Dwikorakabinet I

Dwikorakabinet I
Kabinet in Indonesië Vlag van Indonesië
Inauguratie van het Kabinet Dwikora I op 27 augustus 1964
Inauguratie van het Kabinet Dwikora I op 27 augustus 1964
Premier Soekarno
Start 27 augustus 1964
Eind 22 februari 1966
Voorganger Werkkabinet IV
Opvolger Dwikorakabinet II
Staatshoofd Soekarno
Lijst van Indonesische kabinetten
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Het Dwikorakabinet I (Indonesisch: Kabinet Dwikora I) was een Indonesisch kabinet in de periode van geleide democratie, in de jaren 1964-1966. Het was het vijfde kabinet waarin president Soekarno ook de rol van minister-president op zich had genomen.

De naam van het kabinet, Dwikora, was een afkorting van Dwi Komando Rakyat: "Tweevoudige Opdracht van het Volk". Dit verwees naar een toespraak van Soekarno op 3 mei 1964 met die naam, waarin hij aangaf dat Indonesië twee belangrijke taken had: "het versterken van de nationale verdediging en de liquidatie van Maleisië."[1] Het eerste punt, "bescherming en voortzetting van de Indonesische revolutie", was een manier voor Soekarno om zijn concept van geleide democratie verder door te voeren en ook zijn eigen rol als 'held van de revolutie' van 1945 verder te versterken.[2] Het tweede punt, Ganyang Malaysia ("vernietiging van Maleisië"), was onderdeel van de Konfrontasi, en Soekarno wilde 21 miljoen vrijwilligers mobiliseren voor de strijd tegen het buurland.[3] Op 17 augustus 1964, precies 19 jaar na het uitroepen van de Indonesische onafhankelijkheid, hield president Soekarno een toespraak met de titel Tahun Vivere Pericoloso (afgekort Tavip), waarbij tahun Indonesisch is voor "jaar" en Vivere Pericoloso Italiaans voor "gevaarlijk leven". Hierin werden de punten van Dwikora nog eens bevestigd, en kort daarna hief Soekarno zijn Kabinet Kerja IV op en het Kabinet Dwikora werd ingesteld om klaar te zijn voor de nieuwe uitdagingen.[4][5]

Terugtrekking uit de VN

[bewerken | brontekst bewerken]

In lijn met Soekarno's buitenlandse politiek van onafhankelijkheid van de machtsblokken van de Koude Oorlog (zoals ook besproken tijdens de Bandungconferentie van 1955) kwam hij steeds meer in botsing met westerse landen zoals de VS en het VK.[6] Tegelijkertijd was het conflict met buurland Maleisië gaande: de Konfrontasi. Toen Maleisië in 1965 gekozen werd als lid van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties was voor Soekarno de maat vol, en Indonesië trok zich terug als VN-lid. Indonesië is het enige land dat ooit zelf uit de VN is gestapt. Soekarno richtte de CONEFO (Conference of the New Emerging Forces) op als alternatief voor de VN, maar enkel China, Noord-Korea en Vietnam werden lid. Nadat luitenant-generaal Soeharto de macht van Soekarno had overgenomen werd Indonesië in de regeerperiode van het Kabinet Ampera I in 1966 weer VN-lid.

Poging tot staatsgreep en massamoorden

[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de regeerperiode van het Kabinet Dwikora I vond er, in de nacht van 30 september op 1 oktober 1965, een poging tot staatsgreep plaats door de '30-Septemberbeweging' (Gerakan 30 September of G30S): dit staat bekend als de Kudeta. Bij de poging tot staatsgreep werden zes hoge militairen gedood, waaronder commandant van de landmacht (en tevens minister) Ahmad Yani. Coördinerend minister voor defensie en veiligheid Abdul Harris Nasution was een belangrijk doelwit geweest, maar hij overleefde. Zijn vijfjarige dochter Ade Irma Suryani Nasution en zijn adjudant Pierre Tendean werden wel gedood.

Terwijl Soekarno weigerde partij te kiezen, werd door het leger — onder leiding van generaal Soeharto — de schuld aan de communisten van de Communistische Partij van Indonesië (PKI) gegeven. Dit leidde de Indonesische massamoord van 1965-66 in. Ook verschillende communistische politici werden gedood, waaronder de kabinetsleden D.N. Aidit, M.H. Lukman en Njoto. Tegen het einde van de massamoord, in februari 1966, probeerde Soekarno zijn eigen positie weer te verstevigen door het "Verbeterde Dwikora-kabinet" (Kabinet Dwikora Yang Disempurnakan oftewel Dwikorakabinet II) te installeren, wat maar van korte duur zou zijn.[7]

Samenstelling

[bewerken | brontekst bewerken]

Net als bij de vorige kabinetten van Soekarno werd het aantal ministers wederom vergroot. Het Kabinet Dwikora I bestond uit meer dan 100 ministers en andere beambten met de status van minister.

Leiders van het kabinet

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr. Ministerspost Minister Partij
1 Minister-President
(tevens president)
Soekarno
2 Vicepremier I Soebandrio
3 Vicepremier II Johannes Leimena Parkindo
4 Vicepremier III Chaerul Saleh Murba

Ministers direct onder de president en het presidium

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr. Ministerspost Minister Partij
5 Coördinerend Minister voor Uitvoering van de Geleide Democratie Adam Malik Murba
6 Minister / Hoofd van de Speciale Hoofdstedelijke Regio Jakarta Soemarno Sosroatmodjo
7 Ministers van Staat Oei Tjoe Tat
8 Njoto PKI
9 Arifin Harahap
10 Moedjoko Koesoemodirdjo
11 Achmad Sukendro
12 Boegie Soepeno
13 Ibnu Sutowo
14 Aminuddin Azis
15 (Coördinerend) Minister van Nationale Ontwikkelingsplanning Soeharto Sastrosoeyoso PNI
16 (Coördinerend) Minister / Voorzitter van de Financiële Controlecommissie Hamengkoeboewono IX

Thematische ministersgroepen

[bewerken | brontekst bewerken]

Buitenlandse Zaken

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr. Ministerspost Minister Partij
17 Coördinerend Minister van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Economische Betrekkingen Soebandrio

Recht en Binnenlandse Zaken

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr. Ministerspost Minister Partij
18 Coördinerend Minister van Recht en Binnenlandse Zaken Wirjono Prodjodikoro
19 Minister van Binnenlandse Zaken Soemarno Sosroatmodjo
20 Minister van Justitie Astrawinata
21 Minister / Voorzitter van het Hooggerechtshof Wirjono Prodjodikoro
22 Minister / Procureur-generaal A. Soethardio

Defensie en Veiligheid

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr. Ministerspost Minister Partij
23 Coördinerend Minister van Defensie en Veiligheid / Stafchef van de Strijdkrachten Abdul Harris Nasution IPKI
24 Minister / Commandant van de landmacht Ahmad Yani
(tot 1 oktober 1965)[8]
Pranoto Reksosamodra
(van 3 tot 14 oktober 1965)
Soeharto
(vanaf 14 oktober 1965)
25 Minister / Commandant van de marine Eddy Martadinata
26 Minister / Commandant van de luchtmacht Omar Dhani[9]
(tot 27 november 1965)
Sri Mulyono Herlambang
(vanaf 27 november 1965)
15 Minister / Commandant van de politie Soetjipto Joedodihardjo
Nr. Ministerspost Minister Partij
28 Coördinerend Minister van Financiën Soemarno PNI
29 Minister voor Centrale Bank-zaken T. Jusuf Muda Dalam PNI
30 Minister van de Staatsbegroting Surjadi
31 Minister van de Staatsinkomsten Hoegeng Imam Santoso
32 Minister van Verzekeringszaken Sutjipto S. Amidharmo
Nr. Ministerspost Minister Partij
33 Coördinerend Minister van Ontwikkeling Chaerul Saleh Murba
34 Minister van Bank- en Kapitaalzaken JD Massie
35 Minister van Arbeid Sutomo
36 Minister van Nationale Onderzoekszaken Soedjono Djoened Poesponegoro
37 Minister van Olie en Aardgas Chaerul Saleh Murba
38 Minister van Mijnbouw Armunanto
39 Minister van Basisindustrie Hadi Thayeb
40 Minister van Veteranenzaken en Demobilisering Sarbini

Landbouw en Landzaken

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr. Ministerspost Minister Partij
41 Coördinerend Minister van Agrarische Ontwikkeling en Landzaken Sadjarwo BTI
42 Minister van Landbouw Sadjarwo BTI
43 Minister van Tuinbouw Frans Seda PK
44 Minister van Bosbouw Soedjarwo
45 Minister van Landzaken Rudolf Hermanses
46 Minister voor de Ontwikkeling van de Dorpsbevolking Ipik Gandamana IPKI
47 Minister van Watervoorziening Surachman

Openbare Werken en Energie

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr. Ministerspost Minister Partij
48 Coördinerend Minister van Openbare Werken en Energie Suprajogi
49 Minister voor Elektriciteit en Energie Setiadi Reksoprodjo
50 Minister van Basiswatervoorziening P.C. Harjasudirdja
51 Minister van Wegenbouw Hartawan Wirjodiprodjo
52 Minister van Nederzettingen David Gee Cheng
53 Minister voor de hoofdweg van Sumatra Slamet Bratanata
54 Minister van Staat van Openbare Werken en Energie voor de Evaluatie van de Bouw Soetami

Volksindustrie

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr. Ministerspost Minister Partij
55 Coördinerend Minister van Volksindustrie Abdul Azis Saleh
56 Minister van Kleine Industrie Muhammad Jusuf
57 Minister van Textielindustrie Ashari Danudirdjo
58 Minister van Ambacht Abdul Azis Saleh
59 Minister van Volksindustrie voor "Zelfredzaamheid" T.D. Pardede
Nr. Ministerspost Minister Partij
60 Coördinerend Minister van Distributie Johannes Leimena Parkindo
61 Minister van Binnenlandse Handel Achmad Jusuf
62 Minister van Grondtransport, Post, Telecommunicatie en Toerisme Hidajat
63 Minister van Luchtvaart Partono
64 Minister van Transmigratie en Coöperaties Achadi

Maritieme Zaken

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr. Ministerspost Minister Partij
65 Coördinerend Minister van Maritieme Zaken Ali Sadikin
66 Minister van Zeevaart Ali Sadikin
67 Minister van Visserij en Zeebeheer Hamzah Atmohandojo
68 Minister van Maritieme Industrie Mardanus
Nr. Ministerspost Minister Partij
69 Coördinerend Minister van Welvaart Muljadi Djojomartono v/h Masjoemi[10]
70 Minister van Sociale Zaken Rusiah Sardjono
71 Minister van Gezondheid Satrio
Nr. Ministerspost Minister Partij
72 Coördinerend Minister van Godsdienst Saifuddin Zuhri NU
73 Minister van Godsdienst Saifuddin Zuhri NU
74 Minister van Hadj Farid Ma'ruf
75 Minister van Verhoudingen met Oelama's Muhammad Ilyas
76 Minister ter ondersteuning van de Minister van Godsdienst Fattah Jasin NU

Onderwijs en Cultuur

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr. Ministerspost Minister Partij
77 Coördinerend Minister van Onderwijs en Cultuur Prijono Murba
78 Minister van Basisonderwijs en Cultuur Artati Marzuki-Sudirdjo
79 Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschap Syarief Thayeb
80 Minister van Sport Maladi

Verhoudingen met het Volk

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr. Ministerspost Minister Partij
81 Coördinerend Minister van Verhoudingen met het Volk Roeslan Abdulgani PNI
82 Minister van Informatie Achmadi
83 Minister van Verhoudingen met de Volksvertegenwoordigingsraad, het Raadgevend Volkscongres, het Hoge Adviesorgaan en het Nationaal Front W.J. Rumambi
84 Minister / Secretaris-Generaal van het Nationaal Front Soedibjo PSII

Overige ministers

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr. Ministerspost Minister Partij
85 Minister / Adviseur van de President / Eerste Minister voor Fondsenmobilisatie Notohamiprodjo
86 Minister van Staat / Adviseur van de President Iwa Koesoemasoemantri
87 Minister / Militair Adviseur van de President Soerjadi Soerjadarma
88 Minister / Adviseur van de President voor Binnenlandse Veiligheid Soekarno Djojonegoro
89 Minister / Adviseur van de President voor Politiezaken Sunarto
90 Minister van Staat voor advies aan de president / commandant der strijdkrachten Sri Mulyono Herlambang
91 Minister / Hoofd van het nationale veiligheidsagentschap Wilujo Puspojudo

Beambten met de status van coördinerend minister

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr. Ministerspost Minister Partij
92 Voorzitter van het Tijdelijke Raadgevend Volkscongres (MPRS) Chaerul Saleh Murba
93 Voorzitter van de Volksvertegenwoordigingsraad voor "Wederzijdse Hulp" (DPR-GR) Arudji Kartawinata
94 Vicevoorzitters van het Tijdelijke Raadgevend Volkscongres (MPRS) Ali Sastroamidjojo PNI
95 Idham Chalid NU
96 D.N. Aidit PKI
97 Wilujo Puspojudo

Beambten met de status van minister

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr. Ministerspost Minister Partij
98 Staatssecretaris Mohammad Ichsan
99 Secretaris voor het Presidium Abdulwahab Surjadiningrat
100 Tweede Vicevoorzitter van het Hoge Adviesorgaan (DPA) Sujono Hadinoto
101 Vicevoorzitters van de Volksvertegenwoordigingsraad voor "Wederzijdse Hulp" (DPR-GR) Achmad Sjaichu
102 IGG Subamia
103 M.H. Lukman PKI
104 Mursalin Daeng Mamangung
105 Leidinggevenden van de Financiële Controlecommissie Sukardan
106 Radius Prawiro
107 Mochtar Usman
108 Directeur-Generaal van het Nationale Kernenergie-agentschap G.A. Siwabessy