William Hogarth

Zelfportret, 1745, Tate Britain, Londen
The Tête à Tête, 2e werk uit Marriage à la Mode, 1743, National Gallery, Londen
De bedienden van Hogarth, ca. 1750, Tate Britain, Londen
Portret van een jonge vrouw, 1750, Museum voor Schone Kunsten, Gent

William Hogarth (Londen, 10 november 1697 – aldaar, 26 oktober 1764) was een Engelse kunstschilder en prentkunstenaar in de periode van de barok. Hij werd opgeleid als goudsmid en graveur, maar vervaardigde later ook paneel- en muurschilderingen. Bekend van zijn hand zijn genrestukken en portretten, historiestukken en Bijbelse taferelen.

Graveur en schilder

[bewerken | brontekst bewerken]

In de periode 1718–1720 vestigde hij zich als zelfstandig graveur. Zijn eerste schilderwerk in olieverf ontstond pas in 1728. De daarin toegepaste thema's zijn gebaseerd op Engelse treurspelen uit die periode en zijn ook in de composities daarop georiënteerd, zoals The Beggar's Opera (ca. 1730, Tate Gallery, Londen).

Hogarth schreef ook een theoretische verhandeling over kunst onder de titel The Analysis of Beauty (1753). Het werk bevat kritiek op de klassieke schoonheidsidealen.

Hogarth leidde de St Martin's Lane Academy in Londen, waaraan hij ook als docent verbonden was. Hubert Francois Gravelot (1699-1773) gaf aan de academie les aan de 13-jarige Thomas Gainsborough, die uit Sudbury naar Londen was gekomen om het vak van graveur te leren.

In 1757 werd hij tot hofschilder benoemd, op het moment dat zijn roem al over het hoogtepunt heen was.

Hogarth overleed in Londen op 26 oktober 1764 en werd begraven op St. Nicholas's Churchyard, Chiswick Mall, Chiswick. Zijn vriend, de gevierde acteur David Garrick verzorgde de tekst op zijn grafsteen.

Hogarth brak met de traditie om de buitenlandse schilders als Hans Holbein de Jonge, Anthony van Dyck en Peter Lely na te volgen, waarop de kunstsmaak van de Engelsen zich altijd had gericht. Zijn prentwerk werd beïnvloed door de Franse kunstschilder, tekenaar en graveur Jacques Callot.

William Hogarth wordt gerekend tot de eerste kunstenaars die verhalende werken in serie produceerde, als een soort voorloper van het beeldverhaal of het latere stripverhaal. Deze series waren moraliserend en satirisch van aard en verwierven grote populariteit.

The Harlot's Progress bevatte een serie van zes schilderijen uit 1731, die verloren zijn gegaan, en gravures uit 1732. De serie verhaalt de opkomst en ondergang van een jonge vrouw die afkomstig is van het platteland en zich in de grote stad aan de prostitutie overgeeft.

A Rake's Progress is een serie van acht schilderijen daterend uit de periode 1732-1733, gegraveerd en als prentwerk uitgegeven in 1735. Igor Stravinsky's gelijknamige opera is hier door geïnspireerd. De serie verbeeldt de geschiedenis van een losbol die zich in Londen overgeeft aan een luxeleventje, gokken en prostitutie, waarna hij gevangen wordt gezet wegens schulden en eindigt in een krankzinnigengesticht. De oorspronkelijke schilderijen bevinden zich in het Londense Sir John Soane's Museum.

De serie Marriage à-la-mode was wellicht Hogarths populairste werk. Deze omvat zes schilderijen, nu in de National Gallery in Londen. Het satirische verhaal becommentarieert een op geld berustend en daarmee gedoemd gearrangeerd huwelijk.

De moraliserende en satirische werken bevatten komische verwijzingen naar politieke en maatschappelijke gebeurtenissen en gebruiken van die tijd.

Werk in openbare collecties (selectie)

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Peter Quennell, Hogarth's Progress (London, New York 1955)
  • Frederick Antal, Hogarth and His Place in European Art (London 1962)
  • David Bindman, Hogarth (London 1981)
  • Ronald Paulson, Hogarth's Graphic Works (3rd edn, London 1989)
  • Ronald Paulson, Hogarth, 3 vols. (New Brunswick 1991-93)
  • Jenny Uglow, Hogarth: A Life and a World (London 1997)
  • Frédéric Ogée and Peter Wagner, eds., William Hogarth: Theater and the Theater of Life (Los Angeles, 1997)
  • Sean Shesgreen, Hogarth 101 Prints. New York: Dover, 1973.
  • Sean Shesgreen, Hogarth and the Times-of-the-Day Tradition. Ithaca, NY: Cornell UP, 1983
  • Hans-Peter Wagner, William Hogarth: Das graphische Werk (Saarbrücken, 1998)
  • David Bindman, Frédéric Ogée and Peter Wagner, eds. Hogarth: Representing Nature's Machines (Manchester, 2001)
  • Bernadette Ford, and Angela Rosenthal, The Other Hogarth: Aesthetics of Difference. Princeton: , 2003.
  • Christine Riding and Mark Hallet, "Hogarth" (Tate Publishing Ltd, London, 2006)
  • Robin Simon, Hogarth, France and British Art: The rise of the arts in eighteenth-century Britain (London, 2007)
[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie William Hogarth van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.