665) werd de grondwet van Noorwegen totdat de huidige grondwet in 1814 werd opgesteld.

Het Storting heeft momenteel 169 zetels.

Het presidium bestaat uit een voorzitter (gekozen voor een jaar) en vijf ondervoorzitters.

Eenkamersysteem

[bewerken | brontekst bewerken]

Het Noorse parlement is een eenkamerstelsel. Tot 1 oktober 2009 bestond er een systeem waarbij een kwart van de zetels werd bezet door parlementsleden die het Odelsting (hogerhuis) vormden. Vanaf 1 oktober 2009 werden Odelsting en Lagting (lagerhuis) opgeheven en sindsdien vergadert het Storting alleen nog in plenum, waarin alle 169 leden ongedeeld zitting hebben.

Een nieuwe wet wordt voorgesteld door de regering en bediscussieerd door het Storting. Als deze nieuwe wet door het Storting wordt goedgekeurd, is er een interval van ten minste drie dagen voor het Storting opnieuw bijeenkomt en voor de tweede maal stemt. Is in deze tweede lezing de wet opnieuw goedgekeurd, dan wordt de wet door de Noorse koning en de premier ondertekend en wordt hij van kracht. Wanneer na tweede lezing de uitslag een andere is als na de eerste lezing, wordt in derde lezing besloten of de wet niet doorgaat of dat hij alsnog in meerderheid wordt aangenomen.

Politiek spectrum

De verkiezingen voor het parlement vinden iedere vier jaar plaats op de tweede maandag van september. Noorwegen kent geen mogelijkheid tot vervroegde verkiezingen, zoals Nederland. De leden van het Storting worden gekozen via meervoudige kiesdistricten, waarbij ieder fylke (provincie) een kiesdistrict vormt. Afhankelijk van onder meer het inwonertal (1 punt per inwoner) heeft iedere provincie zo een aantal afgevaardigden. Ook speelt de oppervlakte van de provincies een rol bij het bepalen van het aantal afgevaardigden (1,8 punt per km²), dit om verhoudingsgewijs dunbevolkte gebieden als bijvoorbeeld Finnmark toch de mogelijkheid te geven om hun stem in Oslo te laten horen. Voor de berekening van de zetelverdeling wordt de Sainte-Laguë-methode gebruikt. Daarnaast is er nog een aantal (in 2005: 19) vereffeningszetels, dat verdeeld wordt op basis van het landelijk behaald aantal stemmen. Op die wijze kunnen ook kleinere partijen die er niet in slagen om een van de directe districtszetels te behalen toch in het Storting vertegenwoordigd zijn. Er geldt een kiesdrempel voor deze compensatiezetels van 4%.[1]

Zetelverdeling

[bewerken | brontekst bewerken]
Zetelverdeling Storting (2021-)
8
13
3
48
28
1
3
8
36
21
13 48 28 36 21 
De 169 zetels zijn als volgt verdeeld:
     R: 8
     SV: 13
     MDG: 3
     Ap: 48
     Sp: 28
     PF: 1
     KrF: 3
     V: 8
     H: 36
     FrP: 21

Vanaf de verkiezingen in september 2021 is de zetelverdeling als volgt.

Partij zetels percentage
Arbeiderspartij (Arbeiderpartiet) 48 26,3%
Conservatieve Partij (Høyre) 36 20,4%
Centrumpartij (Senterpartiet) 28 13,5%
Vooruitgangspartij (Fremskrittsparti) 21 11,6%
Socialistisch Links (Sosialistisk Venstreparti) 13 7,6%
Rood (Rødt) 8 4,7%
(Sociaal-)Liberale Partij (Venstre) 8 4,6%
Milieupartij De Groenen (Miljøpartiet De Grønne) 3 3,9%
Christelijke Volkspartij (Kristelig Folkeparti) 3 3,8%
Patiëntfocus (Pasientfokus) 1 0,2%
Overig 0 3,4%
Totaal 169 100%

Op 14 oktober 2021 werd het nieuwe centrumlinkse kabinet-Støre beëdigd. De minderheidsregering van Arbeiderpartiet en Senterpartiet moet steun zoeken bij de oppositie om meerderheden te verwerven.

Historische zetelverdeling van de Storting

[bewerken | brontekst bewerken]

Noorse parlementaire verkiezingen (sinds 1921 - evenredige vertegenwoordiging)

[bewerken | brontekst bewerken]
Voorheen:
 NKP
 SF
 FfF
 SD
 Sfp
 DNF
 RF
 FV
 TVF
 KP
1921
__ 29 8 17 2 37 42 15 __
1924
__ 6 24 8 22 2 34 43 11 __
1927
__ 3 59 26 I 30 29 2 __
1930
__ 47 25 I 33 39 5 __
1933
__ 69 I 23 I 24 I 30 I __
1936
__ 70 I 18 23 2 36 __
1945
__ 11 76 10 20 8 25 __
1949
__ 85 12 21 9 23 __
1953
__ 3 77 14 15 14 27 __
1957
__ I 78 15 15 12 29 __
1961
76 2 74 16 14 15 29 74
1965
70 2 68 18 18 13 31 80
1969
74 74 20 13 14 29 76
1973
78 16 62 I 21 2 20 29 4 72
1977
78 2 76 12 2 22 41 77
1981
70 4 66 11 2 15 53 4 81
1985
77 6 71 12 16 50 2 78
1989
80 I 17 63 11 14 37 22 84
1993
80 I 13 67 32 I 13 28 10 52
1997
74 9 65 11 6 25 23 25 I 89
2001
66 23 43 10 2 22 38 26 I 88
2005
87 15 61 11 10 11 23 38 82
2009
86 11 64 11 2 10 30 41 83
2013
72 I 7 55 10 9 10 48 29 96
2017
79 I I 11 49 19 8 8 45 27 88
2021
89 8 3 13 48 28 I 8 3 36 21 68
Huidig:
 R
 MDG
(
 SV
 Ap
 Sp
)
 PF
(
 V
 KrF
 H
 FrP
)
  • (no) (en) Website van het Storting
  1. (no) Aase, Ronny Brede, Slik fordeles stemmene våre / how the Storting is composed. Norsk Rikskringkasting (8 september 2013). Geraadpleegd op 27 januari 2025.