De wereldkampioenschappen schaatsen afstanden voor vrouwen worden sinds 1996 jaarlijks (behalve in een olympisch jaar), tegelijkertijd met de mannen, door de Internationale Schaatsunie georganiseerd. De vrouwen kunnen wereldkampioen worden op zes individuele afstanden (500, 1000, 1500, 3000, 5000 meter en de massastart) en twee team-onderdelen (ploegenachtervolging en teamsprint).
Jaarlijks worden er wereldkampioenschappen allround (sinds 1936) en wereldkampioenschappen sprint (sinds 1970) gehouden. Op deze kampioenschappen worden schaatssters kampioen door op de kleine vierkamp of sprintvierkamp de beste prestatie te leveren. Sinds 1960 staat schaatsen voor vrouwen op het olympisch programma. Voor de specialist op een bepaalde afstand kon er tot 1996 dus slechts om de vier jaar een individuele afstandstitel worden behaald.
Het allereerste wereldkampioenschap afstanden werd in Hamar, Noorwegen georganiseerd. De formule van ieder jaar een afstandenkampioenschap bleek vanaf het begin zeer succesvol en werd al vanaf het begin als hoogtepunt gezien voor de specialisten. In 1998 werd duidelijk dat twee afstandskampioenschappen (WK en Olympische Spelen) een overvolle schaatskalender veroorzaakten en dat een WK in een olympisch jaar overbodig was. Sindsdien wordt er in een olympisch jaar geen WK afstanden gehouden. In 2005 werd het onderdeel ploegenachtervolging, in 2015 de massastart en in 2019 de teamsprint toegevoegd aan het WK-programma.
Vanaf 2021 had de ISU besloten om nog maar één WK per jaar te organiseren. Het WK afstanden zou dan in de oneven jaren gereden worden en het WK allround en het WK sprint in de even jaren.[1] Maar na protest van diverse landen, kwam de ISU terug op haar beslissing en zal het WK afstanden gewoon in alle niet-olympisch seizoenen georganiseerd worden. Het WK Allround & Sprint wordt vanaf 2021 wel tweejaarlijks verreden, enkel in de even jaren.[2]