JavaScript

Niet te verwarren met Java (programmeertaal).
JavaScript
JavaScript
Paradigma multi-paradigma, functioneel, objectgeoriënteerd (prototype-gebaseerd)
Verschenen 4 december 1995[1]
Ontworpen door Brendan Eich
Ontwikkeld door Netscape Communications Corporation, Mozilla Foundation
Huidige versie ECMAScript 2024[2] Bewerken op Wikidata
juni 2024
Typesysteem dynamisch, zwak, duck-typing
Implementaties SpiderMonkey, Rhino
Dialecten ECMAScript, JScript
Beïnvloed door Self, C, Scheme
Invloed op ActionScript, JScript, JScript .NET
Bestandsextensies js, mjs
Website Mozilla
Portaal  Portaalicoon   Informatica
Code met "form" tags.

JavaScript is een veelgebruikte scripttaal om webpagina's interactief te maken en webapplicaties te ontwikkelen. Naast HTML en CSS is JavaScript een van de kerntechnologieën van het wereldwijde web.

De eerste versie van JavaScript werd in 1995 ontwikkeld door Brendan Eich van Netscape Communications Corporation voor gebruik in Netscape Navigator. Aanvankelijk was de naam Mocha en vervolgens LiveScript. De taal werd hernoemd tot JavaScript in de tijd dat in de Netscape-browser ook ondersteuning voor Java-applets werd ingebouwd.

Met de introductie van JavaScript ontstonden de eerste mogelijkheden om webpagina's interactief te maken. Dit werd later Dynamic HTML genoemd.

Netscape heeft in een poging om JavaScript als een officiële norm erkend te krijgen en er toch zelf voldoende zeggingskracht over te behouden, de taal laten normeren door de European Computer Manufacturers Association (ECMA), waarbij de naam om redenen betreffende het merkrecht is gewijzigd in ECMAScript. De relevante ISO-standaard is ISO 16262. De huidige versie van JavaScript is versie ECMAScript 2018 (juni 2018).

Microsoft heeft een eigen implementatie van JavaScript ontwikkeld onder de naam JScript en Adobe heeft een eigen versie genaamd ActionScript, die gebruikt wordt in Flash.

De meest opvallende kenmerken van JavaScript zijn:

Prototype-gebaseerde overerving
Dit in tegenstelling tot de meeste gangbare objectgeoriënteerde programmeertalen, die klasse-gebaseerde overerving gebruiken.
Functioneel programmeren
JavaScript is sterk beïnvloed door functionele programmeertalen zoals Self en Scheme. Zo zijn functies in JavaScript first-class, wat wil zeggen dat functies gewone objecten zijn. Verder ondersteunt JavaScript geneste functies en closures.
Reguliere expressies
JavaScript heeft een ingebouwde ondersteuning met speciale syntaxis voor reguliere expressies. Deze is vergelijkbaar en tot op zekere hoogte compatibel met die van Perl.
Objecten zijn arrays
Objecten in JavaScript zijn te benaderen als associatieve arrays.

JavaScript versus Java

[bewerken | brontekst bewerken]

JavaScript wordt nogal eens verward met de programmeertaal Java, omdat het er qua naam en qua syntaxis sterk op lijkt. Die gelijkenis is oppervlakkig; in wezen zijn het heel verschillende talen.

Toen JavaScript werd ontwikkeld was Netscape de webbrowser die door bijna iedereen werd gebruikt. Het was nog niet mogelijk om in een webpagina code op te nemen die door de browser wordt uitgevoerd. Dat zogenoemde client-side scripting biedt enorm veel extra mogelijkheden, dus er was veel behoefte aan. Wel ondersteunde Netscape het sinds kort om in een webpagina kleine programmaatjes, zogeheten applets, in te bedden, geschreven in Java. Dat heeft echter allerlei beperkingen die een scripttaal die direct door de browser wordt geïnterpreteerd niet heeft. Netscape besloot dus zo'n scripttaal te maken en in Netscape te ondersteunen. De expliciete opdracht was om de syntaxis op Java te laten lijken; de naam JavaScript suggereert zelfs dat er sprake is van een versie van Java, maar dan als scripttaal uitgevoerd in de browser. Dat is misleidend, want JavaScript lijkt inhoudelijk niet op Java, maar op functionele programmeertalen zoals Scheme en Self: het ondersteunt bijvoorbeeld prototype-gebaseerde overerving en niet, zoals Java en de meeste objectgeoriënteerde talen, klasse-gebaseerde overerving, en het ondersteunde van meet af aan hogere-orde-functies en closures.

Gebruik van JavaScript

[bewerken | brontekst bewerken]

JavaScript wordt vooral gebruikt in toepassingen op het wereldwijde web.

Zie ook: HTML-scripting

In deze toepassing wordt JavaScript vooral gebruikt in interactieve webpagina's.

De JavaScript wordt door middel van speciale voorzieningen in HTML (met name het script-element) in de pagina opgenomen, als onderdeel van de pagina geladen door de webbrowser, en vervolgens hierin uitgevoerd.

De code kan de pagina op allerlei manieren aanpassen en zelfs, met behulp van AJAX, nieuwe pagina-inhoud of scriptcode laden en weergeven.

Net als bij andere scripttalen is er een interpreter nodig om de geprogrammeerde opdrachten uit te voeren. De meeste moderne browsers beschikken over een eigen interpreter voor JavaScript. Het besturingssysteem Windows heeft een ingebouwde interpreter, het bestand jscript.dll.

Ook enkele e-mailprogramma's ondersteunen JavaScript in HTML-berichten.

JavaScript kan ook gebruikt worden voor server-side scripting. De webservers van Netscape waren de eerste die deze ondersteuning boden. Maar ook de webserver van Microsoft, IIS, ondersteunt JavaScript in Active Server Pages en ASP.NET. Zo halverwege de jaren 2010 maakte Node.js een grote opgang. Voor Node.js zijn verschillende webservers ontwikkeld, waaronder bijvoorbeeld express.

JavaScript-toolkits

[bewerken | brontekst bewerken]

Een JavaScript-framework is een softwarebibliotheek die een aantal JavaScript-functies en widgets bevat voor het ontwikkelen van webapplicaties, waarbij vaak de nadruk ligt op AJAX.

Het Internet Mediatype of MIME-type voor JavaScript-code is application/javascript, hoewel het niet-officiële text/javascript vaker wordt gebruikt.

Om JavaScript op te nemen in een webpagina die voldoet aan de standaard voor HTML 4.01, moet het type-attribuut expliciet worden opgegeven in de openingstag:

<script type="text/javascript"> // code </script> 

In XHTML-documenten houden speciale karakters, zoals "<" (kleiner dan), hun betekenis ook binnen script-elementen (in HTML vervalt die speciale betekenis onder bepaalde voorwaarden). Een script dat zulke karakters bevat, moet daarom als CDATA-sectie gemarkeerd worden. De CDATA-markering zelf wordt dan vaak met "//" in commentaar verstopt om te voorkomen dat er problemen ontstaan met browsers die geen CDATA-secties herkennen.

<script type="text/javascript"> <!--//--><![CDATA[//><!-- console.log("Hello World!"); //--><!]]> </script> 

In HTML5 is bepaald dat JavaScript de standaardtaal is en is het lang-attribuut optioneel, net zoals de CDATA-secties:

<script>  alert('Hallo, wereld!'); </script> 
Versie Jaar Opmerkingen JScript-versie
1.0 1996 De eerste versie, aanwezig in Netscape Navigator 2. 1.0 (IE 3)
1.1 1996 Groot aantal bugs uit versie 1.0 opgelost. Introductie Array-object. Ondersteund door Netscape 3. 2.0 (IE 3)
1.2 1997 Introductie switch-statement, reguliere expressies. Ondersteund door Netscape 4.
1.3 1998 Compatibel met ECMAscript versie 1. Ondersteund door Netscape 4.5. 3.0 (IE 4)
1.4 1998[3] Alleen ondersteund door Netscape-servers.
1.5 2000 Exception handling. Compatibel met ECMAscript versie 3. Ondersteund door Mozilla en Netscape 6. 5.5 t/m 5.8 (IE 5.5 t/m 8.0)
1.6 2005 Uitbreiding van de ondersteuning voor arrays.
1.7 2006 Generators, iterators en let-expressions.
1.8 2008 generator expressions[4] en expression closures[5] (dat wil zeggen lambda-expressies).
1.9 2009[6]
2.1 2009
[bewerken | brontekst bewerken]
  • JavaScript-documentatie: Learn JS op het Mozilla Developer Center,
  • (en) over de geschiedenis van JavaScript: JavaScript: How Did We Get Here? door Steve Champeon, op het O'Reilly-netwerk, 4 mei 2001.
  • (en) over de toekomst van JavaScript: JavaScript 1, 2, and in between, door Brendan Eich, op weblogs.mozillazine.org, 13 juni 2005.
Wikibooks heeft meer over dit onderwerp: Cursus programmeren in JavaScript.